Hoogoplopende ruzies in de montagecel, tal van verschillende versies en een uitgestelde releasedatum: lange tijd zag het er niet goed uit voor de Brad Pittwestern ‘The Assassination of Jesse James by the Coward Robert Ford’. Dat was echter buiten het Australische doorzettingsvermogen van regisseur Andrew Dominik gerekend. ‘Mocht de studio niet hebben ingegrepen, ik had me letterlijk doodgewerkt.’

In 2000 lag de weg naar het succes wijd open voor Andrew Dominik. Zijn regiedebuut Chopper – over een gewelddadige Australische crimineel – was een internationale festivalfavoriet die zowel zijn regisseur als hoofdacteur Eric Bana op de kaart zette. Terwijl Bana naam maakte met zijn rollen in Black Hawk Down, Hulk en Troy, nam de voormalige videoclip- en reclamefilmer Dominik rustig de tijd om enkele scriptideeën uit te werken. Om uiteenlopende redenen kreeg hij echter geen van zijn projecten van de grond, tot zijn oog op The Assassination of Jesse James by the Coward Robert Ford viel: het historisch correcte relaas van Ron Hansen uit 1983 over de mysterieuze vriendschap tussen de schrik van het Wilde Westen en zijn griezelige handlanger die zijn moordenaar zal worden.

Dominik trok met zijn script naar Hollywood en kijk: megaster Brad Pitt toonde meteen interesse. Hij zou de rol van de befaamde treinovervaller op zich nemen én de film producen. Het tweetal sleutelde nog een jaar samen aan het script en vanaf augustus 2005 volgden de opnames in Canada – de samenwerking liep gesmeerd. Tot Dominik begin 2006 de montagekamer introk. Pitt kon zich niet verzoenen met Dominiks eerste, vierenhalf uur durende cut, en wanneer ook een twee uur kortere versie afgekeurd werd, mengde coproducent Ridley Scott zich in de discussies. Waarop de releasedatum verschoof van september 2006 naar ‘nader te bepalen’.

Exact een jaar later ging de verloren gewaande prent dan toch in première op de filmfestivals van Toronto, Venetië en Deauville. Tegen alle verwachtingen in bleek de moeizame postproductie geen desastreuze gevolgen te hebben gehad. The Assassination of Jesse James is de meest ambitieuze western sinds Clint Eastwoods meesterlijke Unforgiven. Pitt schittert als een levensmoeë James die gebukt gaat onder zijn driftbuien en zijn roem. Tegenspeler Casey Affleck (de jongere broer van Ben, bekend van de Ocean’s-films) is ronduit fantastisch als de getormenteerde Ford. En Dominiks beeldregie roept bij momenten herinneringen op aan de picturale poëzie van cineast-filosoof Terrence Malick, de maker van meesterwerken als Badlands en Days of Heaven.

Over Jesse James zijn al talloze films gedraaid. Waarom wou u het leven van de legendarische westernboef andermaal verfilmen?

Andrew Dominik: Ik ben eigenlijk allesbehalve een westernfan. De enkele klassiekers die dat genre heeft opgeleverd, verzuipen in een bad vol rotzooi. En ik moet ook bekennen dat Jesse James me geen fluit interesseerde voor ik Ron Hansens boek opensloeg. Toen ik echter leerde dat de zogenaamd mythische held in feite een tikkende tijdbom was die van het ene moment op het andere transformeerde van een brave huisvader in een koelbloedige killer, was ik meteen verkocht.

De gelijkenissen met de protagonist uit uw eerste film zijn treffend.

Dominik: Het moet natuurlijk lukken dat de enige film die ik na Chopper gemaakt krijg, óók over een brutale moordenaar gaat (lacht). De andere scripts die ik probeerde te verkopen, behandelen totaal andere onderwerpen. Maar ik ga niet ontkennen dat moord me uitermate boeit. Het is en blijft een ontzettend extreme daad.

Uw film roept vergelijkingen op met het werk van Terrence Malick. Is hij uw grote voorbeeld?

Dominik: Die vergelijking krijg ik voortdurend te horen. Zelf had ik nochtans eerder Barry Lyndon van Stanley Kubrick in gedachten: dat trage verteltempo, die alwetende verteller.

Vergeleken worden met Malick is anders ook een hele eer.

Dominik: Dat weet ik. Natuurlijk heb ik het mezelf aangedaan, met al die shots van tarwevelden, het gebruik van natuurlijke lichtbronnen en het casten van Sam Shepard (als Jessse’s oudere broer Frank; nvdr.). We hebben de film trouwens laten zien aan Terry, maar hij was er niet kapot van. ‘Veel te lang!’, luidde zijn verdict. Hij houdt naar het schijnt meer van komedies à la Zoolander(lacht).

De wonderen zijn de wereld nog niet uit. Dat uw prent eindelijk de zalen gehaald heeft, lijkt ook een mirakel.

Dominik: Alles wat je hebt gehoord, klopt! De postproductie was een hel en de discussies tussen productiemaatschappij Warner Bros., Brad en mezelf waren niet op twee handen te tellen. Het was een compleet geschifte ervaring: soms was ik aan het bekvechten met Brad terwijl we twee minuten later zij aan zij stonden te kibbelen met de studiobonzen.

U bent wel openhartig over die productieproblemen.

Dominik: Ik ga niet doen alsof mijn neus bloedt, en al die heisa is trouwens welkome extra reclame voor onze toch niet zo toegankelijke film. Maar ik vind het ook fantastisch dat die mythe over ‘ happy face Hollywood’, waar iedereen elkaar voortdurend schouderklopjes geeft, eindelijk eens wordt doorprikt.

Was uw eerste confrontatie met de Hollywoodmachine dan zo ontnuchterend?

Dominik: Breek me de bek niet open! Tijdens de tournage zaten de Britse cameraman Roger Deakins en ik vaak urenlang te zwoegen om een shot goed te krijgen, terwijl de Amerikaanse crew naar ons stond te kijken alsof we van Mars kwamen. Het merendeel van de cast zei me dat ze eigenlijk nog nooit hadden samengewerkt met een cineast die één ruk om het eindresultaat gaf. Ze waren gewend zichzelf te regisseren omdat de meeste Amerikaanse filmmakers gewoon hun uren zitten te kloppen. Het is echt onvoorstelbaar hoeveel oelewappers een vaste baan hebben in Hollywood.

Hoe…

Dominik:(raast verder) En nog iets: de testscreenings! Je vraagt je af waar die toe dienen: alle versies van de film werden uitgebreid getest, maar uitgerekend de versie met de slechtste punten komt in de zalen. Ach, dat hele testsysteem kan me trouwens gestolen worden. De meninkjes van Jan Lul die plots gaan bepalen hoe ik mijn werk kan verbeteren? Laat me niet lachen!

Hoe zijn Brad en u uiteindelijk tot een consensus gekomen?

Dominik: We zijn op elkaar blijven inbeuken tot we een gezamenlijke oplossing vonden.

Dus de 2,5 uur durende versie die het publiek te zien krijgt, vinden jullie allebei de beste?

Dominik: Er bestaat een cut van drie uur die ik ook ontzettend goed vind. Maar ik zou niet durven zeggen dat die beter is dan degene die het publiek te zien krijgt.

U klinkt alsof u de film nog steeds niet hebt kunnen loslaten.

Dominik: Als je zo lang met een project bezig bent, verteert het je helemaal. Als de studio niet had ingegrepen, zou ik me letterlijk hebben doodgewerkt. Het oude gezegde ‘A work of art is never finished, it is abandoned’, bleek eens te meer te kloppen.

Door Steven Tuffin

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content