Een armoedige jeugd in de schaduw van een klopgrage vader heeft van Ray LaMontagne een gekneusde ziel gemaakt. Die legt hij nu al drie platen bloot in meesterlijke, très ouderwetse soul-, pop- en gospelnummers. ‘Het zorgt voor wat stabiliteit in mijn leven.’ Een blik in de soul van een zielenpoot.

Barre tijden voor Gilette en co, want al die willen muziekjes maken, moeten mannen met baarden zijn. Daar heeft het tegenwoordig toch alle schijn van: na Bonnie ‘Prince’ Billy, My Morning Jacket, Fleet Foxes en de grappen van Ben Crabbé, heeft nu ook Ray LaMontagne een lange baard gecultiveerd. Al gaat achter die van LaMontagne (35) wel een hopeloos verlegen, licht sociaal gehandicapte man schuil. Net als op de hoes van het nieuwe Gossip In The Grain houdt hij het hele gesprek lang de ogen strak op de grond gericht. Zijn mond doet hij zo nu en dan gelukkig wél open.

Een van de mooiste songs op je nieuwe plaat is ‘Meg White’, een ludiek eerbetoon aan de gelijknamige drumster van The White Stripes. Nogal wat mensen lijken er een gemeende liefdesverklaring in te horen.

Ray LaMontagne: Mensen die dat beweren, zijn dom, van kwade wil of allebei. Akkoord, het is een ode aan Meg White, die ik een fantastische drumster vind en best een leuke meid. Maar een open love letter? Komaan zeg! Het nummer begint met een fluitsolo in de stijl van oude spaghettiwesterns: als je dan niet doorhebt dat je met spielerei te doen hebt, ben je achterlijk of hypocriet. Ik denk dat veel recensenten het nummer bewust ernstig nemen om me belachelijk te maken of om er een sappig verhaal uit te halen. Ik word daar – behalve kwaad – ronduit droevig van, want die song is overduidelijk tongue-in-cheek bedoeld.

Wat ik me vaak afvraag: begin je aan je derde plaat met een andere ingesteldheid dan wanneer je nog een anonieme nobody bent en je alleen maar kan hopen dat mensen je muziek zullen oppikken?

LaMontagne: Eigenlijk sta ik daar allemaal niet te veel bij stil. Vooral omdat het succes van mijn platen zeer relatief is. Voor buitenstaanders lijkt het alsof de drie miljoen platen die ik totnogtoe heb verkocht van mij een superster hebben gemaakt. Zo voelt het echter helemaal niet aan. Ik ben er bijvoorbeeld nog geen cent rijker op geworden.

Pardon?

LaMontagne: Laat ik alvast een misverstand uit de wereld helpen: aan de verkoop van mijn platen houd ik niets over. Noppes. Nul. Of ik nu drie miljoen of acht miljoen platen verkoop: geen cent daarvan gaat naar mij. Ik wist dat heel goed toen ik mijn platencontract tekende, alleen kon ik toen niet vermoeden dat ik zovéél platen zou verkopen. Ik had gehoopt op dertigduizend stuks, maar het zijn er intussen dus al drie miljoen.

Als ik kon, zou ik mijn platen veel liever in eigen beheer opnemen en uitbrengen. Maar om de platen te maken die ik wil maken, heb ik nu eenmaal veel geld nodig. Ik heb helaas geen driehonderdduizend dollar liggen, en moet die dus telkens van mijn platenfirma ‘lenen’. En die eisen daarvoor de volledige opbrengt van de plaat op. Simple as that.

Brengt toeren nog wat op?

LaMontagne: Nauwelijks. Met een beetje geluk zijn we op het einde van deze tournee break-even. Ik betaal namelijk alles zelf: mijn muzikanten, het eten voor mijn muzikanten, de concertpromotoren, de tourbus, de chauffeur, de vluchten tussendoor – álles. Ik ben dus verplicht om zuinig te leven. Ik slaap niet in dure hotels, maar gewoon in de tourbus en douchen doe ik doorgaans backstage.

Ik klaag niet, ik ben daar allemaal best tevreden mee, maar ik wil het maar even aanstippen voor alle mensen die denken dat ik elke avond in een fancy hotel overnacht en op een kingsize bed met satijnen lakens oesters lig te slurpen. Niet dus. Elke avond bid ik tot God in de hoop dat de zaal gevuld zal zijn en ik enigszins uit de kosten kom. Tot nu toe zijn de optredens helemaal uitverkocht, en ziet het er goed uit. En toch: ik kan je nu al vertellen dat op het einde van de toer de bassist met meer geld naar huis gaat dan ik. Wat zeg ik? Zelfs de buschauffeur houdt aan deze tournee meer over!

Je wordt als muzikant natuurlijk ook op een immateriële manier beloond: applaus, respect, bewondering. Is dat niet veel waard?

LaMontagne: Soms word ik na een optreden weleens aangeklampt door iemand die me komt vertellen hoeveel mijn muziek voor hem of haar betekent. Ik krijg dan vaak heel heavy verhalen te horen, maar het blijft hartverwarmend om te beseffen dat zoveel mensen echt iets aan je muziek hebben.

Kan het succes bijvoorbeeld de vele tegenslagen uit je jeugd compenseren?

LaMontagne: Goh, het zorgt wel voor een beetje stabiliteit in mijn leven, iets wat ik vroeger heb moeten missen. In zekere zin dus wel, denk ik. Ellende vergeet je niet, net zoals ik niet vergeet dat ik vele hordes heb moeten nemen om te staan waar ik nu sta. Maar die stabiliteit had ik wellicht ook op een andere, niet-muzikale manier kunnen vinden. Ik denk dat ik even gelukkig of ongelukkig zou zijn als ik meubelmaker geworden was. Alleen zou ik dan niet zo vaak over mijn beroep geïnterviewd worden. (Lachje)

Wat is totnogtoe je mooiste professionele herinnering?

LaMontagne:(Denkt lang na) Die keer dat ik na een optreden ergens in de States nog iets ging drinken en op een open mic night in een café belandde. Een paar klanten stond er Jolene te zingen – een nummer van mijn eerste plaat – en ze deden het nog goed ook. Veel beter dan ik eigenlijk, met prachtige close harmonies. Dat was wel ontroerend.

GOSSIP IN THE GRAIN

Uit bij 14th Floor Records/Warner

Door Vincent Byloo

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content