Waar dweept het jonge geweld mee? Vijf Vlaamse muzikale beloften poseren met en causeren over hun geliefkoosde voorwerp.

Saar van de Leest en Florence Henry – Capsule Super sampler

‘Onze sampler is er al bij vanaf het prille begin. 750 euro kostte hij, een flinke hap uit ons budget, maar we wilden absoluut zo’n sampler van begin jaren 90. Het was toen niet eens zo moeilijk om er eentje te vinden: de meeste mensen schakelden over op computers en wilden van hun ‘oude brol’ af. Een computer is misschien gebruiksvriendelijker, maar niet voor ons: wij kunnen er niet mee overweg. Geef ons maar de flikkerende knopjes van zo’n versleten sampler.’

‘De sampler gaat haast overal mee. Zelfs op reis. Je weet nooit waar het goed voor is. Zo zijn we ooit door motorpech en bij rotweer in een Franse camping vol bejaarden gestrand, maar we hebben er wél een fijn nummer aan overgehouden, opgenomen in de koffer van onze auto. We zijn ook al eens op een vervallen boerderijtje geluiden gaan registreren. In ruil hebben we de hele tuin aangepakt, daaruit is Slave voortgekomen.’

‘De meeste geluiden nemen we wel dichter bij huis op, dan trekken we met de sampler ’t stad in. Zo proberen we al heel lang een dakloze Duitser op band te krijgen. Die loopt voortdurend te vloeken, maar telkens als we onze recorder bovenhalen, zwijgt hij plots. We hebben wel al een prachtig geluid van een betonmolen op een bouwwerf, dat klinkt als een zieke robotwalvis, en van de boten op de Schelde – het mooiste geluid dat er bestaat.’

‘Maar onze sampler wordt oud. Een tijdje geleden hebben we hem van de fiets laten vallen en leek hij onherstelbaar beschadigd. Men verklaarde ons voor gek dat we hem nog wilden laten maken, er zijn ook een paar knopjes die niet meer werken. Hoe onvoorspelbaar onze sampler nu ook is, hij loont de moeite. Met een computer krijg je alle geluiden uit een machine en moet je niet meer buitenkomen, maar je krijgt ook een heel eenvormig geluid. Geef ons dan maar de charme van een sampler, die klink authentiek stoffig en bedompt. We gingen ons niet voor niets eerst ‘Ruis’ noemen.’

Debuutalbum: ‘Haunted House’ verschijnt op 26/2 bij Lowlands

Klinkt als: Een aanstekelijke cocktail van horrorsoundtracks, sciencefiction, roaring twenties, vaudevillepop, cartoonjazz en swampblues, met een zangtrio dat herinneringen oproept aan – schrik niet, het klinkt geweldig – The Andrew Sisters.

MIRA BERTELS – MIRA Soul Woman

‘Die zwarte zangeres stáát er, met haar stevige benen lichtjes gespreid, haar rood kleed over haar gezette lichaam gedrapeerd en haar mond wijd opengesperd. Ze zingt de ziel uit haar lijf, ze slaakt een oerkreet. Voor mij is ze de incarnatie van pure soul, Nina Simone, Aretha Franklin, Billie Holiday in één. Ik hou het meest van zangeressen die zich op het podium helemaal smijten en zo een ongelooflijke kracht uitstralen. Hun muziek komt recht uit het hart en dat voel je.’

‘Ik weet dat ik nooit een soulzangeres zal worden, ik heb nu eenmaal die zwarte stem en schwung niet. Maar ik probeer wel mijn ziel in mijn teksten te stoppen, in sommige liedjes geef ik mezelf helemaal bloot. Neem nu Mijn Engelke, dat lijkt een heel rooskleurig liedje, maar aan het eind schreeuw ik dat hij mij doet kotsen, daar ben ik bloedeerlijk. Op het podium ben ik heel uitbundig. Ik wil dan volledig mezelf zijn, al laat ik me bij sommige songs dan weer helemaal gaan in een theatrale vertolking. Die extremen horen bij mij, het is te nemen of te laten.’

‘Dat ik er inspiratie uit haal, is misschien veel gezegd, maar het is voor mij wel een belangrijk beeldje om in huis te hebben. Het is echt iets van mezelf. Mijn vader en zus hebben me heel wat muziek leren kennen, maar de jazz van de jaren 40 en de soul van de jaren 60 heb ik op mijn eentje ontdekt. Toen ik dat beeldje kocht in de Kringloopwinkel van Lier, straalde het een voor mij ongezien engagement uit. Dat vind ik het mooiste wat er is en in die zin is die stenen zangeres zeker een rolmodel voor mij geweest.’

‘Ik identificeer er me graag mee. Wie bij mij op bezoek komt en dat beeldje ziet staan, leert iets over mij. Het vertelt iets over mij en waar ik voor sta. De kracht van die vrouw, daar zoek ik naar. Ik ben niet echt een beeldenmens, ik heb hoogstens wat dingen aan de muur hangen. Daarom is het ook zo uniek dat dit beeld mij meteen aansprak. De saxofonist die er in de winkel naast stond, interesseerde me totaal niet. Maar zij was zo mooi dat ik er niet aan kon weerstaan. Intussen staat ze al een jaar of zeven op mijn kast en het klopt nog steeds.’

Debuutalbum ‘In de Daluren’ (Uit sinds november bij Evil Penguin Records.)

Onze commentaar: ‘Randje kleinkunst, randje pop, randje cabaret… Mira is van alles wat, maar vooral geheel zichzelf. Geef ze de kans om te groeien en we hebben eindelijk een Vlaamse chansonnière.’

Philip Bosschaerts – Mintzkov Heilige schriftjes

‘Naast mijn gitaar en mijn muts heb ik één vaste waarde: mijn heilige schriftjes. Thuis heb ik een hele stapel, met kleurige kaften, ijzeren ringetjes en van het merk Bureauclass. Atomaschriftjes komen er bij mij níet in. Mijn schriftjes moeten geruit zijn, lijntjes zijn mijn ding niet. Ruitjes laten je toe in alle richtingen te schrijven en ogen mooier. Ik werk ook maar in een schriftje tegelijk, pagina per pagina.’

‘Ik schrijf er alles in: teksten, muziek, telefoonnummers, afspraken, droedels… het is tegelijk kladboek, ideeënnaslagwerk en agenda. Vroeger schreef ik teksten op losse papiertjes, duizenden kasticketjes en post-its waarin je niets terugvindt. Nu neem ik mijn schriftjes overal mee. Vandaar dat je me vaak met een rugzak zal zien, in mijn jas passen ze niet. Je weet nooit wanneer je een schitterend idee krijgt.’

‘Iedereen mag in mijn schriftjes kijken – het zijn geen dagboeken – maar niemand zal er wijs uit raken. Erin schrijven mag níet. Onze drummer is de enige die er ooit in geschreven heeft, om een tekst voor mij te maken. Na twee zinnen heb ik het uit zijn handen gerukt. Ik haat het ook als mensen een blaadje willen lenen. Noem mij fanatiek, maar ik kan er toch niet zomaar papier uitscheuren.’

‘Nu de plaat af is, staan er vooral praktische afspraken in en véél lijstjes! Tracklistings, tourdata, mixes… Tegenwoordig doen mensen alles met de computer, dit is toch gezelliger? In mijn schriftjes kan ik kribbelen met kruisjes, streepjes, bolletjes en pijltjes. Hoe onoverzichtelijk ze er ook uit zien, voor mij reduceren ze de wanorde. Ze verliezen zou een regelrechte ramp zijn.’

Tweede worp: ‘360°’ verschijnt op 16/3 bij Rockoco/Bang!

Onze verwachtingen: Zijn hooggespannen, want – één – hun debuut ‘M For Means And L For Love’ (2003 – toen nog onder de naam Mintzkov Luna) vonden wij zwaar onderschat en – twee – voor hun tweede kropen ze de studio in met producer Mark Freegard (zie ook The Breeders en Marilyn Manson).

Gregory Frateur – Dez Mona Trouwe ring

‘Al elf jaar zijn mijn ring en ik onafscheidelijk. Toen ik hem zag in een juwelenzaakje in Madrid, wist ik meteen dat ik hem moest hebben – na het passen kreeg ik hem trouwens niet meer uit. Ik vind hem prachtig. De vorm is heel simpel, zelfs sober, het is gewoon een stalen kegel met een scherpe punt. Voor mij straalt hij echter ongelooflijk veel kracht uit. Misschien vinden sommigen hem te excentriek of gothic, maar ik heb altijd graag opvallende juwelen gedragen. Toen ik een jaar of zeventien was, hingen mijn handen vol met extreme ringen met pinnen of edelstenen.’

‘Deze ring is de enige die daar nog van overblijft. De andere ben ik ontgroeid, maar deze is echt deel geworden van mijn lichaam. Ik heb hem nog nooit uitgedaan en zal dat waarschijnlijk ook nooit doen. Intussen beschouw ik hem als de trouwring tussen mijn lichaam en ziel, zo sterk voel ik me ermee verbonden. Het is een beetje zoals een vriend die je al lang kent, je gaat er steeds meer van houden. Die ring is nu een met mezelf.’

‘Hij reflecteert mijn persoonlijkheid. Hij weerspiegelt mijn zelfzekerheid, maar door de ronde, oneindige vorm ook mijn angst om te blijven stilstaan. In de punt herken ik dan weer mijn scherpe kantjes. Ik weet dat ik wel eens mijn stem durf te verheffen of met mijn vuist op tafel te slaan als er niet naar me geluisterd wordt. Ik begrijp dat mensen er agressie in lezen, mijn grootmoeder vindt hem angstaanjagend. Maar voor mij overheerst de schoonheid. Het is een beetje zoals met een roos: sommigen zien het gevaar van de doornen, anderen de pracht van de bloem.’

‘Ik besef dat het geen alledaags juweel is en dat het mij een rebels uitzicht geeft. Ik vind het wel een fijn gevoel dat ik niet zomaar het zoveelste nummertje ben. Trouwens, ik merk dat het veel mensen intrigeert. Je hoort wel eens dat mensen een gespreksonderwerp nodig hebben, wel, mijn ring is al vaak de aanleiding geweest tot een gesprek. Zo leer je nog fijne vrienden kennen ook. Daarnaast gebruik ik hem zelfs als stressbal, ik beweeg veel met mijn handen en zit voortdurend aan mijn ring te draaien om na te denken. Zoals nonnen hun paternoster gebruiken.’

Tweede worp: ‘Moments of Dejection or Despondency’ verschijnt op 5/3 bij PIAS

Klinkt als: Antony and the Johnsons, Dresden Dolls, Gavin Friday (Virgin Prunes): demonisch en dramatisch dus.

Johannes Verschaeve – The Van Jets Vaders gitaar

‘Mijn eerste gitaar was ook de eerste gitaar van mijn vader. Hij heeft ze in 1967 gekocht en er zichzelf op leren spelen. Het is een goedkope, heel eenvoudige, klassieke akoestische gitaar, maar ze heeft wel een lange geschiedenis. Mijn vader trad vroeger op met zelfgeschreven bezinningsliederen en mijn broer en ik hielpen als kind al met de belichting. Hoe vaak heb ik hem vanuit mijn bed niet die gitaar horen stemmen?’

‘Toen ik ze als puber voor de eerste keer in handen kreeg, stonden er maar twee snaren meer op. Ik heb ze dan maar zelf besnaard en zelfs ‘cool’ geschilderd: donkerbruin en dan in grote witte letters Nirvana erop – ik was nogal een hevige fan toen. Mijn eerste akkoorden heb ik hierop leren spelen. Voor ik het goed en wel besefte, maakte ik nummers, gewoon vanuit mijn buikgevoel, zonder de bedoeling erin verder te gaan. Ze herinnert me aan die tijd, toen muziek nog een onschuldige bezigheid was.’

‘Doordat er achteraan een gat in zat, kon ik er een microfoon in steken. Toen ik ze met mijn eerste groepje – met de stoere, intellectuele naam Sonus Adversus, vijandig geluid – door mijn stereo liet knallen, was ik zwaar onder de indruk. Optreden deden we niet, maar we namen wel liedjes op cassette op. Die steekt in een schatkist die ik op mijn 17e heb begraven in de tuin van mijn ouders. Ik vraag me af of dat cassetje de vochtigheid heeft overleefd.’

‘Nu is die gitaar haast onbespeelbaar. Als je de vier resterende snaren onder de juiste spanning brengt, zou de klankkast kraken, vrees ik. Toch speel ik er nog op, ik vind ze heerlijk dof en rauw klinken. Dan doe ik dingen waaraan ik met een andere gitaar niet zou denken.’

Debuutalbum: ‘Electric Soldiers’. Nu uit bij Bang!

Onze commentaar: ‘Rotaanstekelijke fun-‘n-roll die met seventiesrock à la Thin Lizzy en glampop genre David Bowie vergroeid is en dus ook naadloos aansluit bij het betere gitaarwerk van contemporaine groepen als The Datsuns en The Von Bondies.’

Door Barbara De Coninck – Foto’s Charlie De Keersmaecker

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content