‘IK HEB JULLIE NOOIT SAAI GEVONDEN’

© ID/Photo Agency

Wat doet een mens daags voor hij met PJ Harvey naar Singapore afreist voor een concertreeks aan de andere kant van de wereld? Koffers pakken? Halfslachtige oplossingen zoeken voor uitgestelde huishoudelijke taken? Of een in Bristol verdwaalde Belg vertellen over leven, werk en je muziek voor Le passé devant nous, de debuutfilm van de Vlaamse Natalie Teirlinck?

Bristol, de thuisstad van Banksy, Portishead, Massive Attack, Fuck Buttons en Gravenhurst, heeft genoeg bruggen, boten, pubs, concertkelders, historische gebouwen en musea om citytrippers gelukkig te maken, maar daar is niet veel van te merken wanneer ik op een sombere januaridag naar het huis van John Parish zoek in een vrij rustige buurt. Een voorlopig vrij rustige buurt: plakkaten kondigen de bouw van een grote entertainmentarena aan. De buurt vreest een verkeersinfarct en concerten van Rod Stewart.

‘Sjonge jonge, wat een grijze dag’, schrikt Parish wanneer hij de deur opendoet. Ook de hond begroet me. Parish’ vrouw werkt aan een boek over film. De jongste dochter, Hopey, moet naar de tandarts. Haar zus Honor is aan haar laatste maanden middelbare school bezig zonder precies te weten wat ze verder wil studeren. Op de keukentafel ligt een beschadigde, oude gitaar en een fototoestel, om de schade aan de verzekeraar te tonen. Het leven zoals het is ten huize Parish.

Voor het werk zoals het is, duiken we de kelder in, waar meer gitaren rondslingeren en allerlei opnameapparatuur staat. Muzikant, producer en filmcomponist John Parish heeft hier zijn thuisstudio ingericht, opgefleurd door een filmposter van het Zwitserse drama Sister, waarvoor hij de muziek schreef, en een kindertekening, niet van feeën, prinsessen of ridders, maar van Marc Bolan.

Je dochters hebben de muziek al van in de moederschoot meegekregen?

JOHN PARISH: Ze zijn verslingerd aan muziek. Vooral het oude spul vinden ze goed. Mijn oudste dochter heb ik al een paar keer horen verzuchten dat het jammer is dat de beste muzikanten allemaal dood zijn, de beste bands gesplit en dat ze twintig jaar eerder jong had willen zijn. Nu, volgens mij is het gewoon veel moeilijker om goeie nieuwe muziek te ontdekken.

Mijn kinderen zijn jaloers dat ik Radiohead nog heb gezien in een theaterzaaltje in Brussel. Nergens voor nodig. Als ze maar genoeg kleine concerten bijwonen, kunnen ze over tien jaar met gelijkaardige verhalen pochen.

PARISH: Klopt. Er zullen altijd grote bands opstaan. Er zullen altijd grote platen gemaakt worden. Op mijn leeftijd – ik ben nu 57 – heb je al te vaak stukken gelezen over de dood van de populaire muziek, van rock of van het album. (lacht) Oké, cassettes zijn écht begraven, maar in een of andere vorm zullen we altijd muziek blijven maken en daar zal altijd good stuff tussen zitten.

Bange ouder

Om haar debuutfilm Le passé devant nous sterker te maken, bestelde de Vlaamse filmregisseuse Natalie Teirlinck van dat goed spul bij Parish. ‘Onze eerste ontmoeting is al lang geleden. Na enkele seconden wist ik dat ik met Natalie kon samenwerken. Ik vond haar ideeën intrigerend en ik mocht haar.’ Parish werkte de eerste muzikale ideeën uit op basis van locatiefoto’s, moodboards en Teirlincks vraag om muziek die eerder atmosferisch dan melodisch is. ‘Ik weet soms zelf niet of je nu mijn muziek hoort of gewoon het sounddesign.’

De werktitel van de film was ‘Tonic Immobility’. ‘Dat bekt niet, het is te ontoegankelijk voor een titel maar het beschrijft wel zeer goed de gemoedstoestand van de protagoniste.’ Bij ’tonic immobility’ of ’thanatosis’ verstijft een dier, met name om aan een roofdier te ontsnappen. Le passé devant nous is het intieme verhaal van een escortgirl die uit haar routineuze bestaan tuimelt wanneer ze plots voor de zoon moet zorgen die ze jaren geleden heeft achtergelaten.

‘Zelf was ik totaal niet bang voor het ouderschap, tot de dag dat ik vader was’, lacht Parish. ‘Ik ben er, net zoals in de muziek, achteloos in gerold. Het gebeurde gewoon, zoals alles in mijn leven gewoon gebeurt. Op een dag was mijn vrouw zwanger en ik was daar blij mee. Maar na de geboorte van mijn dochter ben ik voor het eerst in mijn leven bang geworden. Plots had ik enorm veel te verliezen, iets dat onbevattelijk was. Gedaan met denken dat ik alles aankon. Gelukkig hebben de voordelen van het vaderschap die angst ondertussen ruimschoots gecompenseerd.’

Parish componeert soundtracks sinds Patrice Toye, nog een Vlaamse regisseuse, hem vroeg om haar Rosie (1998) van muziek te voorzien. ‘Zoals meestal in mijn carrière kwam het initiatief niet van mij. Je zou denken van wel want mijn muziek is overduidelijk filmisch. Ik heb altijd erg van cinema gehouden. Maar het heeft lang geduurd voor het in me opkwam om filmmuziek te maken. De fax van Patrice rolde net op het juiste moment binnen.’

Houd de dief

John Parish komt uit een muzikaal gezin uit Zuidwest-Engeland. Zijn ouders hielden van opera, hij volgde pianoles ‘zonder daar ooit bij stil te staan’. Toen zijn jongere zus een drummer nodig had voor haar muziekclub op zaterdagochtend, sprong hij in. ‘Dat was niet het instrument waar mijn ouders op gehoopt hadden, maar ze waren wel blij dat muziek mijn ding bleek te zijn. Iets later raakte ik verslingerd aan popmuziek. Vooral Marc Bolans T. Rex vond ik goed. Rond mijn veertiende droomde ik niet langer van een carrière als profvoetballer, maar van een eigen band. Mét platencontract, want daar draaide het in de jaren zeventig nog om.’

De jonge Parish verliet de middelbare school zonder al te veel kwalificaties. Na een jaar viel zijn door de Talking Heads geïnspireerde band met vrienden uiteen. Hij pluisde de zoekertjes achteraan in muziekbladen als NME en Melody Maker uit en kwam zo terecht bij newwaveband Thieves Like Us, genoemd naar de film van Robert Altman. Tijdens een eerste tour versierde de groep een contract bij een Amerikaans label. Een plaat werd opgenomen maar nooit uitgebracht. ‘De platenfirma vond ze niet commercieel genoeg en weigerde ze uit te brengen. De band splitte in 1980 of 1981. Einde verhaal. Dacht ik: een paar weken geleden hoorde ik dat het album op Discogs te koop stond voor 100 euro. Blijkbaar is het in Oostenrijk wel uitgekomen. Minstens één kopie heeft drie decennia overleefd en is nu in mijn bezit.’

Aan die eerste keer in de studio hield Parish dan wel geen bestseller over, maar zijn belangstelling voor muziekproductie was gewekt. ‘Ik was dat ene bandlid dat na de opnames niet naar de pub trekt maar blijft hangen om te kijken wat de producer uitspookt. Zelfs goeie vrienden van me weten nauwelijks wat een producer uitvoert. De muzikant huurt je in als een objectief, betrouwbaar klankbord. Luisteren en oordelen: soms doe je niet meer dan dat. Soms is het veel meer en speel ik bijna alle instrumenten in en verzin ik een groot deel van de arrangementen.’

Ondertussen kan Parish als producer terugblikken op samenwerkingen met PJ Harvey, Perfume Genius, Rokia Traoré, M. Ward, Sparklehorse, Dominique A, 16 Horsepower en Eels. ‘Ik heb al meer dan honderd albums opgenomen. Soms komen daar hoogoplopende ruzies aan te pas, maar niet vaak. Ervaring is: beter begrijpen waar je wanneer voor moet vechten en wat geen ruzie en tijdverlies waard is. Als je lang wilt meegaan in dit vak, moet je dat onderscheid kunnen maken.’

Maar hoe ver kom je met die nuchtere aanpak bij het naar de keel grijpende It’s a Wonderful Life (2001) van Sparklehorse of Souljacker (2001) van Eels? De vraag brengt Parish even van slag. ‘Nou, nu pik je er wel twee uitzonderlijke gevallen uit. Dat waren zeer emotionele projecten, met twee bijzondere figuren, ook al verschillen ze enorm van elkaar. E en wijlen Mark Linkous (die zich in 2010 van het leven beroofde, nvdr.) kunnen – konden – niet werk afleveren dat niet intens is. Ik ben nog steeds bevriend met E. Ik rouw nog steeds om Mark. Ik was zijn vriend tot op het laatste.’ Met het voorstel om snel iets te gaan eten is Parish een akelige stilte te snel af.

Boring Belgians

Parish ontfermt zich over heel wat niet-Engelstalige bands en vindt het doodjammer dat die buiten hun eigen landsgrenzen veel minder makkelijk aanvaard worden dan Amerikaanse of Britse bands. ‘In Engeland botsen bijna alle Europese bands op een muur. Wij zijn snobs. We denken dat Europeanen geen goeie popmuziek kunnen maken. Dat is al járen niet meer het geval. Net zoals het al jaren niet meer zo is dat je in Engeland niet lekker kunt eten.’

Ook van het ‘boring Belgium’-cliché gruwt Parish. Hij werkt al 28 jaar ‘verschrikkelijk graag’ met Belgen. Dat kunnen niet alleen regisseuses Toye en Teirlinck beamen, maar ook Arno, de muzikanten van Thou en de toneelspelers van Dito Dito en Stan. ‘Ik heb jullie nooit saai gevonden. Er komt uitstekende kunst, film, muziek, theater en dans uit België, mede omdat jullie land cultureel en artistiek divers is en cultuur er goed ondersteund wordt. En jullie hebben een geweldig talent voor zelfspot.’

Hoeft het te verbazen dat de zo bedaarde muzikant zich vreselijk opwindt over de brexit? ‘De Europese Unie is bepaald geen fantastische instelling, de gebreken zijn manifest, maar de brexit is één grote volksverlakkerij. Er is op aangestuurd door een zeer gemene, zeer rechtse groep politici. De plaatsen met het minste migranten hebben het meest voor de brexit gestemd. Angst voor de onbekende is doelbewust aangewakkerd. Dat maakt me ziek! Ik haat het zo te moeten toekijken terwijl het land gemanipuleerd wordt. Ik haat het om te zien hoe racistische uitlatingen weer aanvaardbaar geworden zijn.’

Een deel van die boosheid kan Parish op het podium kwijt, aan de zijde van PJ Harvey. Zij maakte vorig jaar met The Hope Six Demolition Project een dijk van een protestplaat. ‘Toen Polly die songs schreef, kon ze nog niet weten dat de Britten voor de brexit zouden stemmen, dat de Amerikanen Trump zouden verkiezen. Maar ze schreef wel protestliederen, en dit is een tijd waarin je moet protesteren. Zwijgend toekijken vanaf de zijlijn is geen optie. Je moet uitkomen voor je mening. Dat staat mensen misschien toe om de leugens te doorprikken die hen verkocht zijn. Na de brexit voelde zowel Polly, ik als de rest van de band zich fysiek misselijk. Maar optreden voelde ook belangrijker dan ooit.’

Polly-gaam

PJ Harvey en John Parish zijn elkaars beschermengel. In 1988 verliet Polly Jean Harvey de schoolbanken en vervoegde ze Parish’ toenmalige band Automatic Dlamini. Ze nam er sax, gitaar en de achtergrondstemmen voor haar rekening. ‘Je kúnt niet voorspellen dat een achttienjarige zal uitgroeien tot een grote, geliefde muziekster die op haar veertigste een meesterwerk als Let England Shake (2011) maakt. Maar ik vond haar destijds wel zeer goed. Bovendien had ze een geweldige stem. Ik had haar er graag bij.’

De rest is geschiedenis. Polly Jean Harvey werd PJ Harvey, PJ Harvey werd queen of rock. Parish werkte als muzikant en producer mee aan haar albums To Bring You My Love (1995), White Chalk (2007), Let England Shake en The Hope Six Demolition Project. Ze brachten ook twee gezamenlijke albums uit: Dance Hall at Louse Point (1996) en A Woman A Man Walked By (2009). ‘De magnifieke muzikant Howe Gelb van Giant Sand is ook al twintig jaar een zeer goede vriend. Maar niets of niemand gaat boven mijn samenwerking met Polly. Ze was zo oud als mijn dochter Honor vandaag toen ik haar voor het eerst ontmoette. We werken al dertig jaar samen. Dat is bijna een mensenleven.’

Parish rekent Harvey tot de artiesten die een buitengewoon muzikaal talent combineren met charisma en lef. ‘Dat is zeldzaam. Ik waardeer dat enorm. Wij kunnen op een festival moeilijke muziek spelen voor een publiek dat totaal niet uit PJ Harvey-fans bestaat en toch hun aandacht vasthouden. Gewoon omdat Polly zo’n magnetische performer is. Ze gebruikt haar charisma ook om geweldige artistieke ideeën te verkopen. Dat doen er haar niet veel na.’

Het binnenvallen van de jongste dochter verraadt dat het al vier uur voorbij is. Tijd om Parish zijn koffers te laten pakken. De volgende dag wisselt hij Bristol in voor Singapore. PJ Harvey-concerten zullen hem vervolgens naar Australië, Nieuw-Zeeland en Japan voeren.

Nog één vraagje: zou je niet liever thuisblijven en hier in de kelder aan je eigen muziek verderwerken?

PARISH: Ik ben niet graag weg van mijn gezin, ik hou niet van vliegen en ik ben blij als een kind als ik hier in deze stoel muziek mag maken.

Zal ik PJ Harvey zeggen dat je afhaakt?

PARISH: Niet zo snel! Ik hou wél van optreden. De fysieke, unieke band met het publiek en het live samenspelen met goede muzikanten, geven mij een euforisch gevoel. Die onmiddellijke voldoening is er niet als ik hier aan mijn muziek pruts of voor een Belgische film componeer die pas anderhalf jaar later klaar zal zijn. Ik ben dik van plan te volharden in de combinatie producen, live spelen en muziek maken.

LE PASSÉ DEVANT NOUS

Vanaf 8/2 in de bioscoop.

door Niels Ruëll

‘Na enkele seconden wist ik al dat ik met Natalie Teirlinck kon samenwerken. Ik vond haar ideeën intrigerend en ik mocht haar.’

‘Ik was bevriend met Mark Linkous van Sparklehorse. Ik rouw nog steeds om hem.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content