‘ER IS NOG WERK AAN DE WINKEL, MEISJES’

In JUSTE LA FIN DU MONDE, goed voor de Juryprijs in Cannes.

Tweeënhalf jaar – sinds Deux jours, une nuit van de broers Dardenne – hebt u moeten wachten om la belle Marion nog eens in de bioscoop te zien. Mais pas de souci: om werk heeft ze sindsdien niet verlegen gezeten. Op visite bij Marion Cotillard, nu te zien in Macbeth en de komende weken in het ensembledrama Juste la fin du monde en de kostuumfilm Mal de pierres. En voor de lente in nóg twee films. ‘Ik verveel me nogal snel.’

Wie haar aan het werk zag in periodefilms als Public Enemies (2009), The Immigrant (2013) of La vie en rose (2007), de Edith Piaf-biopic waarvoor ze een Oscar won, zou haast denken dat Cotillard met de teletijdmachine vanuit het gouden tijdperk van Tinseltown naar het hier en nu is geflitst. Maar hoe glamoureus haar aura ook is, hoe elegant ze ook over het witte doek flaneert en hoe vaak ze ook de covers van glossy’s en affiches van Dior siert, Cotillard kan véél meer dan zwoel, engelachtig of smachtend in de camera kijken.

Dat bewees de inmiddels veertigjarige Parisienne – geef toe: u had haar een stuk jonger geschat – onder meer in Jacques Audiards De rouille et d’os (2012), waarin ze als walvisverzorgster zonder benen soelaas vindt in de stoere armen van Matthias Schoenaerts. En in Deux jours, une nuit (2014) van de broers Dardenne wist ze uw hart te jatten als de fabrieksarbeidster die hoopt haar nakende ontslag af te wenden. Of ze nu meespeelt in dure Hollywoodproducties of in kleinschaliger arthousewerk, of ze nu een icoon uit Parijs of een huismoeder uit Seraing incarneert, het gaat la Cotillard – sinds 2007 de levensgezellin van acteur-regisseur Guillaume Canet – allemaal even moeiteloos af. En nog is haar appetijt om haar toch al diverse filmcatalogus aan te vullen niet gestild.

De Belgische filmliefhebber heeft haar tweeënhalf jaar moeten missen, maar de komende maanden valt Cotillard niet van het scherm weg te branden – als iemand dat überhaupt al zou willen. Momenteel is ze aan de zijde van Michael Fassbender te zien in de Shakespeare-adaptatie Macbeth. En vanaf volgende week vormt ze met Vincent Cassel, Léa Seydoux en Gaspard Ulliel een disfunctionele familie in het ensembledrama Juste la fin du monde, geregisseerd door het Canadese goudhaantje Xavier Dolan en in Cannes bekroond met de Grand Prix du Jury.

In oktober volgt Mal de pierres, een romantisch drama van Nicole Garcia waarin ze een labiele, getrouwde vrouw speelt die na WO II voor de charmes van een andere man valt. Eind november is er Allied, een oorlogsthriller van Robert Zemeckis met Brad Pitt als spionagepartner en love interest. En kort na nieuwjaar mag ze opnieuw Fassbender flankeren, dit keer in Assassin’s Creed, een blockbuster gebaseerd op het gelijknamige videospel.

Dat is een wel héél divers lijstje.

MARION COTILLARD: (lacht) Ik verveel me nogal snel. Nee, serieus, ik heb altijd diverse dingen willen doen. Drama, komedie, Hollywood, Frankrijk: maakt me niet uit, als de rol me maar boeit en de regisseur me passioneert. Dat zijn altijd mijn parameters geweest.

Ook toen je meedeed in de flauwe actiekomedies Taxi 1, 2 en 3?

COTILLARD: Je moet natuurlijk tout court ook keuze hebben. De Oscar die ik voor La vie en rose heb gewonnen, heeft veel deuren geopend. Vooral in Hollywood. Het is normaal dat je jezelf als beginnende actrice eerst moet bewijzen en dat de topregisseurs niet meteen aan je voeten liggen. Ik ben nooit zo verwaand geweest om dat te denken. Nog steeds niet, trouwens. Ik wrijf me nog altijd in de ogen wanneer ik gevraagd word door de Dardennes, Steven Soderbergh (voor Contagion, nvdr.), James Gray (voor The Immigrant), Woody Allen (Midnight in Paris), Xavier Dolan of Nicole Garcia. Dat zijn stuk voor stuk regisseurs naar wie ik enorm opkijk. Ik kijk ook niet neer op populairder werk. Of op mijn vroegere films, die natuurlijk niet allemaal meesterwerken waren. Ik heb een lang parcours afgelegd en ben trots op wat ik als actrice tot nu toe heb bereikt.

Je komt uit een familie van acteurs. Wanneer wist je: dit wil ik ook?

COTILLARD: Er was niet één aha-moment. Het is iets wat ik altijd al wilde – en was dus een logische stap. Ik ben beginnen te acteren als kind. Door mijn ouders (acteurs Jean-Claude Cotillard en Niseema Theillaud, nvdr.) zag ik veel films en theaterstukken, en die wereld boeide me. Acteren liet me toe dingen over mezelf en anderen te ontdekken, wat mensen maakt wie ze zijn door even in een ander zijn hart en hoofd te kruipen. Ik weet dat het niet meteen Jean-Paul Sartre is wat ik nu uitkraam, maar zo heb ik het altijd ervaren.

Acteren heeft me ook vrijheid gegeven. Mijn ouders hebben me nooit onder druk gezet en ik kon altijd mezelf zijn, en falen. Die geborgenheid hoop ik mijn zoontje (de vijfjarige Marcel, nvdr.) ook te geven, want zo evident is dat niet. Voor je het weet, projecteer je je eigen ambities of wensen op je kind, ook al besef je dat als ouder geeneens. Acteren heeft me daarnaast ook over mijn verlegenheid heen geholpen. Het lijkt een contradictie, maar veel acteurs zijn heel verlegen. Door even een andere gedaante aan te nemen, een masker op te zetten, leer je dat te overstijgen en jezelf vanop een afstand te bekijken. Daar kun je veel uit leren. Vandaar dat ik graag personages speel die ver van me af staan. Hoe verder, hoe liever zelfs. Dan kan ik alles zelf opbouwen en loop ik het personage niet in de weg.

Je bent gevraagd door de Dardennes, door Dolan, door Soderbergh en noem maar op. Maar Nicole Garcia heb je blijkbaar zelf een brief geschreven met de vraag om Gabrielle te mogen spelen, de tragische heldin uit haar nieuwe film Mal de pierres.

COTILLARD: Heb ik dat gedaan? Dat was ik compleet vergeten. Wat een lef. (lacht) Soms doe ik dingen op een set, of tijdens de voorbereiding van een film waar ik me achteraf niks meer van herinner, omdat ik zo gefocust ben op mijn personage. Dan zit ik echt in een roes. Het klopt dat het personage Gabrielle me raakte en dat ik haar alles wilde geven wat ik in me had. Ik schrijf trouwens wel vaker brieven aan mijn regisseurs, of aan crewleden. Niet vooraf, maar tijdens de opnames, wanneer ik voel dat we iets speciaals hebben gedaan, of een innige band ontwikkeld hebben. Acteurs krijgen altijd de meeste aandacht en complimenten, maar film blijft een medium waar je met een boel mensen samen aan werkt en het is goed om dat af en toe ook eens op papier te zetten, om je dankbaarheid uit te drukken. Ik hou bij elke film ook altijd een notaboekje bij. Daar staan losse gedachten in, tekeningen, foto’s. Ik heb ze nog allemaal, van mijn eerste films tot nu.

Maar je hebt voordien dus nooit een regisseur aan de mouw getrokken om een rol te scoren?

COTILLARD: (denkt na) Toch wel: Stephane Brizé, omdat ik een grote fan ben van zijn werk. Dat heb ik hem persoonlijk laten weten. Hij heeft me daarna ook een film aangeboden, maar uiteindelijk heb ik nee gezegd omdat ik op dat moment even genoeg had van zware, emotionele rollen en me uitgeput voelde. Dat was heel erg gênant. Hopelijk vergeeft hij me en kan ik ooit nog eens met hem samen werken.

Je bent al een hele tijd hot in Hollywood, maar toch blijf je ook in Frankrijk werken.

COTILLARD: (knikt) In Frankrijk liggen mijn roots. Hier wonen mijn vrienden en familie. En het blijft een van de beste, meest verscheiden en productiefste filmlanden ter wereld. Er zijn nog zo veel goede Franse regisseurs met wie ik wil werken. Stephane Brizé bijvoorbeeld. Schrijf dát zeker op. (lacht)

Is er veel verschil tussen filmen in Europa en Hollywood?

COTILLARD: De trailers op de set zijn groter in Amerika en er loopt meer volk rond, maar dat is het zowat. Cinema is cinema. Een universele taal. Er is in Amerika net zo veel verschil tussen Woody Allen en Robert Zemeckis als in Europa tussen de Dardennes en Guillaume Canet. Hollywood, Canada of België: het maakt niet uit waar je de film draait. Wat telt, is wie er voor en achter de camera staat.

Zowel in Juste la fin du monde als Mal de pierres speel je een vrouw die zich de gevangene voelt van haar patriarchale familie en moet vechten voor haar vrijheid. Schuilt er een feministe in jou?

COTILLARD: Vrouwen hebben het nu veel beter dan in de fifties, toch zeker in het Westen. Maar dat betekent niet dat seksisme uitgeroeid is. Vrouwen verdienen nog altijd minder. Er zijn nog altijd minder vrouwen in de politiek of de bedrijfswereld. Dus er is nog werk aan de winkel, meisjes.

Nog iets wat beide films gemeen hebben: beide regisseurs zijn zelf ook acteur. Merk je dat op de set?

COTILLARD: Het zorgt toch voor een meer ontspannen sfeer. Zowel Xavier als Nicole weten wat je als acteur meemaakt tijdens een shoot, ze kennen de twijfels die in je hoofd sluipen en daardoor is er toch een bepaalde band die je met andere regisseurs niet hebt. Ooit hoop ik zelf te regisseren, maar voorlopig ben ik daar nog niet klaar voor. Ik merk wel dat ik meer dan vroeger meedenk met regisseurs en hen beter observeer: hoe ze shots voorbereiden, hoe ze oplossingen vinden. Ik ben al hun trucs mentaal aan het opslaan voor het geval die ooit nog van pas komen.

Misschien kun je debuteren met je partner Guillaume Canet als coregisseur?

COTILLARD: Nooit. Dat zou fout aflopen. (lacht) Guillaume is een geweldige regisseur en ik zou hem alleen maar afremmen, vrees ik. Alhoewel. Hij heeft me al drie keer geregisseerd (voor Les petits mouchoirs (2008), Blood Ties (2012) en het voor volgend jaar voorziene Rock’n Roll, nvdr.) en dat heeft onze relatie ook overleefd, dus wie weet.

Je bent een voorbeeld voor veel jonge actrices die het in Hollywood hopen te maken. Heb je zelf ooit een rolmodel gehad?

COTILLARD: (beslist) Mijn moeder. Dat is ze altijd geweest en zal ze ook altijd zijn. Ze is zo sterk, zo moedig… (krijgt tranen in de ogen en een krop in de keel) Sorry, hoor. Ik weet zelf niet waarom ik nu zo emotioneel word. Haar leven was niet altijd even makkelijk, maar ze heeft altijd de rug gerecht.

Wat is haar favoriete film van jou?

COTILLARD: The Immigrant. Na de première zei ze me: ik wist niet dat jij een Poolse was (Cotillard speelt daarin een Poolse immigrante die in de jaren twintig aankomt in New York, nvdr.). Als je eigen moeder je niet herkend heeft, weet je echt dat je het goed hebt gedaan. (lacht)

In januari volgt Assassin’s Creed, geregisseerd door Justin Kurzel, met wie je ook Macbeth hebt gemaakt. Ik wist niet dat je een gamer was?

COTILLARD: Ben ik ook niet. Ik heb het spel zelfs nog nooit gespeeld. Ik wilde graag opnieuw met Justin en Michael Fassbender werken en het leek me leuk om de wereld van die game te verkennen. Voorlopig mag ik niks over de film zeggen. Mijn beste vriendin is een Assassin’s Creed-fanate en ze blijft me maar uitvragen, maar ik houd de lippen stijf op elkaar. Ik mag zeker niet vergeten haar straks uit te nodigen voor de première. Anders vermoordt ze me. (lacht)

MACBETH

Nu in de bioscoop.

JUSTE LA FIN DU MONDE

Vanaf 21/9 in de bioscoop.

MAL DE PIERRES

Vanaf 19/10 in de bioscoop.

door Dave Mestdach

‘Samen met mijn man Guillaume Canet regisseren? Nooit. Dat zou fout aflopen. Alhoewel. Ik heb al drie keer in zijn films gespeeld en dat hebben we ook overleefd.’ Marion Cotillard

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content