Een ultraorthodoxe huisvader wordt verliefd op een jonge Talmoedstudent. Zie daar de controversiële premisse van Haim Tabakmans serene, in Gent gelauwerde homodrama. De Israëlische debutant over verboden liefde in het beloofde land.

Debuteren met een liefdesparabel over een ultraorthodoxe Jood die zich tot de herenliefde bekeert? Je kunt niet beweren dat de jonge Israëli Haim Tabakman de controverse schuwt. Daarom hoef je echter nog geen hitsige gayfilm of de Joodse Brokeback Mountain te verwachten.

Tabakmans protagonisten zijn Aaron, een devote vader van vier uit de chassidische wijk van Jeruzalem, en Ezri, een mooie, ietwat mysterieuze Talmoedstudent die komt bijklussen in diens koosjere slagerij. En hij observeert ze met een tot op het bot ontbeende stijl waarin geen spatje sensatiezucht te bespeuren valt.

Lang duurt het niet voor de introverte Aaron ook na sluitingstijd in Ezri’s buurt rondhangt, ook al heeft hij moeite om zijn onreine verlangens onder ogen te zien. Zal hij toegeven aan zijn verboden liefde, ook al dreigt die van hem een outcast te maken binnen zijn aartsconservatieve gemeenschap? Of kiest hij tijdig opnieuw voor het rechte, godsvruchtige pad en legt hij zijn hunkerende hart voorgoed het zwijgen op?

Tabakman, die uiteraard niet op enige medewerking van de ultraorthodoxe gemeenschap moest rekenen, serveert je de antwoorden op een sobere, streng gestileerde en bovenal suggestieve manier. Langzaam zwelt zijn debuutfilm aan tot een universele liefdestragedie, die zowel de homoseksuele als de ultraorthodoxe context overstijgt.

Niet verwonderlijk dus dat Eyes Wide Open op tal van internationale festivals werd gescreend en bejubeld, zoals op dat van Cannes of dat van Gent, waar hij zelfs tot beste film werd uitgeroepen. Een gesprek met regisseur Haim Tabakman, de zoveelste exponent van de zogeheten ‘Kosher New Wave’.

In de persmap zeg je: ‘Als ik een film maak, wil ik dat die aanvoelt alsof ik mijn eigen dromen herbeleef.’ Hoe zit dat met ‘Eyes Wide Open’?

Haim Tabakman: De film gaat over de diepe angst om aangestaard te worden omdat je anders bent. Over de momenten wanneer je identiteit in vraag wordt gesteld en wanneer je je te zwak voelt om de last van het leven te dragen. Zulke angstdromen hebben we allemaal wel eens.

Wat is je persoonlijke relatie tot de homo- en de ultraorthodoxe gemeenschap?

Tabakman: Ik heb banden met geen van beide, maar dat verbiedt me niet om die werelden te verkennen. Waarom moest Shakespeare het als Engelse toneelschrijver in Hamlet zo nodig over het Deense koningshuis hebben? En bij mijn weten kwam Francis Ford Coppola niet uit een maffiafamilie, hoewel hij The Godfather maakte. Ik bedoel maar: wat telt, is je persoonlijke band met de innerlijke waarheid van je verhaal. Plus: de research die je in je film stopt als je dat verhaal in een specifiek milieu situeert. Het gaat niet zozeer om die taboedoorbrekende affaire tussen die twee mannen, maar om de religieuze logica en de morele codes waarmee hun verboden liefde binnen die gemeenschap wordt beleefd en geduid.

Je hebt het wel zonder de input van de ultraorthodoxen moeten stellen.

Tabakman: Natuurlijk mochten zij niet meewerken aan de film – ze mogen geeneens tv kijken. De meeste scènes zijn daarom niet in Jeruzalem, maar in Tel Aviv gedraaid. Die paar ultraorthodoxen met wie ik gepraat heb, wilden enkel anoniem getuigen omdat ze een dubbelleven leiden. Een van mijn ‘adviseurs’ was bijvoorbeeld een overtuigd atheïst die publiekelijk de strenge religieuze voorschiften volgt omdat hij zijn gezin niet wil schaden. Veel heb ik er echter niet weten te strikken. Ik wilde ook niet liegen door te beweren dat ik een documentaire maakte of zo.

Komt homoseksualiteit überhaupt voor binnen die gemeenschap?

Tabakman: Tuurlijk. Maar het probleem is dat hun religie de essentie van het homo zijn ontkent. Het bestaat zogezegd alleen in theorie. De zonen van Israël kunnen niet eens van homoseksualiteit worden verdacht. Je kunt wel met een andere man slapen, maar dan gaat het per definitie om een moment van zwakte, om een aanval van onweerstaanbare drang. God heeft nu eenmaal geen homo’s geschapen. Zonden daarentegen zijn prima. De Bijbel en de Tora staan er vol van.

Hoe waren de reacties in Israël zelf?

Tabakman: Divers en discreet. Het is sowieso geen feelgoodkomedie of blockbuster. Het is geeneens een gay pride-film. En dus is er ook geen mediacontroverse rond ontstaan. Bovendien zijn de religieuze hardliners wel zo slim om er in alle talen over te zwijgen. Als je een publiek debat aangaat, erken je niet alleen dat de film bestaat: je erkent ook dat homoseksualiteit bestaat. Ik heb wel begrepen dat er nogal wat ultraorthodoxen benieuwd zijn naar de film en ik ben er zeker van dat velen de film straks op dvd of online zullen bekijken. Computers mogen namelijk wel van hun religie. Toen ze de regels opstelden bestond het internet nog niet en iets wat niet bestaat, kun je niet verbieden. (Lacht)

De film eindigt ambigu met Aaron die ofwel een reinigend bad neemt ofwel definitief kopje-onder gaat. Wat denk je zelf?

Tabakman: Het is geen realistisch einde. Je kunt niet zomaar beslissen om te stoppen met ademen. Het is een metafoor voor de impasse waarin hij verkeert. Hij zwalpt ergens tussen catharsis en autodestructiviteit in. Het is hetzelfde beeld als dat van de Zondvloed. Er moet eerst iets vernietigd worden voor er iets nieuws kan ontstaan.

De film is dus als sociaal-realistische parabel bedoeld?

Tabakman. Inderdaad. De film is realistisch in die zin dat het milieu geloofwaardig wordt weergegeven, maar tegelijkertijd is alles nadrukkelijk gestileerd omdat ik in de eerste plaats een humanistisch statement wilde maken. Als de film iets positiefs teweegbrengt voor religieuze homo’s, ben ik daar uitermate gelukkig mee. Maar voor mij is het vooral een tragedie over de zoektocht naar innerlijke waarheden en de negatieve gevolgen die ze kunnen meebrengen. Het gaat over ons innerlijke getto, hoewel ik zeker niet naar de Jodenvervolgingen of de Holocaust wilde verwijzen.

De strenge stijl en de parabelachtige sfeer deden me vermoeden dat je beïnvloed bent door Robert Bresson.

Tabakman: Absoluut. En ook door Aki Kaurismäki, Kim Ki-Duk en Takeshi Kitano, die ik iets bressoniaans vind hebben. Ik houd van minimalistische cinema met een metafysische inslag.

Opmerkelijk. De zondaar van dienst – Ezri dus – wordt vertolkt door Ran Danker, een Israëlische popster en tieneridool. Vreesde hij niet voor zijn imago?

Tabakman: Helemaal niet. Ik denk dat zijn angst om een tieneridool te blijven, groter was dan zijn angst om een homoseksuele Talmoedstudent te spelen. (Lacht)

De Israëlische film doet het voortreffelijk de jongste jaren. Wat is het geheim van dat succes?

Tabakman: Persoonlijk zie ik meer verschillen dan gelijkenissen tussen al die Israëlische films. De Iraanse films van Abbas Kiarostami of Jafar Panahi bijvoorbeeld zijn stilistisch en thematisch aan elkaar verwant en in hun geval kun je dan ook van een bepaalde stroming spreken. Niet zo bij ons. Tenzij ik er als Israëli zelf te dicht op zit en ik het verband niet zie. Soms is het puur een kwestie van geluk, van de juiste mensen die op het juiste moment samenkomen. Wat was de succesformule van The Beatles? Simpel. Dat vier genieën als George, Paul, John en Ringo toevallig samen in hetzelfde bandje zaten. Dit gezegd zijnde: er moet natuurlijk wel financiële input zijn om je talenten te ondersteunen en sinds we in Israël een nieuwe taxshelterwetgeving hebben en vaker coproducties met Duitsland en Frankrijk aangaan, zijn we er flink op vooruitgegaan.

Ook ‘Eyes Wide Open’ is een Israëlisch-Duits-Franse coproductie, niet?

Tabakman: Inderdaad. Oorspronkelijk was het een studentenfilm. Daarna was het een vijftig minuten durende tv-film en uiteindelijk werd het een langspeler voor de bioscoop.

Eyes Wide Open

Vanaf 2/12 in de bioscoop.

Bekijk fragmenten uit het gesprek met Haim Tabakman.

interview op FOCUSKNACK .BE

Door Dave Mestdach

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content