Honderden acteurs en regisseurs, drieduizend journalisten plus een klein leger vips, starlettes en andere invités: het festival van Cannes blijft met voorsprong ’s werelds grootste filmcircus. Niet voor alle beroepscategorieën wordt echter de rode loper uitgerold. Een blik achter de schermen met persattaché Brigitta Portier, filmdistributeur Chantal Krakowski en fotograaf Piet Goethals.

Brigitta Portier

Beroep: persverantwoordelijke

Aantal edities: 22

Debuut: 1988

‘Toen ik als 22-jarige in Cannes een baan zocht, dacht ik: ‘Ik spreek zes talen en film boeit me. Waarom niet bij het festival aankloppen?’ Zo is het begonnen. Later ben ik voor een Belgische filmverdeler gaan werken en midden jaren 90 ben ik gestart als onafhankelijk persattaché. In die tijd is het festival enorm gegroeid. In 1988 waren er duizend journalisten, nu zijn er dat bijna drieduizend. Bijna alle interviews waren toen nog gratis, maar door de komst van de internationale persbureaus moeten filmverdelers tegenwoordig vaak betalen. En dan gaat het nog om een rondetafelgesprek met vijf tot twaalf journalisten. Voor kleinere films moet je rekenen op 500 euro, maar ik herinner me dat een van die grote pr-bureaus een paar jaar geleden 4000 euro vroeg per interview met Woody Allen. Natuurlijk was er nauwelijks interesse! Toen Allen erachter kwam, eiste hij dat de prijzen zouden zakken. De sterren zijn vaak niet eens op de hoogte van dat betalende circuit. Gelukkig tekenen de verdelers steeds vaker protest aan – en met succes.’

‘Als persattaché sta ik in Cannes in voor de promotie van acht films. Bij mij zijn alle interviews gratis, dat is eerlijker tegenover de journalisten. Volgens mij komt de persvrijheid in het gedrang als een journalist zich verplicht voelt om een interview te doen rond een film die hij barslecht vindt, omdat hij weet dat de verdeler er flink voor betaald heeft. Alle onkosten zijn voor de producenten en de verkoop-agenten, maar ik probeer ze zoveel mogelijk te drukken. Je kunt een hotelsuite afhuren – wat snel 10.000 euro kost – maar je kunt de interviews ook op een gratis plek organiseren. Tolken kosten eveneens hopen geld. In Cannes vragen die 300 euro per uur.’

‘Aangezien ik vooral cinefiele films in mijn portefeuille heb – Tony Gatlif en Manoel de Oliveira zijn vaste klanten – houd ik het misschien minder chic dan de grote persbureaus. Voor de meeste acteurs en regisseurs is dat geen enkel probleem, Catherine Deneuve, Isabelle Huppert en Jane Birkin vond ik schatten om mee te werken. Aan Penélope Cruz heb ik ook fijne herinneringen: ik heb haar ooit uitvoerig mogen masseren toen ze bij de voorstelling van haar eerste film stijf stond van de zenuwen.’

‘Vooral B-sterren hebben kapsones. Met Emmanuelle Béart heb ik wel eens een aanvaring gehad, en Elodie Bouchez vind ik helemaal onmogelijk. Ze keuren je planning goed, maar komen toch hun hotelkamer niet uit of zitten bij de interviews de hele tijd te mokken. Tijdens het festival moet ik dagelijks twintig tv- en dertig printinterviews regelen: ik heb geen tijd voor hun grillen. Anna Thomson – bekend van Unforgiven en de films van Amos Kollek – was mijn gekste klant. Tijdens elk interview wilde ze een andere jurk aan, waardoor ik niet alleen de hele dag met haar garderobe zeulde, maar ook nog de tape van haar borsten moest trekken. Geen smakelijk gezicht! Toen dacht ik: ‘Had ik niet beter een ander vak gekozen?’ (Lacht)

Piet Goethals

Beroep: fotograaf

Aantal edities: 18

Debuut: 1989

‘De paradox van Cannes: je wordt verondersteld glamoureuze foto’s te maken in de meest hectische omstandigheden. Vroeger stonden er hooguit vijftig fotografen te wachten na de film, nu minstens honderdvijftig. Dan moet je al geluk hebben dat zo’n Brad Pitt of Robert de Niro toevallig in je lens kijkt. Gelukkig val ik dankzij mijn lengte en enorme bos haar ook op zonder mijn keel schor te schreeuwen. (Lacht) Bovendien moet je snel werken. Ik herinner me dat de Coenbroers er ooit in geslaagd zijn om zo’n photocall in zestig seconden af te werken, terwijl Al Pacino er eens een onemanshow van twintig minuten opvoerde.’

‘Aan de rode lopers heb ik me nooit gewaagd – ook als fotograaf ben je namelijk verplicht om een smoking te dragen. Met al dat getrek, geroep en geflits trekken de foto’s toch meestal op niets, plus: als onafhankelijke fotograaf is het onmogelijk om nog met de grote internationale persagentschappen te concurreren. Die krijgen van het festival de beste plekken en zetten hun foto’s vijf minuten later al online. De grote bladen hebben vaak ook hun eigen shoots, terwijl jij je met al je materiaal een weg moet zien te banen tussen de meute om dan hopelijk op het goede moment op de goede plek te staan. Je holt voortdurend van hot naar her – ik keer minstens vijf kilo lichter terug.’

‘Ik heb het altijd interessanter gevonden om een Vlaamse journalist te volgen bij zijn interviews en nadien de acteurs en regisseurs aan te spreken. Ik neem altijd een portfolio mee en laat met mijn filmkritieken merken dat ik iets van film ken. Zo kun je soms hun goodwill winnen en alsnog een paar mooie portretten maken. Hopelijk kun je dan niet eens zien dat die in Cannes genomen zijn. Artistiek is dat de grote uitdaging. Als je al vijf minuten krijgt om iemand te fotograferen, is dat meestal in een donkere hotelkamer of op een overbelicht strand, en die zien er elk jaar krek hetzelfde uit. Soms moet je gewoon geluk hebben. Zo heb ik Tarantino nog gefotografeerd toen die als nobele onbekende Reservoir Dogs kwam voorstellen. Een dag later was hij de ‘ talk of the town’ en raakte je amper in zijn buurt.’

‘Aangezien iedereen op de toppen van zijn tenen loopt, krijg je het al eens aan de stok met een collega, een publiciste of een slecht gehumeurde ster. Zo nam ik ooit iets te veel tijd om het licht te meten bij Harvey Keitel, waarop die me toesnauwde: ‘Are you gonna take your fucking picture, or what?’ Maar vergeven en vergeten: Cannes is stressen voor iedereen. (Lacht)

Chantal Krakowski

Beroep: filmdistributeur

Aantal edities: 15

Debuut: 1990

‘Ik koop rechten van films en loop daarvoor alle secties en competities af. Wat nog vrij, goed en verkoopbaar is, daar spring ik erop. Dan probeer ik snel de Belgische journalisten in te lichten, zodat ze interviews kunnen regelen. Nu je daar als distributeur soms voor moet betalen, zijn de plaatsen beperkt . Het grootste verschil met vroeger? Alles is minder cinefiel en meer commercieel. Je kon al eens een film kopen uit persoonlijke smaak, maar nu lopen de prijzen te hoog op. Zelfs kleine arthousefilms kosten makkelijk 15 à 20.000 euro, blockbusters tot 1 miljoen euro en méér. Als je weet dat er in de Benelux amper 27 miljoen mensen wonen, besef je hoe moeilijk het is om die investering terug te verdienen.

‘Bovendien zijn er bij ons te veel verdelers die te veel kopen. De markt is al jaren verzadigd, maar er komen er elk jaar nog één of twee bij. Blijkbaar geloven er nog altijd mensen dat ze het gat in de markt zullen ontdekken, al wil ik wel eens weten wat die nieuwe verdelers op het einde van de maand overhouden. Ontdekkingen doen is veel lastiger dan vroeger. Veel films worden tegenwoordig gekocht op basis van het script, al zie ik wat arthousetitels betreft toch liever eerst het eindproduct. Kijk naar Fatih Akin. Die heeft in het verleden wel een paar goede films gemaakt, maar zijn recente werk valt lelijk tegen.’

‘Mijn grootste ontdekking was wellicht François Ozon. Ten tijde van zijn debuutfilm Sitcom stelde hij nog weinig voor, maar hij maakte wel 8 Femmes, die alleen al in België 1 miljoen euro heeft opgebracht. Al zijn films hebben we op script gekocht, behalve Ricky wegens niet goed genoeg. Kids van Larry Clark was ook zo’n schot in de roos, hoewel niemand in die film geloofde. We hebben hem gekocht voor kleine dollars, maar hij heeft grote dollars opgebracht. (Lacht) Vorig jaar heb ik jong talent Xavier Dolan ontdekt, en dit jaar is hij opnieuw geselecteerd. Misschien wordt dat wel de nieuwe Ozon.’

‘Omdat je er in Cannes heel snel bij moet zijn als die ene grote kans de kop opsteekt, zijn contacten erg belangrijk. De info die je krijgt van medewerkers of collega’s kunnen van goudwaarde zijn. Voor mij betekent Cannes vier of vijf films per dag bekijken, maar nog meer netwerken. Dit jaar wordt in elk geval een lastige, maar boeiende editie. Er zijn niet zo veel grote namen en de meeste competitiefilms hebben nog steeds geen verdeler. Wie weet, vallen er dus koopjes te doen! Cannes heeft sowieso het grootste en meest verscheiden aanbod. Berlijn is vooral interessant voor arthousetitels, en in Toronto en op de American Film Market in Los Angeles gaat het hoofdzakelijk om Amerikaanse films. Cannes is het enige festival waar alles en iedereen vertegenwoordigd zijn.’

Door Dave Mestdach

‘Penélope Cruz heb ik ooit eens uitvoerig mogen masseren.’

‘Je holt van hot naar her – ik keer vijf kilo lichter terug.’

‘De prijzen lopen hoog op. Voor een blockbuster betaal je 1 miljoen euro en méér.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content