Dat is nu al meer dan 15 jaar dat hij in het vak zit. Hij heeft zalen doen vollopen, hij heeft vaten doen leeglopen. Maar net zoals zoveel van zijn collega’s heeft hij slechts één verzoeknummer: il veut de l’amour. Aan de vooravond van Zita Swoons 15e verjaardag: een gesprek met zanger, songschrijver en confectiefenomeen Stef Kamil Carlens.

Eerst was het A Beatband. Daarna heel even Moondog Jr. Vervolgens op een haar na Ruddy Turnstone & CraCra. Maar uiteindelijk werd het toch gewoon – nou ja: gewoon – Zita Swoon. Onder die nom de camouflage huppelt Stef Kamil Carlens al anderhalf decennium tussen pop, rock, funk en zo’n elfendertig stijlen daartussenin. Time for a break, vond Stef Kamil. Maar voor Zita Swoon zich twee jaar uit het club- en festivalcircuit terugtrekt, wordt er in de AB drie dagen lang duchtig gevierd met onder meer Arno, Tom Barman en John Parish. Bovendien doet Carlens ons ook nog een heuse best of cadeau: To Play, To Dream, To Drift – An Anthology.

Is deze best of een verplicht nummertje voor de platenfirma of wil Zita Swoon een hoofdstuk in zijn carrière afsluiten?

Stef Kamil Carlens: Wij zijn onze eigen platenfirma, dus van moeten is het zeker niet. (Lacht) Ik wilde inderdaad een periode afronden. Omdat vijftien jaar een rond getal is – al bestaat de groep eigenlijk al langer – maar vooral omdat ik de band even on hold wilde zetten.

Heeft het vertrek van Tom Pintens daar iets mee te maken?

Carlens: Niet echt, want ik voelde al langer dat Tom zou weggaan. Het is vooral een persoonlijke beslissing. Ik wilde even uit het vaste stramien van studio-opnames en tournees stappen. De komende twee jaar leg ik die activiteiten stil: geen opnamesessies, geen clubshows, geen theatertournees, geen festivals. We zullen ons toeleggen op enkele specifieke projecten die beperkt zijn in de tijd. Dancing With The Sound Hobbyist bijvoorbeeld, de dansvoorstelling die we samen met Rosas hebben gemaakt en die we vanaf volgend jaar hernemen. Maar ook een muzikaal project in Afrika: in samenwerking met Het Zuiderpershuis trek ik volgend jaar naar Mali en Burkina Faso voor een uitwisseling, al kan ik daar nog niet veel over zeggen.

Wilde je ook een hoofdstuk van je leven afsluiten? Je wordt er volgend jaar veertig.

Carlens: Mja, die leeftijd zal onbewust wel hebben meegespeeld. Kijk, ik wil niet klagen – integendeel zelfs – maar de voorbije vijftien jaar zijn enorm druk geweest. Intens vooral. Ik wil nu even tijd voor mezelf. Om te reizen. Om even op adem te komen. Om eens langer dan een halve dag níét aan Zita Swoon te moeten denken. En om me stilaan op een nieuwe Zita Swoon voor te bereiden: ik wil in de toekomst meer tijd besteden aan het uitwerken van de arrangementen voor ik de song in de groep gooi.

Pas op: Zita Swoon zal een groep blijven, met een eigen dynamiek die zeker ook mee bepaald mag worden door de verschillende leden. Maar ik wil de lijnen nog duidelijker uitzetten. Dat besef is gekomen toen we A Song About A Girls opnamen, een plaat waar ik heel tevreden over was omdat ze zo dicht bij mij ligt. Daar wil ik nog meer naar op zoek.

Ben je er gerust op dat je muzikanten over twee jaar nog beschikbaar zullen zijn?

Carlens: Zita Swoon zal als ensemble niet stilvallen. Aan sommige projecten zullen we werken met de volledige band, aan andere niet. Verder zien we wel wat er gebeurt.

GEKKENWERK

Zita Swoon heeft een moeizame start gekend. Jouw onhoudbare dubbelrol bij dEUS en – toen nog – Moondog Jr. dwong je in 1995 om voor je eigen groep te kiezen.

Carlens: Achteraf gezien was het pure waanzin om te denken dat ik die twee groepen kon combineren. Als ik bedenk wat ik in 1995 heb gedaan! Met dEUS heb ik door Europa en stukken van Amerika getoerd, My Sister Is My Clock opgenomen én In A Bar Under The Sea helpen schrijven. En intussen heb ik nog die eerste plaat van Moondog Jr. gemaakt. Dat was gekkenwerk! Ik snap nog altijd niet hoe ik dat heb geflikt.

Trachtte Island door na dEUS ook Moondog Jr. te tekenen niet vooral die verscheurende situatie te bemeesteren?

Carlens: Absoluut. Zij zagen ook wel dat het ene het andere belemmerde. Aanvankelijk vonden ze die artistieke zijprojecten van dEUS een verrijking. Vooral Rudy (Trouvé) en ik waren met andere groepen en zelfs met beeldende kunst bezig: dat vonden ze wel charmant. Tot ze begonnen te merken dat die zijprojecten niet te rijmen vielen met het zware tour- en promoschema van dEUS. En vooral: dat die randactiviteiten een rem zouden zetten op onze doorbraak. Ze koesterden bij het label echt wel torenhoge verwachtingen.

In de docu over ‘Worst Case Scenario’ die bij de nog te verschijnen deluxe edition zit, zeg je dat Tom Barman gemaakt leek voor dat succes. Impliciet zeg je dus: ‘Ik niet.’

Carlens: Toen zeker niet, neen. Terwijl Tommy… tja, die is ergens diep vanbinnen altijd al een rockster geweest, hé. (Zucht) Weet je wat het probleem was? Vóór het grote succes van Worst Case Scenario waren wij vijven onafscheidelijke vrienden. Ik woonde samen met Tom, maar Rudy en Klaas (Janzoons) zaten de helft van de tijd óók bij ons. De onverwachte doorbraak van dEUS heeft die hechte band doorbroken. Tot dan toe was Tom just one of the guys. Maar toen werd hij plots naar voren geschoven als de frontman, en ja… dat lag gevoelig, hé. Ik zal niet ontkennen dat ik dat zelf ook frustrerend vond. Maar ja, wat wil je? Ik was 24, Tom 22 en Klaas amper 18. Wij waren daar niet klaar voor.

Toen je eindelijk je eigen groep op de rails had, liet de Amerikaanse muzikant Louis Hardin aka Moondog verbod leggen op de naam Moondog Jr. Daar was je even niet goed van.

Carlens: Ik was er echt kapot van, ik was verliefd op die naam. Ik heb die hele kwestie nog van man tot man proberen te regelen door hem persoonlijk op te bellen en hem duidelijk te maken dat het om een stom toeval ging. Maar hij wilde van geen wijken weten. ‘Ik heb mijn hele leven gewerkt om mijn muziek aan de naam Moondog te verbinden’, zei hij. ‘Nu ga jij er niet mee lopen.’ Dat we onszelf Moondog Jr. noemden, naar het voorbeeld van Dinosaur Jr., daar had hij geen oren naar. ‘You’re still young’, zei hij. ‘You’ll get over it.’ Maar voor alle duidelijkheid: de muziek van Moondog blijf ik fantastisch vinden. Zeker de opnames die hij maakte in de straten van Manhattan, verkleed als Viking en met zelfgemaakte percussie-instrumenten. Maf!

Klopt het dat je daarvóór op het punt stond om ‘Moondog Jr.’ op je rug te laten tatoeëren?

Carlens: Grappig, dat was ik vergeten! En ik had dat niet eens zo erg gevonden. Ik houd nog altijd van die naam, hij valt voor mij nog altijd samen met wie ik ben. Daar heeft die naamsverandering niets aan veranderd.

PACKAGE DEAL

Welke platen hebben je tijdens het samenstellen van ‘An Anthology’ het aangenaamst verrast?

Carlens: Mijn eigen favorieten zijn Plage Tattoo en A Song About A Girls: om de simpele reden dat ik ze zelf heb geproducet en ze dus het dichtst bij mezelf liggen. Dat zei ik ook daarnet: ik wil meer platen maken die helemaal aan mijn visie beantwoorden, zonder altijd een consensus te moeten zoeken tussen de verschillende groepsleden.

Laten we het eens hebben over enkele nummers die níét op ‘An Anthology’ staan. ‘Maria’ bijvoorbeeld.

Carlens:(Verbaasd) Nu je het zegt… helemaal vergeten. Ik moet het ergens tijdens de selectie uit het oog verloren zijn. Stom, hé. Maar als het een troost mag zijn: de plaat waar die song opstaat, kun je nu kopen voor 6 à 7 euro. Van I Paint Pictures On A Wedding Dress en Life = A Sexy Sanctuary heeft Warner zelfs zonder mijn medeweten één gezamenlijke cd uitgebracht. Zelden zo’n afschuwelijke, afgrijselijke en afzichtelijke hoes gezien. Precies een cd die je gratis in het naftstation krijgt.

En wat met ‘The Bananaqueen’: achteraf bekeken toch een te doorzichtige poging om het succes van ‘Disco!’ te herhalen?

Carlens: Precies. Dat nummer heb ik er heel bewust níét opgezet. Het zit goed in elkaar en de tekst is wel grappig, maar het had de sfeer van de compilatie te veel gebroken. We spelen het al jaren niet meer live. Ik heb er geen band meer mee.

Ik weet dat je een aanhanger bent van de artistieke filosofie van Nick Cave, die zegt dat een songwriter moet durven te falen en dus onvermijdelijk ook een hoop troep maakt. Heb je zelf al veel troep gemaakt?

Carlens: Zonder onbescheiden te willen klinken: ik vind dat goed meevallen. (Lacht) Ik kan me zo spontaan maar een paar nummers voor de geest halen waarover ik minder tevreden ben. Naast The Bananaqueen zijn dat Nice en The Quiet Place In My City Mind op Life = A Sexy Sanctuary. Nu trek ik me dat niet meer zo aan. Ik skip die nummers zonder er nog veel bij na te denken. Want het klopt wat Nick Cave zegt: je moet als songschrijver je eigen menselijkheid en dus je beperkingen leren te aanvaarden. De mooiste artiesten zijn zij die je in hun werk voortdurend hoort twijfelen. Voor mij is de slechtste muziek net muziek die gemaakt wordt door artiesten die hun eigen kwetsbaarheid trachten te verstoppen.

De oudste song op ‘An Anthology’ dateert van 1990. Hoe kijk je terug op de Stef Kamil van toen?

Carlens: Voor een pathologische twijfelaar wist hij al heel goed wat hij wilde worden. (Lacht) Ik was een busker toen, vastbesloten om voltijds muzikant te worden. En kijk: die droom heb ik waargemaakt. Alleen verliep de omschakeling naar een professionele carrière met vallen en opstaan. Ik heb me vreselijk mispakt aan het zakelijke en financiële aspect.

Zou de busker van weleer niet vinden dat je een burgerlijk leven leidt?

Carlens:Goh, ik heb me nooit echt tegen een burgerlijk leven verzet. Ik ben blij dat ik mij met mijn vrouw heb kunnen verbinden. Ik ben blij met mijn kind en ik ben blij met mijn huis. Eigenlijk leid ik nog grotendeels hetzelfde leven als toen, want muziek maken neemt nog altijd het grootste deel van mijn tijd in. Verder word ik opgeslorpt door mijn zoontje en de vreugde waarmee hij mij vervult. Vreugde wordt bij zo’n kleine gratis bijgeleverd, wist je dat? Het is een package deal. (Lacht)

De meeste mensen worden mettertijd cynisch en zwaarmoedig, de muziek van Zita Swoon lijkt net frivoler te worden.

Carlens: Hmm, puur muzikaal klinken we nu misschien luchtiger en funkier dan vijftien jaar geleden. Maar in mijn teksten zit nog altijd veel weemoed, denk ik. Al neemt dat niet weg dat ik de laatste tijd een betere vriend van mezelf ben. Ik ben gelukkiger nu. Véél gelukkiger.

To Play, To Dream, To Drift – An Anthology

Uit bij Bang! / PIAS

Door Vincent Byloo

‘Ik ben de laatste tijd een betere vriend van mezelf .’

‘De mooiste artiesten zijn de artiesten die je in hun werk voortdurend hoort twijfelen.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content