HET VERHAAL ACHTER DE BESTE TV-FORMAT VAN HET JAAR

De beste Belgische tv-format sinds Wat als? is bedacht door een student van twintig. In zijn badkuip.

JANUARI 2013 De 21-jarige Kamiel De Bruyne, een derdejaarsstudent aan het RITCS in Brussel, moet voor een schoolopdracht vijf fictieve tv-formats bedenken.

KAMIEL DE BRUYNE: Twee dagen voor de deadline realiseerde ik me dat het misschien wel tijd werd om eraan te beginnen. Ik zat bij mijn lief thuis. De enige plek waar ik rustig alleen kon zijn, was de badkamer, en dus ben ik met een pak post-its en een pen in bad gekropen om na te denken. Sowieso wist ik dat ik iets met verborgen camera wilde doen, zij het dan niet de klassieke candid camera waarin je je valse snor aftrekt en wijst waar de camera staat. Het moest iets meer zijn. Ik was grote fan van Impractical Jokers, de originele format van Foute vrienden, en de groots opgezette verborgencamerastunts van Derren Brown voor Channel 4. Niet lang daarvoor had ik ook The Truman Show nog eens herbekeken, de film waarin Jim Carrey ontdekt dat zijn hele leven een realityshow is. Wat als dat echt is? Wat als de vrouw die je net op straat bent tegengekomen gecued is door een regisseur om de hoek? Wat als alle toevalligheden in je leven geen toeval zijn? Die denkpiste fascineerde me. Toen ik uit bad kwam, had ik vijf ideetjes, waarvan Sorry voor alles er één was. Hier vloekt men niet was de werktitel, een verwijzing naar de ‘God ziet u’-bordjes. Maar verder leek het al behoorlijk hard op het programma zoals het nu is. De format was om iemand dertig dagen te volgen en daarna een quiz in verschillende rondes te spelen over die maand.

VINCENT ROUFFAER (DOCENT AAN HET RITCS): Ik heb hem onmiddellijk gezegd dat hij die vier andere ideeën mocht laten vallen en daarop verder moest werken. ‘Als je erin slaagt om dat programma te maken, heb je een bom’, zei ik. Zelfs in een paar zinnen was al duidelijk dat dit een geweldige format was. Kamiel heeft dan een paar maanden verder aan het idee gesleuteld. Op het einde van het academiejaar heeft hij voor een jury een uitgebreide pitch gebracht.

DE BRUYNE: Ik heb die originele pitch toevallig nog eens teruggezien. Ik omschreef de format toen als een zondagavondprogramma op één, in zeven afleveringen en met Adriaan Van den Hoof als presentator. Blijkbaar zag ik het meteen al groots. (lacht)

ROUFFAER: Het straffe was: tijdens zijn presentatie bleek dat hij enkele leden van de jury met een verborgen camera gevolgd had. Bij één docent had hij stiekem een hoop spullen in zijn huis laten smokkelen door twee scoutsmeisjes. Voor mij had hij posters opgehangen in het schoolgebouw met een nummer dat ik moest bellen – hij had ook een valse telefoonlijn opgezet. Ik had die affiches volledig gemist, maar het had meteen iets spannend: wat als mij dit zou overkomen, hoe zou ik dan reageren?

DE BRUYNE: Voor het eindwerk in het vierde jaar moesten we een proefaflevering maken. Mijn docenten drongen er hard op aan om dat met Hier vloekt men niet te proberen. Iedereen zei hetzelfde: je moet het nu doen, later ga je nooit meer de tijd en de vrijheid hebben om dit uit te werken. Ze hadden gelijk: de format bedenken is één ding, er een programma van maken een ander. Een van de grootste problemen was meteen al het eerste wat ik moest doen: hoe vind je iemand voor een programma waarvan je niet mag weten dat je erin meedoet? Uiteindelijk vatte ik het plan op een casting te organiseren voor een fake programma. Ik op tv heette dat. Een valse persoonlijkheidsquiz, wat me het excuus gaf voor een lang voorgesprek, waarin de kandidaten over zichzelf vertelden. Er werd hen ook gevraagd om de contactgegevens van hun twee beste vrienden en vriendinnen. Ik geloof dat er vijftien kandidaten op af zijn gekomen, die we achteraf allemaal netjes hebben laten weten dat ze spijtig genoeg niet geselecteerd waren. Eén kandidate was in alle geheim weerhouden, maar dan voor Hier vloekt men niet. Vervolgens hebben we haar een maand met verborgen camera’s gevolgd en haar leven gemanipuleerd, om haar ten slotte met een smoes naar een kerk in Mechelen te lokken voor de finaleshow. Peter Van de Veire presenteerde die. Ik had ooit nog een workshop van hem gehad en het klikte meteen, vandaar.

PETER VAN DE VEIRE: Op een dag kreeg ik een mail van hem met een paar zinnen uitleg. ‘Het wordt The Truman Show in het echt. Iemands leven in een beeldbuis. Zin om te presenteren?’ Meer had ik niet nodig om door te hebben dat het een behoorlijk fantastisch idee was. Alleen: ik geloofde niet meteen dat het ook echt zou lukken. Kamiels gedrevenheid – het was me al lang duidelijk dat hij geen gewone student was – heeft me over de streep getrokken.

Tijdens die show bleek al snel dat de format wel degelijk werkte. Dat meisje wandelde binnen en viel van de ene verbazing in de andere. Ik herinner me dat de badmintonclub waar ze al een maand lid van was niet bestond. Alle andere leden waren acteurs. De zaal was gehuurd door Kamiel. De man van wie ze les kreeg, was geen badmintonleraar – hij kon zelfs niet bijzonder goed badmintonnen. Zonder het te beseffen was haar leven ook een week lang een soort Groundhog Day geweest. Elke ochtend wanneer ze haar deur uit kwam om naar haar werk te gaan, liep dezelfde vrouw langs die haar goeiemorgen wenste, passeerde vervolgens dezelfde fietser en dezelfde auto, waarbij ook nog eens hetzelfde nummer door de autoruit klonk. En een stukje verder vroeg elke ochtend iemand haar de weg. Stuk voor stuk goede tv-fragmenten. Dat hele programma had zo op de zondagavond van één gekund. Heel erg straf voor een studentenproject.

DE BRUYNE: Uiteindelijk kreeg ik een 14 of een 15 voor mijn eindwerk. Ik weet nog dat ik dacht: ‘Mwa, dat had gerust wat meer mogen zijn.’ (lacht) Die hele proefaflevering had me 6000 euro gekost, wat heel erg goed meeviel voor een eindwerk, maar een jaar lang had ik geen leven gehad. Belachelijk veel werk, als ik er nu op terugkijk. Maar het heeft wel gewerkt: zonder die twee jaar in alle vrijheid werken zou Sorry voor alles er allicht nooit gekomen zijn. Het is geen programma dat je naast je dagjob kunt ontwikkelen.

JULI 2014 De VRT hoort van het eindwerk van De Bruyne en nodigt hem uit om de format te komen pitchen.

DE BRUYNE: Een beetje onwezenlijk. Ik was 22, net afgestudeerd en mocht meteen mijn eindwerk komen presenteren bij de VRT. Een snotaap met een laptop onder de arm voor een zaal creative directors. Nu, ze waren wel net iets minder enthousiast dan ik verwacht had. Na mijn presentatie hadden ze vooral heel veel bedenkingen. Mag dit wel? Gaat dit niet te duur zijn? Is het niet te moeilijk om te maken? Wist ik veel: ik had gewoon een ideetje in bad gehad.

OLIVIER GORIS (NETMANAGER ÉÉN): Ik was nog niet betrokken bij die eerste pitches, maar ik was wel meteen verkocht toen ik uiteindelijk het format zag. Kamiel was niet de eerste om een Truman Show-achtige format te presenteren, maar je voelde dat zijn idee iets speciaals was. Alleen bleef het een groot risico. Het was een programma dat veel tijd, geld en moeite kostte zonder dat je wist of er ooit iets van kwam. Als de kandidaat na afloop zegt: ‘Heel leuk, maar ik wil niet dat dit wordt uitgezonden’, heb je als maker geen poot om op te staan. Ik denk niet dat de VRT al ooit een programma had goedgekeurd waarvan ze niet op voorhand wisten of ze de beelden daadwerkelijk zouden mogen gebruiken. Misschien daarom dat er aanvankelijk nogal hard op de problemen werd gefocust.

DE BRUYNE: Een jaar lang leek het alsof het zou blijven steken in losse brainstorms en meetings. Ik begon al te vrezen dat het programma een stille dood zou sterven. Uiteindelijk is het stom toeval dat het er toch van gekomen is. Op12, het derde kanaal van de VRT, bestond toen nog en had een slot waarin ze eindwerken van studenten uitzonden. Ik had Hier vloekt men niet ingestuurd – het leek me wel cool als mijn eindwerk op tv kwam. Ik had er al flink wat reclame voor gemaakt op op Facebook, mijn familie en vrienden hadden hun digicorder al geprogrammeerd. Maar de avond voor de uitzending kreeg ik plots telefoon van de adjunct-netmanager van één. Ze gingen het niet uitzenden, ze wilden de format geheimhouden. Iemand van Op12 had de aflevering naar het netmanagement doorgestuurd, waarna ze alsnog beslist hadden een pilot te bestellen. Fantastisch nieuws, alleen mocht niemand weten dat we ermee bezig waren. Ik herinner me nog dat mijn vrienden vroegen waarom het niet was uitgezonden. ‘Ach ja, de VRT, hè.’

GORIS: Die pilot – nooit uitgezonden, overigens – is wat één uiteindelijk over de streep heeft getrokken. Fantastische televisie. Je merkte dat de castingtruc van Kamiel werkte. Zodra de slotshow erop zat, was de kandidate oprecht blij met wat haar overkomen was. Op een rare manier was de originele format tot een soort feelgoodtelevisie uitgegroeid. Later is dat ook gebleken: zowat elke aflevering is geëindigd in een soort familiefeest. De kandidaten waren niet het slachtoffer van de verborgen camera, maar de held in hun eigen show – zonder het te weten dan. Toen we dat zagen, was het duidelijk. Hoe het ook zou uitpakken, we moesten het risico lopen.

DE BRUYNE: Bijna was die pilot trouwens mislukt. De kandidate gaf les aan de hogeschool – ik ben zelf nog vier weken haar colleges gaan volgen om zo camera’s binnen te smokkelen – maar voor een van haar lessen daagde ze plots niet op. Na het academische kwartier waren we met de hele ploeg de camera’s aan het inladen, toen ze uit het niets plots de parking op liep – net langs onze auto, waar we met de hele ploeg en alle materiaal voor stonden. Ik riep nog ‘Bukken! Nu!’ naar onze cameraman, maar ze stapte ons gewoon voorbij. Logisch ook, als je erover nadenkt. Als je niks vermoedt, heb je ook geen reden om iets verdacht te vinden. En er is niemand die denkt dat ze een maand lang door een cameraploeg gevolgd worden.

OKTOBER 2015 Sorry voor alles krijgt in het grootste geheim een definitieve go voor zeven afleveringen, gepresenteerd door Adriaan Van den Hoof. Voor de productie werkt de VRT samen met Warner Bros., het voormalige Eyeworks, en krijgt De Bruyne de hulp van tien andere makers, onder wie een aantal oudgedienden van Café Corsari.

ELLEN VANHOVE (EINDREDACTEUR): Het begin van acht maanden zonder sociaal leven. Een pilot maken was al veel werk gebleken, zeven volledige afleveringen draaien was ronduit waanzinnig. Een ploeg van elf mensen is ook behoorlijk weinig voor een tv-programma met de ambitie van Sorry voor alles. Maar omdat iedereen zo hard in de format geloofde, hebben we ons met de hele redactie dubbel geplooid. Iedereen deed alles. We hebben allemaal een rolletje gehad in een of ander filmpje, we hebben allemaal op een bepaald moment wel camera en geluid gedaan.

VAN DE VEIRE: Het was een maniakale ploeg. Door omstandigheden heb ik Sorry voor alles uiteindelijk niet kunnen presenteren – laat ons zeggen dat ik dat érg spijtig vond – maar ik heb een gastrol in de derde aflevering, waarin ik bij de kandidaat thuis stiekem radio ging maken. Toen werd me duidelijk dat dit geen gewone tv-makers waren. Ik denk dat ze 40 uur op 24 met Sorry voor alles bezig waren. Je merkt ook dat het de YouTube-generatie is, jonge gasten die tv maken met GoPro-camera’s en gsm’s en veel lef. Vijftien jaar geleden was dit onbetaalbaar geweest. Alleen al door de kosten voor camera’s en cameramannen.

GORIS: Maniakaal is wel het juiste woord. Blind vooruit en gaan. Ik heb destijds onder Mark Uytterhoeven meegewerkt aan Alles kan beter: daar deed Sorry voor alles qua werkwijze aan denken. Blijven sleutelen tot het goed zit. Ook als het twee uur ’s nachts is.

DE BRUYNE: Na afloop van de opnames had ik alleen al tachtig dagen recup uitstaan. Dat zegt alles.

VANHOVE: En dan hebben we niet eens al onze overuren geteld. Uren en uren hebben we wachtend in busjes en kelders gespendeerd. Niemand durfde die allemaal door te geven aan de VRT. (lacht)

DE BRUYNE: Op televisie ziet het er allemaal vrij simpel uit, maar de praktische kant van de zaak was vaak heel moeilijk. Voortdurend was het zoeken naar oplossingen. Neem nu dat stuk in de tweede aflevering waarin we Tobias in de bioscoop filmen. Op zich lijkt dat simpel, maar je hebt op voorhand geen idee waar in de zaal hij gaat zitten. Wat ook betekent dat je geen idee hebt waar je je microfoons moet verstoppen. Uiteindelijk is de geluidsman twee rijen achter hem gaan zitten, de benen languit op de stoel voor hem met een microfoon in zijn broekspijpen, om zo de gesprekken te kunnen perchen. Dat soort oplossingen moesten we voor elk filmpje bedenken. Na een tijdje reden we in een camionette rond met achterin een volledig arsenaal aan lantaarns, koffiedozen en broodmandjes waar we camera’s en microfoons in konden verstoppen. Ter info: op straat werkt afval het beste om een camera in te verstoppen. Niemand die op straat omkijkt naar een leeg blikje Cola Zero, zo hebben we ontdekt.

VANHOVE: Allemaal hadden we ook de neiging ons te verliezen in de geloofwaardigheid van onze leugens. Dat ging ook niet anders. Als je een fake boek lanceert dat Het waterdichte weetjesboek heet, moet je ook een site maken, mocht de kandidaat dat boek om de een of andere reden gaan googelen. Als je verzint dat de vriendin van de kandidaat een huwelijksaanzoek krijgt in Cap Blanc Nez, moet je ook een beeld van dat aanzoek fotoshoppen, zodat ze dat op Instagram kan zetten, en ervoor zorgen dat die twee elkaar drie dagen niet tegenkomen. Hoe geloofwaardiger de leugen is, hoe kleiner de kans dat je door de mand valt. Alleen: soms liep dat wat uit de hand. In de eerste aflevering ging Ann-Sophie de bruid helpen om een bruidskleed te kiezen. Alleen al voor dat stukje hebben we een fake bruidswinkel moeten inrichten, een fake website opzetten voor de fake bruidswinkel en een fake reply form voor de fake website van de fake bruidswinkel. Die we dan ook nog eens een week in de gaten moesten houden, voor het geval Ann-Sophie daadwerkelijk contact probeerde op te nemen. Niemand die dat op tv te zien kreeg, maar in dat soort dingen kroop wel drie vierde van onze tijd.

DE BRUYNE: Die neptrouw was op dat vlak het zotste. De trouw mocht dan nep zijn, we hebben wel een echte dj moeten zoeken, een echte cateraar, een echte zaal, echte uitnodigingen, echte bloemen en een echte ceremoniemeester. Uit schrik dat ze door de mand zouden vallen, had ik voor alle aanwezigen op het feest – dat waren niet de echte vrienden en familie – een achtergrond verzonnen. Iedereen in de zaal wist welk fictief familielid ze waren, wie de andere fictieve familieleden waren en hoe de fictieve stamboom in elkaar zat.

VANHOVE: ‘Waar zijn wij eigenlijk mee bezig?’: die uitspraak heb ik vaak gehoord tijdens de opnames. (lacht)

DE BRUYNE: En dan was er nog de spielerei die niemand opmerkt. De auteur van Het gewichtige weetjesboek was Larry Cook – lariekoek dus. Op de binnenkant van de trouwringen stond ‘Sorry voor alles’ gegraveerd. Dat was nergens voor nodig, maar in De mol was dat ook mijn favoriete stuk: het moment waarop ze alle tips toonden die ze hadden weggegeven. Het idee dat je als je maar goed genoeg had opgelet het had kunnen weten: ik hou ervan als je aan een programma voelt dat er over elk detail is nagedacht.

SEPTEMBER 2016 Eén zendt op zondagavond de eerste aflevering van Sorry voor alles uit. Met 1.108.284 kijkers is het het best bekeken programma van het nieuwe televisieseizoen.

DE BRUYNE: Een ideetje dat je in bad hebt gehad drie jaar later op één zien: dat is wel iets. Maar laat ons zeggen dat ik in de eerste plaats heel blij was dat alle gemaakte afleveringen daadwerkelijk getoond mogen worden. Eigenlijk ben je elke keer bijna zeker dat er niks verkeerd kan lopen. Door onze castingtruc, door de inschatting van hun familie en vrienden weet je altijd wel hoe de kandidaten ongeveer zullen reageren. Maar het was toch elke keer weer spannend als we na de studioshow toestemming moesten vragen. Dat was Ellen haar taak: na afloop naar de kandidaten gaan met de woorden ‘Dus, euh…’

VANHOVE: Het was altijd even zoeken naar het juiste moment voor de quit claim, het formulier waarmee kandidaten hun toestemming geven. Kwestie van te weten dat die maand werk niet voor niks was geweest.

GORIS: De vraag is wat er nu nog kan gebeuren met Sorry voor alles. Het lijkt perfect op maat om het aan het buitenland te verkopen, maar het blijft afwachten hoe zenders met de risico’s zullen omgaan. Als je Sorry voor alles in de VS zou draaien, denk ik dat je de helft van je budget al kwijt bent aan een batterij advocaten.

VAN DE VEIRE: Nu, ik denk niet dat dit format in ons land al op is. Het wordt moeilijk om een tweede seizoen te maken, maar ik denk wel dat het kan.

DE BRUYNE: Je voelt nu al wat het grootste probleem gaat zijn bij een tweede seizoen: nietsvermoedende kandidaten vinden. Ik denk niet dat er nu nog Vlamingen zijn die geen twee keer zullen nadenken als ze op een parking een verrast kijkende cameraploeg tegen het lijf lopen. Er gebeuren altijd rare toevalligheden in een mensenleven, maar ik denk dat iedereen nu net iets argwanender naar dat toeval kijkt. Maar misschien vinden we wel een manier om dat op te lossen.

GORIS: Dat is iets wat we nu rustig gaan bekijken. Maar het is wel fijn dat je in de tussentijd al ziet dat het programma tot een begrip is uitgegroeid. Sinds de eerste aflevering heb ik al een paar keer gezien dat mensen een onverwachte situatie als ‘Sorry voor alles in het echt’ omschreven. Pakweg In de gloria had dat ook: als begrip leefde dat ook buiten de tv-reeks. Er zijn slechtere referenties.

DE BRUYNE: Als je tv-programma invloed heeft op hoe mensen naar de realiteit kijken: een groter compliment kun je als maker niet krijgen.

SORRY VOOR ALLES

Zondag om 20.30 uur op één.

door Geert Zagers

‘In mijn pitch op school omschreef ik de format al als een zondagavondprogramma op één, zeven afleveringen, met Adriaan Van den Hoof. Blijkbaar zag ik het meteen al groots.’ Kamiel De Bruyne

‘Op een dag kreeg ik een mail van Kamiel: ‘The Truman Show in het echt. Zin om te presenteren?’ Het had zo op de zondagavond op één gekund. Héél straf voor een studentenproject.’ Peter Van de Veire

‘Voor één klein stukje uit één aflevering hebben we een fake bruidswinkel ingericht, met een fake site en dito reply form. Dat zie je niet op tv, maar in zulke dingen kroop wel drie vierde van onze tijd.’ Ellen Vanhove

‘Ik denk niet dat de VRT al ooit een programma had goedgekeurd waarvan ze niet op voorhand wist of de beelden mochten worden gebruikt.’ Olivier Goris

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content