Na festivalweiden en danstempels hebben de gebroeders Dewaele het nu ook op bioscoopzalen gemunt. Op 12 mei stellen ze – met een jaartje vertraging – de Soulwaxdocumentaire ‘Part of the Weekend Never Dies’ voor, op het Leuvense docufestival Docville. ‘Het was weer een werk van lange adem, ja. Wij zijn nu eenmaal controlefreaks.’

Waarom een Soulwaxfilm? Om ook de club- en concertzaalschuwe fans gelukkig te maken?

Stephen Dewaele: Het idee om een film te maken kwam van ons platenlabel PIAS. Toen we begonnen te toeren met Radio Soulwax (een combinatie van Soulwaxoptredens, 2manydjs-sets en ‘guest spots’ van internationale bloedbroeders; nvdr.), opperde labelbaas Kenny Gates dat we dat gebeuren moesten vastleggen omdat zoiets nog nooit eerder was gebeurd. Aanvankelijk zagen we dat niet zitten: we vreesden dat ze een of andere nitwit zouden meesturen die er niks van zou bakken – Dave en ik zijn nu eenmaal controlefreaks die dingen niet graag uit handen geven. Kenny vroeg ons echter of we zelf iemand kenden die geschikt was voor de job. Wij dachten onmiddellijk aan Saam Farahmand, een uit Iran afkomstige maar in Londen wonende cineast die geflipte filmpjes voor MTV maakte waarin bijvoorbeeld een paard een nummer van The Strokes zong of Thom Yorke een ballad van Enrique Iglesias perfect lipsyncte. Hij bleek een fan van ons en was onmiddellijk voor het idee te vinden.

Dat heerschap maakt inmiddels gelikte clips voor Janet Jackson.

Dewaele: Halverwege onze shoot won Saam twee awards en werd hij plots the man in het videoclipwereldje. Zo werkte hij ondertussen samen met Hercules And Love Affair, Klaxons en inderdaad ook Janet Jackson. Je mag die clips voor haar nieuwe plaat echter niet vergelijken met onze film. Zowel Saam als wij hadden nog nooit een documentaire gemaakt en ons budget was peanuts in vergelijking met de geldmachine achter Janet. Trouwens, daar moest hij de bemoeienissen dulden van haar mensen, die hem constant op de do’s and dont’s van een Janet Jacksonclip wezen.

Jullie samenwerking verliep vlotter?

Dewaele: Ja en nee. Saam was een rasechte Trash-kid. Toen hij 16 was, zag hij onze eerste optredens in die legendarische Londense club. Hij wist perfect wat we deden. Dat was voor ons soms een beetje griezelig. Bovendien wist hij zich aanvankelijk geen houding te geven in ons midden. Hij voelde zich een indringer. Maar na een paar maanden loste dat probleem zich vanzelf op en werd hij part of the team.

De credit voor de regie wordt gedeeld door Saam én Soulwax.

Dewaele: Hoewel ik ook regie-ervaring heb, had ik aanvankelijk afgesproken met David dat ik me niet ging moeien. Maar naarmate het productieproces vorderde, merkten we dat Saam het ongelooflijk moeilijk had. Uit 400 uur beeldmateriaal een coherent geheel puren: dat is een regelrechte mission impossible. Op een bepaald moment vroeg hij dan ook zelf om onze hulp. Toen werd die film een beetje als een song: Saam had de basis gelegd, wij voegden wat dingen toe en uiteindelijk kwamen we samen tot een geheel. Omdat hij op bepaalde stukken van de toer niet aanwezig kon zijn, heb ik ook zelf beelden geschoten. En bij het monteren hebben David en ik dan nog eens besloten om alles door elkaar te smijten. Een beetje zoals in de films van Nicolas Roeg. Uiteindelijk zijn er maar liefst 99 edits van de film gemaakt.

Nu begrijp ik waarom de release een paar keren werd uitgesteld.

Dewaele: Om eerlijk te zijn: ik weet niet of dat een goeie zaak is geweest. Ik denk dat de cut die we een jaar geleden hadden even goed was. Maar bon, het is wat het is.

Je bent toch tevreden met het eindresultaat?

Dewaele: Goh, het probleem met film is dat je nooit écht klaar bent. Soms werd ik er stapelgek van. Er komen zoveel factoren bij kijken. David en ik zijn nog nooit zo blij geweest dat iets gedaan was. Een plaat maken is één ding, maar een film maken over jezelf: da’s echt superconfronterend. Enerzijds zit je te zweten en te zwoegen om de eindmeet te halen, anderzijds word je non-stop met je neus op je kleine kantjes gedrukt. Op zulke momenten worden mensen heel ‘politiek’ en vragen ze je om bepaalde zaken uit de film te halen.

Wordt het daardoor niet allemaal een beetje…

Dewaele:(onderbreekt) Oppervlakkig?

Misschien, maar ik doelde eerder op een ‘Soulwax en hun vrienden zijn allemaal vree wijze gasten’-gevoel.

Dewaele: Ik begrijp wat je bedoelt. Maar ik denk dat we dat ondermijnen met de nodige relativerende humor. Trouwens, voordat je ons begint te beschuldigen van zelfcensuur: eigenlijk zijn wij best saaie gasten.

Dat kan ik moeilijk geloven.

Dewaele: Toch is het zo. Na de eerste montagesessies bleek ons toerleven nogal boring. Natuurlijk kan je wat expliciete seksscènes toevoegen of beelden van enkele dudes die een lijntje snuiven. Maar daar gaat ons verhaal in principe niet over.

Toch zagen we onder meer hoe jullie drummer Steve Slingeneyer meerdere babes versiert en aan een mysterieus potje ruikt.

Dewaele: En dan heeft hij me nog gedwongen om serieus in dat stuk te knippen (lacht). Met die beeldencollage wilde ik in de eerste plaats tonen dat Steve één brok energie is. Als hij klaar is met drummen moet hij nog urenlang uitrazen. Dat soort van kenmerkende momenten vormt voor mij de basis van de documentaire. Daarom was ik ook zo blij met de toelichting van James Murphy (frontman van LCD Soundsystem; nvdr.) over de relatie tussen mij en mijn broer. Hij verwoordt daar perfect hoe wij met elkaar omgaan.

Mij leek het vooral een enorm geregisseerd moment: Murphy die identiek dezelfde uitleg doet op twee door elkaar gemonteerde plaatsen.

Dewaele: We namen dat stuk eerst op in de keuken van James’ platenlabel DFA in New York. Saam vreesde echter dat de beelden te donker waren – onterecht zou later blijken. Omdat ik echter zo enthousiast was over James’ theorie over David en mezelf, vroeg ik hem of hij die niet nog een keer uit de doeken wou doen. Waarop hij zijn ideeën woord voor woord herhaalde.

Het tempo van de beeldenstroom is moordend. Ware het niet interessanter geweest om iets meer te vertellen en iets minder te tonen?

Dewaele: Ik verzeker je dat er geen enkel gratuit beeld in de film zit. Achter alles zit een diepere betekenis. Daar ben ik ontzettend trots op. Het is zeker geen hapklare brok geworden. Mensen die het eindresultaat al een paar keer hebben gezien, ontdekken telkens nieuwe dingen. Kijk, we hadden voor een psychoanalytische aanpak kunnen kiezen: gesprekjes met onze ouders, babbels met Steves ma en pa en nog meer blabla. Maar dat verhaal wilden we niet vertellen. We wilden het hebben over de zaken waarmee we de laatste jaren bezig zijn geweest, de mensen die we hebben leren kennen en de plaatsen die we hebben bezocht.

Dat waren er inderdaad nogal wat. Optreden over heel de wereld: het is niet elke Belgische band gegeven. Moet je dan niet lachen om de recente rel rond het dEUS-embargo?

Dewaele: Laat dit duidelijk zijn: wij hebben ons internationale succes deels aan dEUS te danken. Zij hebben ons zes-zeven jaar geleden aan ons eerste optreden in Londen geholpen. Je zal me dus weinig negatiefs over ze horen zeggen; het zijn onze maten. Ik ben trouwens zo weinig in België dat ik helemaal niet op de hoogte ben van het lokale reilen en zeilen – van Fixkes had ik bijvoorbeeld tot voor een paar weken nog nooit gehoord. Ik moet wel toegeven dat ik het wedstrijdje ‘om ter eerst een dEUS-interview publiceren’ een beetje buiten proportie vond. De bladen zouden beter wat meer aandacht aan andere bands besteden. Maar goed, eigenlijk kan je ons helemaal niet vergelijken met dEUS. Zij maken een rockplaat en spelen in Vorst Nationaal. Da’s ons ding niet. Wij hebben met Nite Versions, 2manydjs en Radio Soulwax buiten de lijntjes gekleurd en een eigen wereld gecreëerd. Daarmee elk Belgisch dagblad halen interesseert me niet. Ik steek mijn energie liever in andere dingen.

Wat we ons wel eens afvragen: voel jij je nooit een oude zak tussen al die feestende tieners?

Dewaele: Helemaal niet. Hoewel ik geen 21 meer ben, geniet ik nog steeds met volle teugen van de dingen die ik rondom me zie gebeuren. Onze Franse vrienden van Justice – die wij vanaf dag 1 hebben gesteund – zijn nu een immense hype in Amerika. En onlangs vroeg een 17-jarige kid uit Gent me wanneer we nog eens een Radio Soulwaxnacht gingen organiseren. Hij had helemaal geen zin in I Love Techno en dergelijke. Daar kan ik alleen maar trots op zijn.

Door Steven Tuffin

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content