Roos Van Acker was vorige week alomtegenwoordig. Roos in de boekjes, Roos op de radio, véél Roos op tv. Op maandag schudde ze het stof van het opruiende verleden van bompa Van Acker, communist, genadeloze repressieman, dichter! De bewoners van rustoord Berkenhof waren nog niet bekomen van het beeld dat Verloren Land van hun Georges schetste, of de avond erop zette Roos in Virus haar eigen verzetsdaden op een rijtje. Een triootje? Ja. Een lesbische ervaring? Ja. Anaal verkeer? Ja. Piemeltje trek bij papa Van Acker? Ja, één keer. ‘Eén keer!’, sputterde Fons in Berkenhof. ‘Leugenares!’ Virus heet gevaarlijke tv te zijn, maar in rusthuis Berkenhof waren ze niet onder de indruk. ‘In onze tijd deden we dat ook allemaal, maar wij lieten de doofpot dicht.’ Ook ik was eerder verveeld dan gechoqueerd. En met de bewoners van rusthuis Berkenhof wacht ik vol spanning op de eerste voorouder van een Bekende Vlaming die tijdens de grote oorlog niet wit, niet lichtgrijs, maar pikzwart was.

Is het omdat ik – net als de bewoners van Berkenhof – zo moeilijk wen aan dat in TerZake vermomde nieuws, of betreft het een geval van jeugdsentiment? In ieder geval staat mijn toestel de laatste tijd weer vaker op den Hollander afgestemd. Deze week was daar zelfs een zeer specifieke reden voor: Nederland 2 heeft een nieuw boekenprogramma, De Leescoupé, dat de lezer centraal plaatst. Dat gaat als volgt: presentatrice Karin de Groot stapt op een trein en trekt een weerloze reizigster haar lectuur uit de handen. En zo hoorden we haar, met de galmende stem van een conducteur die een onvoorziene vertraging aankondigt, het einde van de stationsroman De onwillige vrijgezel voorlezen: ‘Nu zijn we nog alleen over.’ ‘Leest u dit graag?’ galmde de Groot verder. ‘Twee tot drie per week’, klonk het, als betrof het een doktersvoorschrift. Vervolgens lichtte de Groot ene Loes van haar zetel en duwde ze haar in de ‘leescoupé’. Loes las Dansen in het zand van André Bek, het verhaal van een nierpatiënt. Waarom Loes dat las? Omdat ze zelf een nier had gekregen van een vriend van haar schoonouders. ‘Mooi, mooi’, knikte de Groot met een maximum aan empathie. ‘Een vrouw met een verhaal.’ Ook Nanny had een verhaal. Zij las een paarsig boekje uit 1880 van Louise Stratenus. Vierhonderd boeken schreef Stratenus in een leven van amper 56 jaar. Hierop verwelkomde de Groot A.F. Th. van der Heijden aan boord als ‘schrijver van de week’. Uit zijn rugzakje diepte van der Heijden twee boekjes op. De Graaf van Monte Cristo en Amro’s eerste grote reis. Het eerste omdat het verhaal van generatie op generatie in zijn familie werd doorverteld, het tweede als eerste jeugdboek dat indruk op hem maakte. Hierna liet de presentatrice drie nieuwe boeken beoordelen door een deskundig treinpubliek (‘Dit kaft slaat werkelijk nergens op’), waarop ten slotte de meer professionele leesclub Twee vrouwen van Harry Mulish fileerde. Nee, in De Leescoupé winden ze er geen doekjes om. Het is zeer directe televisie die over lezen en boeken gaat, punt. Dat filmen op een trein minder evident is dan het op papier lijkt, doet niets af aan het feit dat dit programma boeken op zeer eenvoudige wijze tot leven wekt. Door mensen ze te laten aanraken, betasten, besnuffelen, bejubelen of afkraken.

Door Tine Hens

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content