In de dubbele biopic Che duikt genrekameleon Steven Soderbergh de Latijns-Amerikaanse geschiedenis en jungle in. En dat in het zog van de marxistische revolutionair Ernesto ‘Che’ Guevara (1928-1967). Op zoek naar de man achter de mythe, de posters en de T-shirts. ‘In de maatschappij die hij nastreefde zou ik nooit aan de bak gekomen zijn.’

Iedereen kent hem als die linkse posterboy met baard en baret. Maar wie was Ernesto ‘Che’ Guevara écht? Wat waren zijn denkbeelden en strategieën? En waarom koos hij ervoor om na de geslaagde Cubaanse Revolutie van 1958 de Boliviaanse jungle in te trekken alwaar hij in 1967 – op 39-jarige leeftijd – werd geëxecuteerd?

De Amerikaanse veelfilmer Steven Soderbergh – bekend van sex, lies, and videotape (1989), Traffic (2000), Erin Brockovich (2000) en de Ocean’s-Films (2001, 2004 en 2007) – laat Hollywood even links liggen en onderneemt met het dik vier durende tweeluik Che een veeleer analytische dan heroïserende poging om bovenstaande vragen te beantwoorden.

Daarvoor baseerde Soderbergh zich op twee memoires van Guevara ( Reminiscences of the Cuban Revolutionary War én diens Boliviaanse dagboek) en vooral ook op het scenario van Peter Buchman en de research van hoofdrolspeler Benicio Del Toro. Beiden vlooiden jarenlang de archieven uit op zoek naar de waarheden en misverstanden omtrent de Argentijnse dokterstudent die na zijn dood tot hét icoon van jeugdig en links geïnspireerd verzet zou uitgroeien.

De eerste film The Argentine is de meest conventionele van de twee. De prent focust op Guevara’s rol in de Cubaanse Revolutie en op de campagne tegen dictator Fulgencio Batista aan de zijde van Fidel Castro, met zwart-witfragmenten van zijn beroemde speech uit 1964 in het New Yorkse VN-hoofdkwartier als ideologische intermezzi. Deel twee Guerilla oogt met zijn kleinere beeldformaat en doemsfeertje dan weer een stuk elegischer en gaat over Che’s mislukte poging om de revolutie te exporteren en zijn neergang in de Boliviaanse jungle.

Ondanks de epische schaal van het project en de aanhoudende fascinatie voor Guevara, vormen beide films – die Soderbergh zelf als één geheel beschouwt – echter niet bepaald een commerciële of kritische zegetocht. Zo hekelden nogal wat recensenten Soderberghs formalistische benadering van Guevara. Anderen, zoals de Cubaanse emigranten in de States, verweten hem dan weer onvoldoende aandacht te schenken aan de schaduwkanten van diens gewapende guerrillastrijd.

‘Die kritieken had ik verwacht’, aldus Soderbergh. ‘Als je een biopic maakt over een historisch figuur die zowel gecontesteerd als geromantiseerd wordt, weet je vooraf dat je niet iedereen tevreden zult stellen. Che is géén definitieve Guevarabiografie. Wel een poging om twee scharniermomenten uit zijn leven op een filmisch passende manier te beschrijven. Wat me interesseert, zijn de mentale en fysieke processen achter die twee verschillende campagnes en de strategie waarmee je een grootschalig politiek idee, zoals een revolutie, in de praktijk kunt omzetten. Hoe Che er zelf uitkomt, is bijzaak.’

Je hebt dus geen sympathie voor zijn ideeën?

Steven Soderbergh: Omdat ze naïef zijn. Geen zinnig mens kan bezwaar hebben tegen socialistische grondbeginselen als solidariteit en gelijke rechten, maar als je die in een strikt gereguleerd staatssysteem giet, zoals het communisme, kan dat niet anders dan tot corruptie, misbruik en het beknotten van individuele vrijheden leiden. Bovendien kun je het marxistische model niet meer op onze moderne en geglobaliseerde maatschappij toepassen. Wat me aan Che fascineert, is dat een belezen en bereisde intellectueel als hij dat nooit heeft ingezien. Hij bleef dogmatisch vasthouden aan een systeem dat eind jaren 60 allang bewezen had in de praktijk niet te werken, in tegenstelling tot de vrijemarkteconomie.

Je bent dus een kapitalist?

Soderbergh: Eigenlijk wel. Mensen hebben nooit meer vrijheden, rechten en luxes gekend als in moderne, kapitalistische samenlevingen. Dat betekent niet dat de vrije markt altijd volkomen onbeteugeld moet blijven. Er is een sterke staat nodig om erop toe te zien dat iedereen van het systeem kan genieten en er geen uitbuiting is. Vandaar dat ik wellicht als enige Amerikaan zonder morren belastingen betaal. Noem me gerust een overtuigde sociaal-democraat. Ik had bijna ‘socialist’ gezegd, ware het niet dat ik een Amerikaan blijf en bovendien een die voor het decadente Hollywood werkt. (Lacht)

Dat decadente Hollywood had wel geen cent veil voor ‘Che’.

Soderbergh: De film is hoofdzakelijk met Frans geld gedraaid. Een vier uur durende film over een socialistische superheld ligt in Amerika sowieso gevoelig. En als je die ook nog eens in het Spaans draait, wordt het helemaal lastig. Amerikanen willen nu eenmaal geen onderschriften lezen en ik wil nu eenmaal geen Chebiopic maken met bruin geschminkte acteurs die Spanglish brabbelen. Ik wist dus vooraf dat het moeilijk zou worden om een Amerikaanse verdeler te vinden. Gelukkig trekt Che er momenteel van stad tot stad als roadshow event, waarbij beide films samen worden vertoond.

Een Oscarnominatie voor Benicio Del Toro had ongetwijfeld geholpen.

Soderbergh: Zeker. Maar dat we niet genomineerd zouden worden, had ik kunnen voorspellen. Zelfs al werd Benicio in Cannes vorig jaar nog tot beste acteur uitgeroepen.

Klopt het dat Terrence Malick – de maker van ‘Badlands’, ‘Days of Heaven’, ‘The Thin Red Line’ en ‘The New World’ – eerst door Del Toro als regisseur was gevraagd?

Soderbergh: Inderdaad. Benicio was al veel langer met het project bezig en is ook coproducent. Hij had eerst Terrence gevraagd omdat die in de jaren 60 nog als journalist in Bolivia had gewerkt en Che’s campagne persoonlijk had meegemaakt. Alleen kregen ze het project maar niet van de grond. Toen Terrence in 2004 eindelijk The New World kon maken, is het script op mijn bureau beland.

Maar je was niet meteen enthousiast?

Soderbergh: Niet tot ik de garantie kreeg er iets origineels van te kunnen maken. Hoewel Che’s leven als een avonturenroman leest – wat zeker een van de aantrekkingspolen was – wilde ik er geen klassieke biopic van maken, met een liefdesverhaaltje en spectaculaire actiescènes. Ik wilde een film maken waarin zijn collectivistische en dialectische ideeën vormelijk worden weerspiegeld.

Leg uit.

Soderbergh: Je kunt onmogelijk authentiek zijn als je het verhaal van je anti-imperialistische hoofdpersonage verpakt als de imperialistische spektakelfilm die hij zelf verfoeid zou hebben. Vandaar dat ik met een beperkte crew op locatie heb gefilmd én dat ik twee films heb gemaakt die als het ware elkaars spiegelbeeld zijn. Deel één over zijn opkomst en successen heb ik in cinemascope gefilmd met vrij klassieke composities. Deel twee over zijn neergang is gedraaid in 1: 85 met een Steadycam. Che zelf zag film trouwens enkel in termen van ideologische propaganda en keek er als artistiek medium eigenlijk op neer. In de maatschappij die hij nastreefde, zouden mensen als ik, die louter artistiek werk willen leveren, nooit aan de bak gekomen zijn. Nog een reden waarom we nooit dikke vrienden hadden kunnen worden. (Lacht)

Je hebt als tiener nooit een poster van Che op je kamer gehad?

Soderbergh: Nope. Mijn kamer hing vol met posters van Kubrick, Welles en Hitchcock – dat waren mijn helden. Ik wist weinig over Che. Het enige wat je in Amerika op school over hem te horen kreeg, was dat hij een communistische guerrillero was, een handlanger van Fidel Castro en dus per definitie een louche kerel. De meeste high school kids die een T-shirt van hem dragen, hebben er trouwens geen idee van wie hij is en waarvoor hij staat. Enkel onder universiteitsstudenten is hij een cultheld, maar aangezien ik nooit op de universiteit gezeten heb en enkel met film bezig was, heeft hij in mijn jeugd geen rol van betekenis gespeeld.

Je zei dat je een authentieke film wilde maken en dus op locatie draaide. Toch moest je naar Spanje, Mexico, Puerto Rico en Bolivia uitwijken.

Soderbergh: Wegens het Amerikaanse handelsembargo. Als Amerikaan kun je Cuba wel bezoeken in het kader van culturele uitwisselingsprojecten, maar het blijft verboden om er te werken. Ik heb nochtans alles geprobeerd om het embargo te omzeilen. Ik heb zelfs een Zweeds paspoort aangevraagd – aangezien mijn roots daar liggen – maar het is me niet gelukt. Gelukkig lijken onze locaties heel erg op de Cubaanse. Bovendien kon ik samenwerken met de Che Guevarastichting en heb ik verschillende getuigen en voormalige strijdmakkers van Che in Cuba opgezocht.

Je hebt ook Fidel Castro’s zegen gekregen.

Soderbergh: Klopt. Benicio heeft hem ontmoet en Fidel garandeerde ons volledige medewerking, zonder zich verder met het project te bemoeien. In Cuba is de film ondertussen ook enthousiast onthaald en Benicio heeft er een minutenlange ovatie gekregen. Nochtans was dat zeker geen streefdoel. Zoals ik al zei: deze film is pro noch contra Guevara. Het is een zo objectief mogelijke analyse van enkele sleutelmomenten uit zijn leven en een poging om hem te schetsen zoals hij werkelijk was. Per definitie blijft het een interpretatie, maar we hebben zeker niets verzonnen.

Hoe zou je Che’s persoonlijkheid samenvatten?

Soderbergh: Hij was charismatisch, maar vooral erg hard. Hij was dan wel een idealist, hij toonde zich enorm pragmatisch. Vandaar dat hij het geweld niet schuwde.

Je nieuwste film ‘The Girlfriend Experience’ is een komedie over de seks-industrie met de 20-jarige pornoster Sacha Grey als hoofdrolspeelster. Is dat niet het legitimeren van uitbuiting om Che’s jargon even te bezigen?

Soderbergh: Waarom? Als mensen uit vrije wil hun lichaam willen verkopen, wie ben ik om daar morele bezwaren tegen te hebben? Het is dienstverlening tegen betaling, zoals ik zelf ook mijn lichaam verkoop aan de Warner studio’s om films voor hen te maken. Enkel mijn brein weliswaar, want naar mijn lijf is weinig vraag. (Lacht)

Drie jaar geleden kondigde je zelf ook een revolutie aan door je film ‘Bubble’ tegelijk in de bioscoop, op dvd en op betaaltelevisie uit te brengen. Nogal wat studio’s en exploitanten verweten je toen de toekomst van de bioscoop op de helling te zetten.

Soderbergh: Bubble was een lowbudgetfilm zonder marketingbudget. Dergelijke producten hebben alleen een kans door ze op verschillende kanalen tegelijk aan te bieden en dus maximaal van de media-aandacht rond de release te profiteren. Tot hier toe heeft geen enkele studio echter het lef gehad om ook een grote film op die manier uit te brengen. Pas dan zul je gefundeerde uitspraken kunnen doen of zoiets een nefaste invloed heeft op het bioscoopbezoek – wat ik overigens sterk betwijfel. Wie niet voor een film wil betalen, haalt hem nu tenslotte ook van het internet. Hollywood heeft gewoon last van technofobie en tracht de markt tegen kleine spelers af te schermen. De digitale revolutie maakt het dan wel mogelijk om met minder geld films te maken, je hebt nog altijd een groot marketingbudget nodig om hen aan de man te brengen. Let op mijn woorden: straks komt er toch eens een studiofilm tegelijk op dvd en in de cinema uit en er zal nog steeds evenveel volk in de zalen zitten. Of even weinig. (Lacht)

Che – The Argentine

Vanaf 18/2 in de bioscoop.

Che – Guerilla

Vanaf 22/4 in de bioscoop.

Door Dave Mestdach

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content