Billie Holiday is een tragische figuur, wil de overlevering. Onzin. ‘Billie is a man, only feminin’, vond bigbandleider Count Basie. Flagey eert Lady Day in de reeks ‘Jazz on Screen’.

Die ene blik. Dat moment waarop hun blikken elkaar kruisten in een volle tv-studio die plots zo leeg was. Sinds ik die heb gezien, moet ik me altijd beheersen om niet van mijn stoel op te springen en, de vinger hoog in de lucht stekend, ‘Ja, ja, hier! HIER!’ te roepen wanneer ze ‘Lover man, oh where can you be’ zingt.

Het zijn klassiek geworden beelden uit de tv-show The Sound of Jazz uit 1957. De producers hadden de groten van de jazz uit de jaren 30 en 40 nog eens samengebracht, for old times’ sake. Onder hen de saxofonisten Coleman Hawkins, Ben Webster, Lester ‘Prez’ Young, en Billie Holiday. Zij zong Fine and Mellow, een trage, zelfgeschreven blues die vanzelfsprekend begon met de zin ‘My man don’t love me’. Op het eind van haar betoog zet Young, al 22 jaar haar geliefde maar nooit haar minnaar, zijn tenorsolo in. Traag en uitgemergeld als hijzelf. En dan die blik. Die blik ís jazz. Vol geschiedenis maar in het nu, passioneel maar niet bot, herkenbaar maar altijd anders.

Ondanks haar beperkte bereik van anderhalf octaaf is Billie Holiday de grootste jazzzangeres uit de geschiedenis. Dat wordt door generaties kostschoolmeisjes met een voorkeur voor sepia postkaarten op de spiegel al te vaak vergeten. Ze hebben Lady Sings the Blues gelezen, haar zwaar gecensureerde autobiografie uit 1955 met journalist William Dufty, of hebben de larmoyante verfilming ervan gezien. ‘Oh, Billie, ze heeft toch zo’n hard leven gehad. Verkracht toen ze elf was, altijd slaag gekregen van de mannen, en dan sterven aan de drugs. Goh, een echt slachtoffer, en je hóórt dat zo in haar stem, hè.’

Dat hoor je, ja. Alleen wist Lady Day perfect wat ze met haar leven deed. Zoals jazzhistoricus Stanley Crouch het omschreef: ‘ She had a great appetite for sensation‘. Daar hoorden weed en smack bij, uren dobbelen op tourbussen, limonadeglazen crème de menthe met Courvoisier, een liaison met Orson Welles, een vuile tong en een voorkeur voor smeerlappen van mannen. ‘Als er 100 mannen in een kamer zaten en er zat één klootzak tussen, zou ze er recht naartoe stappen’, herinnerde pianist Billy Taylor zich. Een maffioso uit de kring rond Al Capone, een heroïnedealer, een pooier die haar blauw schopte: Holiday werd ertoe aangetrokken zoals een mot naar een lamp. ‘Ze had nood aan gevaarlijke types’, zei William Dufty ooit. ‘Iemand die de politie kon omkopen en de drugsbrigade uit de buurt hield. (bedeesde stilte) Een kippenborst als ik had haar niet kunnen beschermen.’

Zing op 15 januari Lover Man voor mij, Day, en kijk eens in mijn richting. Ik zal op de eerste rij zitten – je herkent me aan mijn Lester Younghoed, zo’n pork pie. Ik ben niet van de breedste, maar ik heb ze bij Flagey gevraagd om de grootste klootzakken buiten de deur te houden.

‘JAZZ ON SCREEN’

‘Billie Holiday’, biografische film van Philippe Koechlin. 15/01, Studio 5, Flagey, Brussel. Info: www.flagey.be

Door Bart Cornand

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content