Barack Obama lijkt misschien uit het niets te komen, maar op tv waren er toch twee series die op de zaken vooruit liepen. Of hoe David Palmer uit 24 en Matt Santos uit The West Wing het pad effenden.

‘Ik heb ervoor gezorgd dat de gewone Amerikaan meer openstaat voor een zwarte president. Dat hij zich kan voorstellen dat hij op zo’n kandidaat zou stemmen.’ Aldus Dennis Haysbert enkele weken geleden in een interview. Haysbert speelde vijf seizoenen lang mee in de actieserie 24 en gaf daar gestalte aan David Palmer, die in de reeks als eerste zwarte poli-ticus tot president van de Verenigde Staten wordt verkozen. Volgens veel experts in de VS heeft Haysbert een punt. In de decennia voor 24 was er in de bioscoopzalen ook af en toe een zwarte president te zien – zoals Morgan Freeman in Deep Impact – maar Palmer kwam als eerste zo uitgebreid in beeld. Bovendien is zijn huidskleur zelden een thema in de serie, wat de boodschap meegeeft dat een zwarte president heel normaal is. Als er in het eerste seizoen een aanslag wordt beraamd op het leven van Palmer – op dat moment nog gewoon presidentskandidaat – heeft zijn ras daar weinig mee te maken: de terroristen handelen uit wraak, omdat Palmer ooit een geheime operatie heeft geleid die hen tot doelwit had.

En als we even over het hoofd zien dat Amerika onder zijn bewind een paar keer op de rand van de volledige vernietiging heeft gestaan, was Palmer – net als Obama een viriele veertiger – een erg goede president: recht door zee, betrouwbaar en eerlijk, moreel hoogstaand, een man uit één stuk. Hij heeft dan ook indruk gemaakt, zelfs op mensen van wie je het niet meteen zou verwachten. Onlangs peilde het Amerikaanse tijdschrift Entertainment Weekly bij de twee échte presidentskandidaten naar hun culturele voorkeuzen, en op de vraag wie zijn favoriete tv- of filmpresident is, gaf John McCain David Palmer op, omdat hij ‘een kerel is die moeilijke beslissingen neemt en altijd de controle behoudt’. En laat dat nu net twee zaken zijn waarvan McCain propageert dat Obama er niet zo goed in is.

De Santos-connectie

Wie wil weten hoe het er toegaat tijdens een presidentsverkiezing, heeft weinig aan de cartooneske actie van 24. Maar er is een andere recente tv-serie, The West Wing, waar het hele politieke proces wel op een heel indringende en meeslepende manier wordt getoond. En bovendien is The West Wing een prima cursus bij de strijd die nu in de VS aan de gang is, omdat Obama er zelf een hoofdrol in speelt.

Tijdens de Democratische Conventie van 2004, waar John Kerry voorgedragen werd, gaf Obama een speech die zo sterk was dat hij zijn eigen presidentskandidaat in de schaduw zette. In het publiek zat Eli Attie, een van de belangrijkste scenaristen van The West Wing, die op zoek was naar inspiratie voor het zesde seizoen, dat zou draaien rond de strijd om de opvolging van president Josiah Bartlet. Toen hij Obama bezig zag, wist hij meteen op wie hij zijn Democratische presidentskandidaat in de serie zou modelleren.

De Obama van The West Wing (waarvan het zesde en zevende seizoen tussen 2004 en 2006 werden uitgezonden) heet Matt Santos, een jonge, onervaren senator die lid is van een etnische minderheid – de latino’s. Santos moet vermijden dat hij gedefinieerd wordt door zijn afkomst – ‘I don’t want to be just the Brown candidate, I want to be the American candidate’, zegt hij op een bepaald moment- maar tegelijk mag hij zijn eigen etnische groep niet wegjagen, een gevoel dat Obama maar al te goed kent.

In de voorverkiezingen moet Santos het opnemen tegen de gedoodverfde favoriet – de vice-president – en net zoals bij de strijd tussen Obama en Hillary Clinton duurt het heel lang tot er een overwinnaar is. Al valt in The West Wing de beslissing pas tijdens de Democratische conventie, want dat levert natuurlijk betere tv op. De gelijkenissen tussen de fictie en de realiteit waren zo sterk dat Attie tijdens de echte voorverkiezingen een e-mail van de campagnemanager van Obama kreeg, met de boodschap: ‘Wij zijn jouw scenario’s nu aan het beleven.’

Ook wat de eigenlijke verkiezingen betreft, liep The West Wing vooruit op de actualiteit. Santos’ tegenstander Arnold Vinick is bijvoorbeeld een Republikein die een heel onafhankelijke positie inneemt en soms standpunten voorstaat die tegen zijn partij ingaan. Daarom ligt hij ook goed bij twijfelende kiezers en zelfs Democraten, net zoals John McCain veel stemmen haalt in het middenveld. Maar omdat Vinick religieus rechts te vriend moet houden, kiest hij als vicepresident iemand die heel duidelijk in hun kamp staat – net zoals McCain de uiterst conservatieve Sarah Palin aan zijn zij heeft. Ook Santos’ keuze voor een vicepresident klinkt vertrouwd: hij vraagt de ervaren oude rot Leo McGarry, de kabinetschef van Bartlet, om zijn running mate te worden, net zoals Obama Joe Biden een plaats gaf op zijn ’ticket’.

Als we op The West Wing afgaan – en wie het einde van de reeks nog niet gezien heeft, houdt nu beter op met lezen – maakt Obama de grootste kans op winst, want uiteindelijk haalt Santos het presidentschap. Al is er een maar: oorspronkelijk zou Vinick het laken naar zich toe halen, maar toen John Spencer – de acteur die Leo McGarry speelde – enkele maanden voor het einde van de reeks stierf, beslisten de scenaristen om als eerbetoon toch Santos president te laten worden. Obama kan dus maar beter op zijn tellen passen.

Er is overigens ook nog altijd hoop voor Hillary Clinton. Over enkele maanden gaat in de VS het zevende seizoen van 24 van start, en daarin staat er ditmaal een vrouw aan het hoofd van het land. Als we de logica van Dennis Haysbert volgen, zal Hillary’s tijd dus nog wel komen.

24 (Seizoen 1-5) en The West Wing (Seizoen 1-7) zijn allebei uit op dvd.

Door Stefaan Werbrouck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content