In ‘Verloren Land’ (Canvas, ma. 21.40u) treden Stijn en Steven Kolacny in de voetsporen van hun grootvader, die na de Eerste Wereldoorlog Wenen voor Tielt-Wingene inruilde.

Deze week komen ‘Charlie Wilson’s War’, dat bulkt van het Oscarpotentieel, Ken Loach’ ‘It’s a Free World’ en de monstersequel ‘Alien vs. Predator’ uit. Heren, wat wordt het?

Stijn: Hoewel ik sommige van z’n sociale drama’s te zwaar op de hand vind, ga ik toch voor Ken Loach. The Navigators bijvoorbeeld, over de privatisering van de Britse spoorwegen, vond ik heel aangrijpend. Ik ben wel iemand die een regisseur na één goeie film blijft volgen. David Lynch, Alejandro González Iñárritu of de Coenbroeders. Ik vergeef hen zelfs een mindere film als The Man Who Wasn’t There.

Steven: Wat film betreft, ben ik een meelopertje. (lacht) Toen we in Wenen waren, heeft Stijn mij meegetroond naar de James Bondfilm Casino Royal. Die moesten we zien. Straffe film inderdaad, maar daar was hij in het Duits gedubd. Heel vreemd. In het hotel zijn we eens alle filmkanalen afgegaan, werkelijk alles is er gedubd, tot het gekreun in pornofilms toe.

‘Verloren Land’ is een speerpunt van het nieuwe Canvas. Hebben jullie de facelift vlot verteerd?

Steven: Wij hadden er al een en ander van gezien omdat we op de interne voorstelling de muziek verzorgden. Ik vind dat het er goed uitziet. Eigenlijk heb ik het moeilijk met mensen die puur uit gewenning niet voor vernieuwing openstaan. Vernieuwen doet men toch om dingen beter en moderner te maken? Thuis heb ik van de Canvasomlijsting nog niet zo veel gezien. Sinds ik een digitale recorder heb, ben ik verlost van het doelloos rondzappen. Nu programmeer ik wat ik interessant vind – muziekdocumentaires en concertregistraties op BBC en ZDF – en kijk ik wanneer ik wil. Al moet ik bekennen dat ik verslingerd ben aan kanalen met enkel videoclips uit de eighties, mijn puberjaren. Ik heb zelfs de hele dvd-box van Married with Children.

Maandag speelt The BlackBox Revelation in de ABBox het voorprogramma van Seasick Steven, de zwerver die een jaar geleden door Jools Holland uit de goot werd gepikt.

Steven: Daar zouden we heen moeten. Doorgaans zijn wij nogal op onze hoede voor zulke sprookjesachtige verhalen. Maar hier zit Jools Holland achter, en die geloof ik wel. Nog zo’n onwaarschijnlijk verhaal is dat van Paul Potts, de morsige gsm-verkoper die in een Britse talentenjacht als operazanger ontdekt werd. We zaten onlangs met hem op een gala, en dat is echt een onthutsend gewone gast. Meestal zat hij in z’n loge met zijn gsm te spelen. (lacht) En The BlackBox Revelation wil ik zeker zien. Zo jong en zo veelbelovend, straf.

Met ‘Jonge Filmfans’ wil Bozar het jonge volkje laten kennismaken met filmlegendes als Harold Lloyd. Proberen jullie de Scalameisjes ook wat cultuur bij te brengen als jullie in het buitenland optreden?

Steven: Zeker, we zorgen er altijd voor dat daar tijd voor is. Onze meisjes zijn intussen wel tussen de zestien en eenendertig, die weten dus zelf wel wat ze willen. Dat kan een hele namiddag shoppen zijn, maar onlangs hebben ze er in Berlijn zelf voor gekozen om het Holocaust-Mahnmal te bezoeken. Daar waren ze dan nog getuige van een incident waarbij iemand met een geweer op die gigantische blokken schoot.

Maandag stelt Bart Moeyaert zijn bundel ‘Gedichten voor gelukkige mensen’ voor. Iets voor jullie?

Stijn: Toch zeker voor mij. Ik volg Moeyaert al van toen hij met zijn hele knappe jeugdboeken debuteerde. Van die typische tienerliefdesverhalen waarin ik mijzelf als puber bijzonder goed kon herkennen. (lacht) Moeyaert heeft zo’n mooi taalgebruik dat je het als volwassene trouwens ook graag leest.

Steven: Op aansporen van Stijn lees ik ook af en toe wat poëzie, waaronder die van Moeyaert. Bij het schrijven van muziek zijn de teksten mijn achilleshiel, maar tegen 2009 willen we voor Scala een plaat met uitsluitend eigen materiaal klaar hebben. Nederlands- en Engelstalige poëzie dient daarbij als inspiratie.

Hans Van Goethem

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content