De eerste grijze haren, beginnende gehoorproblemen en een occasionele opvlieger: Stijn Meuris zit onmiskenbaar in de overgang. En hoe kan een mens zijn midlifecrisis beter counteren dan met een complete make-over? Op Spectrum herneemt hij een dozijn van zijn klassiekers. ‘Gescheurde stembanden en gesprongen aders: voor minder doe ik het niet.’

‘Onlangs ben ik nog eens door de platen van Noordkaap gegaan. Beschamende dingen tegengekomen! Maar het meest van al geneer ik mij voor hoe ik er toen uitzag: een schreeuwlelijkerd met een veel te grote bril. Vreselijk.’

Dat zei Stijn Meuris twee jaar geleden in dit eigenste blad. Aan dat laatste valt helaas niets meer te doen, aan het eerste wel. En dus besloot de zelfverklaarde priester-arbeider van de Vlaamse rock-‘n-roll een dozijn nummers van Noordkaap en Monza in een nieuw – zij het vaak wat rafelig – kostuum te hijsen. Op een maandagmiddag in het Stuk in Leuven, waar het dan overigens helemaal niet druk is, vragen wij aan Stijn Meuris of er écht geen andere manier bestond om zijn midlifecrisis te bezweren.

Stijn Meuris: Neen. Ik erger me al jaren dood aan de nummers van Noordkaap en Monza die nooit aan mijn persoonlijke kwaliteitseisen hebben voldaan. Nummers die klinken als een compromis van een democratisch georganiseerde groep, maar net daarom geen ballen hebben. Nummers waar geen productionele cohesie in zit. Nummers waarin ik om een of andere bizarre reden met een Hollands accent zing. Want laat dat duidelijk zijn: de schuld lag ook heel vaak bij mij. Zeker in de periode van Noordkaap kon ik niet doseren. Als de producer zei: (duwt op een denkbeeldige knop en buigt zich naar een virtuele microfoon) ‘Meuris, laat u maar eens goed gaan’, wel dan liet ik me ook gaan. En dan deed ik het niet voor minder dan gescheurde stembanden en gesprongen aders. (Lacht) Dat is mijn probleem: ik heb geen tussenversnellingen.

Om kort te gaan: ik kwam tot de vaststelling dat er een hoop nummers zijn die ik liever niet meeneem in mijn graf. Ik weet dat het dramatisch klinkt, maar de klok begint ongenadig te tikken. Er rest mij niet zo gek veel tijd meer. ‘Genoeg gespeeld, nu voor echt’: dat gevoel steekt heel erg in mij op. En dus moest en zou ik die plaat nú maken. Ik heb een lijstje opgesteld met de nummers die me een doorn in het oog zijn en ben aan het werk gegaan.

Hoe lang was dat lijstje?

Meuris: Een pak langer dan de uiteindelijke tracklist van de cd. Oorspronkelijk was het plan om een dubbel-cd te maken. Ik hoor de schaterlach van de mensen bij EMI nóg door mijn hoofd galmen. (Lacht) ‘Nee Stijn, die tijden zijn voorbij.’

Kill your darlings was het devies. En dus zijn er heel wat nummers uit de boot gevallen, om uiteenlopende redenen. Neem nu Ik hou van u: voor veel mensen zal Noordkaap altijd ‘die groep van dat walske‘ zijn, maar van dat nummer bestaan al drie versies. Dus voor al uw bruiloften en partijen: gelieve u daartoe te wenden. (Lacht). Nog een nummer dat de shortlist niet heeft gehaald, is Arme Joe. Ik had er een miljoen opmerkingen over, maar kreeg er geen nieuwe wind in geblazen. Tot vorige week op de repetitie: ik wilde het nummer nog eens proberen omdat ik het graag in onze liveset wil. ‘Vanuit de bas’, gooi ik in de groep, ‘want daar zit een probleem.’ Waarop Mirko Banovic out of the fucking blue met een compleet nieuwe baslijn op de proppen komt. Pure Led Zeppelin! In nauwelijks vijf minuten hadden we een nieuwe versie van Arme Joe. Helaas een maand te laat om nog op de plaat te kunnen.

Je hebt sommige liedjes best wel grondig door elkaar geschud: in ‘Een heel klein beetje oorlog’ is zelfs de pianomelodie weggeknipt. Ik voelde fantoompijn.

Meuris: Ja-ja-ja-ja-ja, dat is het helemaal! Je voelt dat die piano ontbreekt en je begint hem vanzelf mee te fluiten. De kracht van de suggestie: ik vind dat juist schoon! Waar ik óók met de botte bijl ben doorgegaan: refreinen. Ik heb een tijd de onhebbelijke gewoonte gehad om elk refrein vier keer na elkaar te zingen. Twee keer vind ik nu wel volstaan.

Heb je erbij stilgestaan dat die nieuwe versies moeten opboksen tegen versies die soms al vijftien of twintig jaar in het collectieve geheugen staan gegrift?

Meuris: Ja, zij het niet te lang. (Lacht). Het is een beetje alsof Luc Tuymans zou zeggen: ‘ Goh, toch een beetje veel blauw gebruikt de laatste twintig jaar. Misschien moet ik er maar eens wat rood bij kletsen.’ Ik weet dat het een arrogante move is tegenover de fans, maar ik ben er echt van overtuigd dat de nieuwe versies beter zijn. Al was het maar omdat ze in betere omstandigheden zijn opgenomen.

Hoeveel tijd wij met Noordkaap niet verspild hebben aan technische problemen! Je wilt niet weten hoe vaak we te maken hadden met een technicus die er tien dagen over deed om te achterhalen welk kabeltje er precies kortsluiting gaf of op welk kanaal van zijn mengpaneel er eigenlijk ruis zat. Sorry, maar in die tien dagen hadden we een hele plaat kunnen opnemen. En dan zwijg ik nog over contraire muzikanten. Ik heb drummers gekend die me tijdens de opnames doodernstig kwamen vertellen dat ze de klank van die ene hi-hat over twee weken wel in orde zouden krijgen. Dan denk ik: ‘Wát? Sinds wanneer zijn wij Pink Floyd?’

Wat zou jij ervan vinden als Bruce Springsteen morgen beslist om ‘Born To Run’ nog eens over te doen?

Meuris: Dat is een smerige vraag, want daar noem je een van mijn favoriete platen aller tijden.

Dat zijn sommige van jouw platen voor je fans óók.

Meuris: Oké, ik begrijp de vergelijking. Natuurlijk ben ik me bewust van de valstrik die wijd opengesperd klaarligt. Heel veel mensen, ook journalisten, zullen de originele versies al bij voorbaat beter vinden. Recensenten hebben er geloof ik zelfs een functieknop voor op hun computer staan. F7: ‘Vroeger was het beter.’ (Lacht)

Ik weet ook wel dat het format van Spectrum moeilijk uit te leggen valt, laat staan te verkopen. Net daarom heb ik voor het eerst in mijn leven een vergadering belegd met de REP’s van mijn platenfirma: de representatives, de jongens en meisjes die mijn plaat naar de platenwinkels brengen. Ik besefte plots dat zij met een probleem geconfronteerd gaan worden. De kans is groot dat de inkopers Spectrum voor een verzamelaar zullen aanzien. Maar dat is het zeer zeker niet, en dat wilde ik die REP’s toch even uitleggen. Spectrum is een director’s cut. En ik weet niet hoe het met de gemiddelde Noordkaap- of Monzafan zit, maar ik ben best wel een sucker voor director’s cuts. Ik ben in staat om pakweg Close Encounters of the Third Kind van Spielberg, een film die ik wellicht al drie keer heb, nóg een keer te kopen omdat de nieuwe versie iets meer kleur bevat. (Lacht) Ik ben wat dat betreft de gemakkelijkste consument ter wereld.

FLOPPUNT

Je bent van haast geen enkel nummer op ‘Spectrum’ de exclusieve auteur. Heb je aan de betrokken auteurs/muzikanten hun toestemming gevraagd?

Meuris: Om eerlijk te zijn: neen. Iedereen weet dat ik zowel bij Noordkaap als bij Monza ‘maar’ de dirigent was, maar het waren evengoed mijn groepen. Ik heb vorige zomer wél gebeld naar Lars Van Bambost (gitarist van Noordkaap; nvdr.) om hem te vragen om Spectrum met z’n tweeën op te nemen. Hij zag dat niet zitten. ‘Wel een goed idee,’ zei hij, ‘maar jij moet dat doen.’ En uiteraard ben ik dan het soort naïeve enthousiasteling dat op commando met twee voeten tegelijk in dat project springt. Mocht ik een voetballer zijn, dan was ik diegene tegen wie de trainer zou zeggen: ‘Meuris, gij zijt de spits, gij moet altijd recht naar voor lopen.’ Terwijl hij tegen de tien anderen zegt: ‘Laat die Meuris maar gaan, goeie afleiding voor de tegenstander.’ (Lacht) Ik ben een domme kracht, heel makkelijk het bos in te sturen.

Voelden de opnames van ‘Spectrum’ dan niet aan als overspel?

Meuris: Kijk, ik ben op mijn hoede voor de reacties van de muzikanten die de nummers mee hebben geschreven. Maar ik had geen zin om alle ex-groepsleden van hun net afbetaalde terras te plukken en hen met geweld nog eens hun instrument in de handen te duwen. Financieel hebben ze niet te klagen: dankzij hun auteursrechten levert deze plaat hen extra inkomsten op. Eigenlijk ben ik zélf de grote klojo, want ik heb een smak geld in deze plaat geïnvesteerd. Ik las vandaag in de krant dat EMI 444 miljoen euro moet zien te vinden. Wel, van mij hebben ze al 10.000 euro gekregen. Dat geld zal ik wellicht nooit terugzien, want ik koester heus niet de illusie dat Spectrum een million seller wordt – zeker niet in deze tijden. Geloof me: het gaat helemaal niet slecht met de platenverkoop, er ís gewoon geen platenverkoop meer.

Tijdens dit gesprek is er misschien niet één plaat verkocht. Dat is de realiteit. Wij denken dat het nog meevalt omdat de meneer van de top 40 elke week fictieve cijfers invoert en wat plaatjes op- en neerschuift. ‘Even kijken: laten we deze week eens Tom Dice op één zetten.’ Of: ‘Treurig toch wat er gebeurd is in Haïti, laten we dat liedje van Natalia en Gabriel Rios op één zetten.’ Zo werkt het, hoor. Het is erg om te zeggen, maar op dit moment zijn de Belgische filialen van de grote platenmaatschappijen niet meer dan veredelde taxibedrijven. Ze gaan de grote Amerikaanse sterren die hier komen optreden afhalen op de luchthaven, voeren hen naar Vorst Nationaal of het Sportpaleis en leveren hen achteraf weer netjes in Zaventem af.

Ik voel een monoloog over de platenindustrie aankomen.

Meuris: Juist! (Lacht) Het mooie aan die hele crisis is: als er geen geld meer aan te verdienen valt, kan het eindelijk weer gewoon over de muziek gaan. Ik vind dat je dat begint te merken. Na een paar magere jaren wordt er weer enorm veel geweldige muziek gemaakt in ons land. The Van Jets: wat een beest van een plaat hebben die gemaakt! Beseffen die dat zélf wel? Dez Mona: wereldberoemd geweest als ze uit IJsland kwamen. Customs: fantastische band met een plaat waarop zeker zes singles staan. Zelfs The Black Box Revelation, wat puur muzikaal eigenlijk mijn ding niet is, vind ik een beresterke groep.

(Windt zich op) Maar kunnen we alstublieft ophouden over die eeuwige verovering der buitenlanden? Als ik weer verhalen hoor over een Belgische groep die het aan het maken is in een of ander buitenland, proest ik het uit. Behalve dEUS en Soulwax – en natuurlijk Arno in de Franstalige gebieden – heeft niet één Belgische groep iets wezenlijks betekend in het buitenland, en daar is ook geen schande aan.

(Windt zich nog meer op) Waar ik het van op mijn tieten krijg, zijn de elfendertig instanties die de voorbije jaren in het leven zijn geroepen om al die groepjes over de landsgrenzen te katapulteren. Geldverspilling! ‘Ja maar,’ hoor ik dan, ‘al die instellingen zijn nu geïntegreerd en gecentraliseerd zodat ze efficiënter en nog krachtdadiger kunnen werken.’ Waarom krijg ik dan elke week een paar tientallen folders en brochures in de bus van de vele verschillende Poppunten en Floppunten van dit land? En waarom word ik in elke backstage bedolven onder naamkaartjes waarop steeds weer een andere instantie prijkt? Fuck off allemaal! Hou toch op!

(Begint rood aan te lopen) En zwijg me van de promotors die net ‘een gunstig gesprek’ hebben gehad met een promotor in Toronto. Want die promotor in Toronto zegt daar net hetzelfde over zijn gunstige gesprek met een promotor in België. Allemaal om de illusie in stand te houden dat we geweldig goed bezig zijn, mijnheer! Maar wat levert het op? Niets!

Het is niet omdat je een busje inlegt naar Eurosonic in Groningen en daar foldertjes en mooi verpakte dvd’tjes uitdeelt, dat onze groepen plots de wereld gaan veroveren. Behalve het status-quo bereik je daar niets mee. Kijk, ik ben hun vriend niet, ik word allang niet meer uitgenodigd – en het maakt me ook niet uit – maar ik vind het echt niet meer oké: die Pop- en Floppunten zijn een vermorsing van middelen. Op een paar duizend Limburgse euro’s na heb ik zelf nog nooit gebruik gemaakt van subsidies: niet voor een cd, niet voor een videoclip, niet voor een podiumdecor.

(Hapt naar adem) Waar ze tegenwoordig allemaal subsidies tegenaan gooien! Nu halen ze zelfs centen boven om Belgische groepen op tournee te sturen met een of andere Zweedse groep die het óók nooit gaat maken, en betalen ze dus vlotjes 1500 euro opdat de groep zou mógen optreden. Pure pay-to-play. En om de lezersbrieven voor te zijn: mijn kritiek heeft niets met provincialisme te maken. Van mij mag elke Belgische groep wereldberoemd worden, er zijn er genoeg die het verdienen. Maar mag het alstublieft weer gewoon over de muziek gaan?

SPECTRUM

Op 2/4 uit bij EMI

Door Vincent Byloo

‘Geloof me: het gaat helemaal niet slecht met de platenverkoop. Er ís gewoon geen platenverkoop meer.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content