Tine Hens
Tine Hens Journaliste voor Knack

Zal ik beginnen met een bekentenis? Critici krijgen al eens het verwijt dat ze geen groter genot kennen dan het spuwen van gal, en dat ze zelf niet meer zijn dan die gal, ofte een combinatie van de meest onaangename smaken. Mensen tot op het bot afkraken, ja, maar zelf iets doen of iets persoonlijks vertellen: ho maar! Wel, ik ben de eerste om toe te geven dat weinig menselijks me vreemd is, en zeker niet een diepe vertwijfeling. Voilà, mijn bekentenis. Hoor ik u daar roepen dat dat u geen ene moer kan schelen? Dat begrijp ik, maar voor mij voelt het aan alsof ik een open wonde verzorg met schuurpapier: het steekt een beetje. Ik behoor te weten. Ik behoor te oordelen. Na het ondergaan van De Kinderpuzzel bleef ik echter verweesd, verward en lichtjes dolend achter.

En dan niet omdat ik me het hoofd brak over de perfecte ouder-kindcombinatie. Om eerlijk te zijn: die kwestie laat me even koud als de wintertenen van Mr. Q. Ik heb me altijd behoorlijk geërgerd aan de traditionele vivisectie van de pasgeborene. Grootouders, nonkels, tantes en verre nichten werpen zich rond zo’n wieg allemaal op tot experten in de genetica. De ogen van tante Josée. Sprekend! De neus van nonkel Karel. Spijtig. De mond van – ja, van wie is die mond? Hebben jullie zulke monden in de familie? Neen, zo’n mond komt bij ons niet voor – waarop de trotse mama het gesprek wanhopig op een ander spoor probeert te duwen. Gelijkenissen tussen kinderen en ouders: er is altijd wel iemand die er niet helemaal blij mee is.

Het boeiendste aan De Kinderpuzzel is volgens mij vooral de vraag hoe een mens het in zijn hoofd haalt met 32 kinderen naar de Ardennen te trekken. De vraag wat een mens bezielt om zo’n gigantische machine in gang te zetten. Reken maar eens uit: eten voor al dat volk – en het liefst evenwichtig of je krijgt Sonja Kimpen nog over de vloer. Bovendien moeten die kinderen een beetje opgevoed blijven of je krijgt Supernanny er gratis bij. Plus: voldoende alcoholische dranken zijn nodig of de ouders komen in opstand. Dat moet ik Bart De Pauw alvast nageven: in de eerste aflevering van De Kinderpuzzel heeft hij alle vermeende nakomelingen van De Mol duidelijk gemaakt wie ooit mee het origineel bedacht. Niets is wat het lijkt, ieder gesprek kan tegen je gebruikt worden en in iedere opdracht zit wel weer een andere opdracht verstopt, met de nodige paranoia tot gevolg.

Voor liefhebbers van het genre is dit een vorm van opperste genot. De El Bulli van het reality-avontuur. Ik houd alleen niet zo van het genre. Al dat gejakker, gehijg en geroep in ademnood herinnert me meer aan bevallen dan aan boeiende televisie. Bovendien blijft het problematisch om zo veel ondernemingszin overkoepelend in beeld te brengen. En dus wordt alles razendsnel gemonteerd en worden de dode momenten opgevuld met beelden uit het interludiumarchief: een wegschietende hagedis, een zomerse weide of een koe die rustig gras kauwt. Niets waarnaar ik bijzonder graag kijk. Ik sta evenmin te springen om die negen koppels te leren kennen, met hun onvermijdelijke kleine kantjes die onbedoeld komen bovendrijven. Na aflevering één is het bijvoorbeeld al duidelijk dat Loes enigszins competitief is aangelegd. En dat haar man niet van plan is te vertellen welk werk hij doet. Want dat zegt natuurlijk alles over je kinderen. Van paranoia gesproken .

Elke zondag om 20.25 op één.

Lees nog meer recensies en bedenkingen in de blog Testbeeld op FOCUSKNACK .BE

Tine Hens

‘Voor liefhebbers van het genre is dit een vorm van opperste genot. De El Bulli van het reality-avontuur. Alleen ben ik niet zo’n liefhebber.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content