Hij is vooral bekend als de rijzige Morpheus uit de The Matrix-trilogie, maar vanaf nu brengt Laurence Fishburne zijn indrukwekkende cool ook mee naar de set van CSI. Daar neemt hij de plaats van William Petersen in. ‘Ik maak mezelf niets wijs: ik stap in de schoenen van iemand die onvervangbaar is.’

Geen paniek als u een dezer dagen naar CSI zit te kijken: u maakt geen ‘glitch’ in de ‘Matrix’ mee, het is wel degelijk Morpheus die u in Las Vegas tussen de forensische onderzoekers ziet lopen. Vanaf deze week maakt Laurence Fishburne, de acteur die wereldwijd beroemd werd met zijn hoofdrol naast Keanu Reeves in de The Matrix-trilogie, immers zijn opwachting in de Amerikaanse misdaadreeks als Ray Langston, een professor met een achtergrond als patholoog die de rechercheurs van de gokstad komt versterken. Fishburne, die de laatste jaren minder in de bioscoop te zien was en vooral prijzen oogstte op de Amerikaanse theaterplanken, keert met zijn rol in CSI voor de eerste keer in twintig jaar terug naar een tv-serie. En dan nog wel naar een van de populairste reeksen ter wereld. Nochtans had de man zelf nog nooit een aflevering gezien toen hij gevraagd werd, geeft hij toe. ‘Om eerlijk te zijn, voelde ik me een beetje stom en beschaamd’, zegt hij. ‘Gelukkig konden de makers erom lachen en hebben ze me een dvd opgestuurd met een paar afleveringen. Toen ik die zag, was ik meteen verkocht: het was spannend, sfeervol en een beetje donker, zoals veel van de dingen waarin ik meegespeeld heb.’

Zo werd Fishburne lid van de ondertussen grote groep Hollywoodacteurs die de laatste jaren de overstap hebben gemaakt van het witte doek naar het kleine scherm. Al maakt hij zelf dat onderscheid niet. ‘Voor mij is het allemaal hetzelfde’, zegt hij. ‘Film, theater, televisie, radio, poppenkast, het maakt me niets uit, zolang ik maar kan acteren.’ Maar Fishburne is natuurlijk nooit tot de absolute top van de film-industrie doorgebroken en hij is intussen op een leeftijd gekomen dat een rol in een langlopende tv-serie erg aanlokkelijk oogt. In dat opzicht zit hij in hetzelfde schuitje als zijn vriend en collega Gary Sinise, die enkele jaren geleden de leiding over CSI: New York op zich nam. Die omschrijft meespelen in een tv-serie als ‘de luxe om je geen zorgen meer te hoeven maken over je volgende rol’ en dat is een gevoel waarin Fishburne zich kan herkennen. ‘Er zijn in mijn carrière meer dan genoeg periodes geweest dat ik me zorgen heb gemaakt’, zegt hij. ‘Als je dan de kans krijgt om mee te doen in een van de meest bekeken series ter wereld en daar goed geld mee kan verdienen, waarom zou je dan twijfelen?’

‘Geen Grissom, geen interesse’

Wel, vanwege de man die hij komt vervangen bijvoorbeeld. Fishburne is namelijk niet zomaar een extra kracht in het team van CSI, hij moet de plaats innemen van William Petersen, die jarenlang in de huid kroop van teamleider Gil Grissom, de enigmatische chef met een bizar gevoel voor humor. Na ruim acht seizoenen en bijna tweehonderd afleveringen vond Petersen het welletjes. Hij zette een punt achter CSI om terug te keren naar zijn eerste liefde: het theater. ‘De serie werd te comfortabel voor mij’, zei Petersen bij zijn afscheid in Entertainment Weekly. ‘ CSI was te veilig: ik hoefde niet veel te werken en ik verdiende veel geld, maar als artiest wilde ik nieuwe zuurstof. ‘Ik heb de afgelopen jaren ook met een hoop echte CSI’s gepraat en blijkbaar is een gemiddelde carrière in die sector heel kort. Na een paar jaar wilden ze allemaal liever adviseur worden bij onze serie dan nog in een steegje vingerafdrukken te zoeken op vuilniszakken. Dat Grissom weggaat, is dus niet onlogisch.’ In plaats van mee te spelen in een wereldwijd bekende tv-serie, treedt de man – die op het einde ongeveer zeshonderdduizend dollar per aflevering verdiende – nu op in zijn thuisstad Chicago voor een publiek van een paar honderd man.

De erfenis van Petersen – die wel nog altijd producent van de reeks is en normaal gezien in de toekomst af en toe een gastrol zal komen spelen – is loodzwaar. De acteur was van bij het prille begin bij CSI betrokken en zijn personage bepaalde met zijn onderkoelde ironie ook voor een groot deel het gezicht van de serie. De reacties toen het nieuws van zijn afscheid bekendraakte, logen er niet om. Of zoals één fan het kort en bondig samenvatte: ‘Geen Grissom, geen interesse.’ Als we vragen of de populariteit van zijn voorganger voor extra stress zorgde, kijkt Fishburne meteen heel ernstig. ‘Ik heb er zo weinig mogelijk aan proberen te denken in wiens voetsporen ik moest treden. Ik wil mijn eigen weg bewandelen. Maar je hebt gelijk: Billy heeft bijzonder grote voeten en ik maak mezelf niets wijs: ik stap in de schoenen van iemand die onvervangbaar is.’ De acteur die op het scherm altijd en overal een onaantastbare cool tentoonspreidt, was één brok zenuwen toen hij voor het eerst naar de CSI-set kwam. ‘Ik was met de motor gekomen’, herinnert hij zich, ‘en toen ik binnenkwam, had ik mijn helm onder de arm. Achteraf hebben ze me verteld dat ik me tijdens die eerste vergadering de hele tijd aan die helm heb zitten vastklampen, als was het een reddingsboei.’

Een welgemeende ‘fuck’

Niet alleen voor Fishburne was het stresserend, ook de mensen achter CSI zullen zich de nagels hebben afgebeten als ze zich een toekomst zonder Petersen voorstelden. Zeker aangezien Grissom het derde personage in korte tijd was waarvan de kijkers afscheid moesten nemen: in reeks 8 werden ook Sara Sidle en Warrick Brown, die er eveneens vanaf het begin bij waren, uit de reeks geschreven – de eerste grotendeels, de tweede permanent. Voor één keer was de scenaristenstaking die Hollywood begin 2008 teisterde een zegen. Normaal gezien zou Petersen er immers al in het achtste seizoen een punt achter gezet hebben, en dan was de reeks in één klap drie personages van het eerste uur verloren. Door de staking moest dat seizoen echter ingekort worden, zodat er niet genoeg tijd was om Grissoms afscheid op een goede manier te behandelen, en Petersen stemde ermee in om er nog een half seizoen bij te doen. Dat gaf de producers niet alleen de kans om rustig naar een volwaardige vervanger te zoeken (naast Fishburne waren ook Kurt Russell en John Malkovich lang in de running), ze konden ook een aflevering opnemen waarin Grissom zelf aan Langston gaat vragen om rechercheur te worden. ‘Ze hebben het erg slim aangepakt’, zegt Fishburne. ‘Ten eerste moet Langston onder aan de ladder beginnen bij CSI en is hij niet ‘de nieuwe chef’. En Grissom introduceert zelf mijn personage bij zijn collega’s, waardoor het tegenover het publiek ook lijkt alsof Billy mij zijn persoonlijke zegen geeft.’

Die strategie wierp zijn vruchten af: de aflevering waarin Fishburne debuteert, trok in de VS bijna 21 miljoen kijkers, een getal dat bijna 20 procent hoger lag dan de week voordien. De bazen van zender CBS waren zelfs zo opgetogen over dat resultaat dat ze de acteur enkele dagen nadien een contract onder zijn neus schoven om ook in de toekomst tv-series voor hen te maken. Misschien kraaiden ze net iets te vroeg victorie, want de weken daarna gingen de kijkcijfers stevig naar beneden en tegen het einde van het negende seizoen was de neergang zo ernstig geworden dat de makers enkele noodgrepen moesten bedenken. Zo zetten ze voor de eerste keer een cross-over op het getouw tussen de drie CSI-series, waarbij Langston – ‘als een balletje in een flipperkast’, zoals Fishburne het omschrijft – van de ene reeks naar de andere gaat om er aan dezelfde zaak te werken. Die trilogie, die hem bekender en populairder moest maken, werd afgelopen november uitgezonden in de VS. Een tweede ingreep was om Langston in het tiende seizoen wat innemender te maken, omdat uit reacties bleek dat veel kijkers hem te ernstig vonden.

Als je met Fishburne praat, besef je dat de ontspannen Langston toch iets meer acteerwerk zal vergen dan de afstandelijke professor. De acteur is immers bijna even intimiderend als sommige personages die hij gespeeld heeft, en niet alleen door zijn rijzige gestalte. Hij antwoordt met afgemeten zinnen, gooit er af en toe een welgemeende ‘fuck’ tussen en kijkt met een priemende blik in je ogen, ook als je denkt dat hij een grapje aan het maken is. Als hij een onschuldige vraag krijgt over zijn privéleven, wimpelt hij die af met een droog ‘I don’t talk about that’, waarbij hij meteen duidelijk maakt dat je niet verder die weg in moet slaan. Er is echter één onderwerp waarvoor hij wel rechtop gaat zitten: de verkiezing van Obama. Fishburne werd net als de president geboren in 1961 en groeide op in een Amerika waar de segregatie deel uitmaakte van de dagelijkse realiteit. ‘Ik heb er mijn hele leven en carrière voor moeten vechten dat mensen voorbij mijn huidskleur keken’, zegt hij. ‘Nu Obama verkozen is, heb ik het gevoel dat die strijd eindelijk gestreden is. Maar ik voel me niet alleen als zwarte Amerikaan goed bij zijn verkiezing, maar ook als Amerikaan tout court. Die acht jaar onder Bush was ik diep beschaamd door de arrogantie en ’the whole fucking shooting match’ met de rest van de wereld waarin we betrokken leken. Nu kunnen we weer onder de mensen komen.’

CSI

Elke maandag, 22.40 – VT4. De laatste aflevering met Gil Grissom is te zien op 8/2.

DOOR STEFAAN WERBROUCK

‘Ik was één brok zenuwen toen ik voor het eerst naar de CSI-set kwam. Ik heb me de hele tijd aan mijn motorhelm vastgeklampt, als was het een reddingsboei.”Ik heb er mijn hele leven en carrière voor moeten vechten dat mensen voorbij mijn huidskleur keken.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content