Scenarist Eric Roth is niet van de minsten: hij werkte al met Robert Zemeckis, Michael Mann en Steven Spielberg. En toen Robert De Niro zijn script voor ‘The Good Shepherd’ onder ogen kreeg, bewoog hij hemel en aarde om het te mogen verfilmen. Roth blikt terug op de films waaraan hij meewerkte.

Forrest Gump 1994

‘Ik las het boek van Winston Groom pas nadat ik de opdracht had gekregen om het te bewerken. Aanvankelijk vond ik er niet veel aan, en ik legde het al snel opzij. Maar toen ik me wat probeerde te ontspannen, begon het me plots te dagen: wat ik met dat verhaal moest doen, was de nadruk leggen op de frictie tussen feit en fictie. Door een fictief personage als de simpele Gump in aanraking te laten komen met historische figuren als John Lennon, John F. Kennedy en Richard Nixon werd hij een mens van vlees en bloed. Ik moet bekennen dat ik vreemd opkeek toen de film een daverend succes werd. Maar voor regisseur Robert Zemeckis was het zo klaar als een klontje: zelfs als je de film op zich maar niks vond, werkte hij nog steeds als een rouwgedicht over enkele pijnlijke momenten uit de Amerikaanse geschiedenis.’

The Horse Whisperer 1998

‘Een verschrikkelijke ervaring. Robert Redford en ik kregen bijna meteen ruzie. Ik stelde voor om zijn personage, Tom de paardenfluisteraar, ongeveer even oud te maken als Redford zelf en hem met zijn eigen sterfelijkheid te confronteren. Die subplot had iets meer ‘gravitas’ kunnen verlenen aan het oorspronkelijk wat magere verhaaltje van Nicholas Evans. Maar Redford voelde zich beledigd en wou niet meer met me praten. Mijn scenario werd daarna herwerkt door Richard LaGravenese, de man die o.a. The Bridges of Madison County adapteerde voor Clint Eastwood. Sindsdien probeer ik boekbewerkingen te vermijden. Het gezeur van een wereldberoemde acteur-regisseur kan ik nog net aan, miljoenen lezers die zich blindstaren op de kleinste aanpassingen: daar pas ik voor.’

The Insider 1999

‘Michael Mann nam contact met me op nadat hij mijn scenario van The Good Shepherd had gelezen. Hij had een eerste versie van The Insider geschreven – het project heette toen nog ‘Man of the People’ – maar zat vast. Ik herschreef het script en diepte Russell Crowes personage, klokkenluider Jeffrey Wigand, iets meer uit. Het waargebeurde verhaal van de man die zijn financieel en familiaal geluk op het spel zette toen hij in 1994 de wereld inlichtte over de malafide praktijken van de tabaksindustrie, had iets enorm herkenbaars voor me. De angst voor afzondering en eenzaamheid vormt een rode draad in mijn werk én mijn leven. Ik ben eigenlijk nog nooit echt alleen geweest. Toen ik bij mijn ouders woonde, deelde ik steevast een kamer met een van mijn broers en ik ben getrouwd op mijn achttiende. Als ik eens een nacht alleen moet doorbrengen, vind ik dat verschrikkelijk.’

Ali 2001

‘Michael Mann en ik raakten bevriend tijden het schrijven van The Insider. We bleven contact houden en hij betrok me ook bij zijn Mohammed Aliproject. Onze werkmethodes verschillen nochtans als dag en nacht. Ik probeer heel precies te werk te gaan. Hoe minder woorden ik schrijf, hoe beter. Michael lijkt daarentegen op een geobsedeerde loodgieter die alles perfect wil installeren. Als hij nog maar vermoedt dat er iets niet juist zit, herschrijft hij alles. Ironisch genoeg komt hij op die manier meestal weer uit waar hij begonnen is. Maar het is die gedreven, hyperkinetische stijl die zijn films een eigen gezicht geven. Over het eindresultaat was ik in het geval van Ali dan weer minder tevreden. Omdat we heel weinig tijd hadden, verdeelden we het werk: ik schreef de eerste twee acts, terwijl hij zich op de derde concentreerde. Ik heb nog geprobeerd zijn deel te herwerken zodat het mooi zou aansluiten, maar dat is niet echt gelukt. En dat merk je als je de film bekijkt.’

Munich 2005

‘Steven Spielberg vroeg me of ik een script over de Joods-Palestijnse kwestie wou herwerken. Twee andere scenaristen hadden een lange en gecompliceerde eerste versie geschreven, maar die werkte volgens hem niet. Het was een moeilijke opdracht omdat ik zelf een Jood ben en nog altijd niet goed weet wat mijn standpunt in die problematiek is: het ene moment vraag ik me af of het Israëlische geweld wel te verantwoorden valt; als de Palestijnen even later een autobus vol schoolkinderen opblazen, ben ik de eerste om te roepen: ‘Let’s kill ‘em all!’ Het werd geen vruchtbare samenwerking: na een tijdje zette ik er een punt achter omdat hij niet goed wist wat hij wou. Hij is een van de bekendste Joden in Amerika en die film was dan ook een grote gok voor hem. Op enkele actiescènes na heb ik met het finale script nog weinig te maken. Uiteindelijk heeft Pulitzerprijswinnaar Tony Kushner er een totaal andere stem aan gegeven. De dialogen klinken me echter iets te theatraal.’

The Good Shepherd 2007

‘Door het succes van Forrest Gump kreeg ik van de Hollywoodjongens carte blanche voor mijn volgende scenario. Thema’s als plicht, eer en vertrouwen hebben me altijd mateloos gefascineerd. En met The Good Shepherd zag ik mijn kans schoon om die te combineren met een ander stokpaardje van me: de ontstaansgeschiedenis van de CIA. Ik vatte het verhaal op als een ‘ The Godfather-voor-universitairen’. Het is geen toeval dat Francis Ford Coppola geruime tijd aan het project verbonden was. Toen hij er zich om persoonlijke redenen uit terugtrok, begon een lange lijdensweg. Talloze regisseurs – onder wie Wayne Wang, Philip Kaufman en John Frankenheimer – wilden het scenario verfilmen, maar het mocht telkens niet zijn. Frankenheimer wist echter dat De Niro, met wie hij Ronin had gemaakt, geïnteresseerd was in de CIA en had hem een rol aangeboden. Toen John overleed, sprak Robert me aan over het project. De rest is geschiedenis.’

Door Steven Tuffin

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content