Voor zijn eerste programma sinds hij bij Woestijnvis wegging, trok Bart De Pauw naar de Ardennen, samen met zeven koppels en tweeëndertig kinderen. En samen met actrice Tine Embrechts, die met De Kinderpuzzel haar vuurdoop als presentatrice beleeft. ‘We hebben drie weken keihard moeten werken, en ze heeft geen enkele keer gezaagd.’ ‘En pas op, ik kan zagen hoor!’

Om maar meteen de olifant uit de kamer te jagen: ja, De Kinderpuzzel doet aan De Mol denken. De groots opgezette, spectaculaire opdrachten met helikopters of terreinbuggy’s, het spelconcept waarin misleiding een centrale rol speelt, de filmische locaties, ze roepen allemaal herinneringen op aan het realityprogramma van Woestijnvis. Maar is dat erg? Sinds De Mol in 2003 voorgoed ondergronds ging, zijn er al veel epigonen opgestaan en die staken over het algemeen maar heel bleekjes af tegenover het origineel. Toen we bij de persvoorstelling van De Kinderpuzzel een aflevering te zien kregen, hadden we tenminste het gevoel dat dit programma wel op hetzelfde niveau zal spelen.

De zeven ouderparen die deelnemen aan De Kinderpuzzel – het eerste programma van Bart De Pauw sinds hij vorig jaar opstapte bij Woestijnvis om zijn eigen productiehuis Koeken Troef op te richten – moeten niet op zoek naar een saboteur, maar krijgen de taak om te bepalen welke kinderen uit een groep van tweeëndertig er bij welke vader en moeder horen. Iedere opdracht spelen ze samen met enkele jongens en meisjes, en zo kunnen ze proberen te weten te komen hoe de vork in de steel zit. Klein detail: in de groep van tweeëndertig kinderen zitten niet alleen de zonen en dochters van de deelnemers, maar ook achttien ‘wezen’, die vooral verwarring moeten stichten. Het resultaat is een spectaculair realityprogramma, waarin je merkt dat er langer dan een kwartier over de opdrachten is nagedacht en waarin de kandidaten eens niet zo snel mogelijk ruzie moeten krijgen, maar gewoon zichzelf mogen blijven.

Stond je niet huiverachtig tegenover zo’n grote productie, zeker als eerste programma van Koeken Troef?

Bart De Pauw: Neen, ik maak ondertussen al lang genoeg tv om dat aan te durven. Ik had ook geweldig veel zin om dit te doen. Mijn uitgangspunt is altijd: als je dan toch een jaar met een project bezig bent, kun je beter iets nemen waardoor je geboeid blijft. We hadden een vijftal voorstellen ingediend bij de VRT, maar dit beet mij het hardst.

Wanneer ben jij erbij betrokken geraakt, Tine?

Tine Embrechts: Een klein jaar geleden, in maart of april, toen Bart mij belde.

De Pauw: Ik besefte vrij snel dat ik dit niet alleen kon presenteren, omdat je met twee groepen zit aan wie je de opdrachten moet uitleggen. Ik had iemand nodig die een deel van het werk op zich nam, die begreep waarmee we bezig waren én die alles kon relativeren. Dat was belangrijk. We hebben in De Kinderpuzzel een beetje afstand genomen van de presentatiestijl waar De Mol school in gemaakt heeft, waarbij de presentator wijdbeens en met gekruiste armen de opdrachten uitlegt aan de kandidaten, als een doorgeefluik tussen de goden die het allemaal bedacht hebben en de stervelingen die het moeten uitvoeren. Dit is een programma met kinderen, het moest allemaal veel lichter. Ik had iemand nodig die het speelser aanpakte, en zo kwam ik bij Tine uit, iemand met gevoel voor humor van wie ik een grote fan ben. Ik wilde altijd al iets met haar doen, en samen op vakantie gaan, behoorde niet tot de mogelijkheden. (Lacht)

Heeft hij veel moeite moeten doen?

Embrechts: Niet echt. Ik was vooral verbaasd toen Bart mij belde, omdat wij elkaar niet echt kenden én omdat hij mij vroeg om te presenteren. Mijn eerste reactie was: Kan ik dat? En wil ik dat ook? Maar Bart sprak met zoveel gedrevenheid over het programma en hij maakte me zo nieuwsgierig, dat ik tegen het einde van ons gesprek toegestemd heb. Ik moest er niet meer over nadenken, en ik wílde er ook niet meer over nadenken.

Had je moeite om je draai te vinden?

Embrechts: Ook daar heb ik niet te veel over nagedacht. Voor mij was alles nieuw, de mensen van de ploeg, het presenteren, het soort programma… Als ik er te lang bij had stilgestaan, was ik waarschijnlijk weggelopen.

Een tv-studio kan indrukwekkend zijn, maar op een Ardense heuvel staan terwijl er drie helikopters overvliegen, daar moet je toch helemaal zenuwachtig van worden?

Embrechts: Dat hielp mij eigenlijk: ik denk dat ik het moeilijker had gehad in een studio met spots op mijn gezicht. Ik heb er geweldig van genoten. Ik voel me nog altijd geen presentatrice en ik heb ook geen ambitie om dat te worden, maar voor dit soort programma’s mogen ze me altijd vragen. (Lacht)

Bart is ‘een maniakale perfectionist’, zoals Erik Van Looy ooit zei. Heeft hij er de zweep op gelegd?

Embrechts: Neen, maar je voelde wel dat het programma helemaal in zijn lijf zat. En een van zijn talenten is dat hij die honderd man – ouders, kinderen, medewerkers – kan motiveren om helemaal tot het uiterste te gaan. Zijn gedrevenheid straalt af op de hele groep. Ik moet toegeven dat het veel intensiever was dan ik verwacht had, maar dat vond ik niet erg. Ik wilde er zoveel mogelijk bij betrokken worden, en Bart heeft mij het vertrouwen gegeven om dingen te doen die ik niet per se had moeten doen, zoals meehelpen bij de interviews met de ouders. Als je meedoet, kun je er maar beter helemaal voor gaan.

De Pauw: Het was soms heavy. Je moet de buit binnenhalen hé? Eigenlijk heb je één take van drie weken, wat betekent dat je voor een aflevering van vijftig minuten twee dagen kunt opnemen. Dat is niet min. Je bereidt alles zo goed mogelijk voor, maar als één iemand een halfuur te laat komt met fietsjes voor een spel, zorgt dat voor een cascade van vertragingen. We moesten er ook voor zorgen dat de kinderen op tijd in bed lagen. Maar als zij sliepen, begon het vaak nog maar voor ons: de interviews met de ouders, de voorbereiding voor de volgende dag… Ik denk dat we daar gemiddeld toch maar vier à vijf uur geslapen hebben. Mijn buikgevoel zei me vooraf dat Tine iemand was op wie ik kon vertrouwen, met wie ik rug aan rug kon staan, en ik heb mij daar niet in vergist. We hebben drie weken heel intens samengewerkt, en ze heeft geen enkele keer gezaagd.

Embrechts: En pas op, ik kan zagen hoor! (Lacht)

In Hollywood is de stelregel: ‘Never work with children or animals’, want die hebben de neiging om niet te doen wat je vraagt.

De Pauw: Ik kan me voorstellen dat beesten en kinderen lastig kunnen zijn als je ze in één frame moet krijgen, maar wij creëerden gewoon de context waarin de kinderen zich konden bewegen. Ze waren eigenlijk drie weken op zomerkamp. Ze konden raften, grotten bezoeken en een rivier afvaren. Kortom: ze hebben zich rot geamuseerd. Tussendoor moesten ze af en toe eens mee een opdracht gaan uitvoeren en dan zei ik: ‘Kinderen, denk aan wat we afgesproken hebben, rammel er maar eens goed mee!’ Voor hen bleef het altijd een spel, daar hebben we ook constant op gehamerd. Ze moesten zichzelf blijven.

Embrechts: Het programma wordt ook net mooier doordat die kinderen zichzelf kunnen zijn en er soms argeloos dingen uitflappen.

De Pauw: Dat is een deel van het spel. Als een kind zich verspreekt, kunnen de andere kandidaten daar hun voordeel mee doen. We hadden ook gezegd tegen de kinderen: je kunt een heel nieuwe identiteit aannemen en allerlei verhalen verzinnen. Maar: hoe meer je liegt, hoe meer je moet onthouden.

Embrechts: En toch had je kinderen die hele nepfamilies verzonnen om de kandidaten te misleiden.

Of die met een heel ander accent begonnen te praten, las ik in de perstekst.

De Pauw: Ja, het liep heel hard uiteen. Er waren er die niets deden en er waren kinderen die een ander dialect begonnen te gebruiken. Ik vond dat heel fascinerend. Een van de moeders vroeg bijvoorbeeld aan een kind: ‘Allez, gij zijt hier nu al zolang, vanwaar zijde gij? Ge moogt mij dat zeggen.’ En dan zei die kleine: ‘Ik ben van China.’ En die andere kinderen stonden dan te gieren van het lachen, die vonden dat geweldig.

Het kwam er voor de kandidaten eigenlijk op neer om de andere koppels zo goed mogelijk te leren kennen, en zo de link met de kinderen te leggen. Nu goed, het spel werd ook niet echt hard gespeeld. Sommige realityprogramma’s hebben nood aan mensen die twee stenen kunnen laten vechten, maar wij hebben deelnemers gecast die alles konden relativeren. Tijdens het spel mag je je wel eens opwinden, maar als je verliest, moet je je daar overheen kunnen zetten. Het geld of de wereldreis vonden de kandidaten ook niet zo belangrijk, ze wilden vooral zo lang mogelijk blijven. Als alle andere koppels jou en je kinderen aan elkaar linkten, moest je het spel verlaten, en daar was iedereen bang voor. Omdat de deelnemers zoveel mogelijk wilden meemaken en vooral omdat ze wisten dat hun kinderen zich amuseerden.

Werden jullie na een tijdje een soort surrogaatouders voor die kinderen?

Embrechts: Ik denk dat de begeleiders in de eerste plaats de schouder waren om op uit te huilen, maar we hebben wel een band gekregen. Vorige week ben ik nog een gezin tegengekomen en die moeder zei: ‘Als ze over jullie spreken, dan hebben ze het echt over de tv-mama en de tv-papa.’ Daar kan ik wel mee leven. (Lacht)

De Pauw: De kinderen konden ook te allen tijde naar huis, als er een familielid was gestorven of zo. Bij één meisje was de grootmoeder overleden de week voor ze vertrok, en dat kind zag daar wel van af. Dus zeiden we tegen de psycholoog: ‘Praat ermee, en als het niet gaat, mag ze naar huis.’ Je kunt daar geen mensen tegen hun zin houden, dat soort spel is het niet.

Ten tijde van ‘Loft’ zei je in dit tijdschrift: ‘Ik heb het gevoel dat ik een nieuw tijdperk ben begonnen, dat ik op de een of andere manier volwassener geworden ben. Dat merk ik ook aan de dingen waarop ik nu aan het broeden ben.’ Zie je dat ook in ‘De Kinderpuzzel’?

De Pauw: Ik denk toch niet dat ik dit tien jaar geleden had kunnen maken. Het is voor mij nu gemakkelijker om met kinderen samen te werken omdat ik zelf vader ben. Ik zal hen bijvoorbeeld nooit op een kinderlijke manier aanspreken, alsof ze vreemde buitenaardse wezens zijn. Wat ik met die uitspraak vooral bedoelde, is dat het tijdperk van de pruiken en snorren voor mij een beetje afgesloten is. Al moet ik opletten wat ik zeg, want als ik ooit nog eens een pruik opzet, word ik daar dan mee geconfronteerd. (Lacht) Ik maak drie soorten tv-programma’s: shows zoals Schalkse Ruiters en Mannen op de Rand, fictie zoals Buiten De Zone en Het Geslacht De Pauw, of iets filmisch als De Mol en De Kinderpuzzel. En ik vind het geweldig om daartussen af te wisselen. Wat niet betekent dat ik niet ooit eens een documentaire kan maken over exotische eilanden in de Stille Zuidzee. (Lacht) Kom jij dan ook mee presenteren, Tine?

Embrechts: Absoluut. ( Lacht)

Tot slot: ben je de vergelijking tussen ‘De Mol’ en ‘De Kinderpuzzel’ nog niet beu?

De Pauw: Neen, omdat ik vind dat er meer verschillen dan overeenkomsten zijn. Oké, er moeten opdrachten uitgevoerd worden en net als bij De Mol hangt er boven de opdrachten een hogere dynamiek – de vraag bij welke ouders de kinderen horen. Voor de rest zijn de opdrachten echter totaal anders van sfeer. Bij De Mol verzon je dingen die fout konden lopen, hier moesten we op zoek gaan naar opdrachten waarin kinderen de hoofdrol kunnen spelen. Er zijn weinig opdrachten uit De Kinderpuzzel die we ook in De Mol hadden kunnen gebruiken. Als de reeks loopt, zal ze wel haar eigen karakter krijgen, daar ben ik zeker van.

De Kinderpuzzel

Zondag 21/2, 20.25 – één

Door Stefaan Werbrouck

Bart

‘Wij hebben geen mensen gecast die twee stenen kunnen doen vechten, wel kandidaten die alles kunnen relativeren.’

Tine

‘Sommige kinderen spreken nu over ons als hun tv-mama en tv-papa. Daar kan ik wel mee leven.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content