Eén stem, twee paar handen en een computer: veel meer hadden de heren van Mattafix niet nodig om met ‘Big City Life’ een monsterhit te scoren en de wereld te veroveren. Twee jaar en een vijf continenten omspannende tournee later keren Marlon Roudette en Pree Hirji terug met ‘Rhythm & Hymns’, in elke betekenis van het woord een wereldplaat. ‘Een lijn coke? Nee, dank u.’

Het gebeurt niet elke dag dat wij samen met De Rode Loper én Afrikacorrespondent Peter Verlinden aanschuiven voor een muziekinterview. Maar Mattafix is ook niet zomaar een muziekgroep. Recent nog hebben zanger Marlon Roudette en arrangeur-producer Pree Hirji het themalied geleverd voor Save Darfur, een campagne die de wereld aan de verschrikkelijke genocide moet herinneren die Arabische milities plegen op de Afrikaanse bevolking in Soedan, en die de Verenigde Naties tot onmiddellijke actie moet aanzetten.

Marlon Roudette: Die Afrikacorrespondent verontschuldigde zich omdat hij niets van muziek afwist, maar dat vond ik eerlijk gezegd een verademing. Hij is blijkbaar samen met jullie minister van Buitenlandse Zaken (Karel De Gucht; nvdr.) naar Darfoer geweest, wat een heel intens en leerrijk gesprek op gang bracht. In ieder geval interessanter dan die eindeloze interviews waarin ze maar blijven vragen op welk type vrouw ik val.

Daar gaat onze openingsvraag! Maar vertel eens hoe het voelde om op de grens tussen Tsjaad en Soedan de campagneclip voor ‘Save Darfur’ op te nemen. Begrepen de Soedanese vluchtelingen wat je daar precies kwam doen?

Roudette: Dat is maar de vraag, natuurlijk. In hun ogen was ik misschien een rijke, westerse popster die hun ellende kwam misbruiken voor zijn nieuwste videoclip. Ik voelde er me in ieder geval heel ongemakkelijk bij. Met sommige vluchtelingen heb ik wat kunnen communiceren via een tolk, maar een vlot gesprek kwam er natuurlijk niet van. Ik herinner me vooral de wanhoop in de ogen van die mensen. Hele families zijn er uitgeroeid, terwijl de overlevenden zitten samengepakt in tentenkampen zonder zicht op beterschap.

Het cliché wil dat een mens na zo’n confronterende ervaring in een zwart gat terechtkomt.

Roudette: In het ziekenhuis zal je bedoelen (lacht). Bij mijn aankomst in Londen hebben ze me meteen afgevoerd. Uitdroging en voedselvergiftiging. Tragisch eigenlijk: die Soedanese vluchtelingen proberen daar in de meest precaire omstandigheden te overleven, ik ben er nog geen week en moet al aan het infuus.

Je had er natuurlijk net een slopende toer op zitten.

Roudette: Ja, die tournee heeft me minstens vijf jaar van mijn leven gekost. Ik wil niet eens weten hoe vaak ik om drie uur in mijn bed gerold ben en de wekker om vijf uur alweer afging. Na deze toer begrijp ik heel goed waarom zoveel muzikanten aan de drugs gaan. Soms, als ik echt strontmoe was, mijn rug pijn deed en mijn stem maar niet gerecupereerd raakte, dacht ik wel eens: ‘Een lijn coke zou me er nu doorheen helpen.’ En ik geef toe: een paar keer heb ik serieus op de tanden moeten bijten om de verleiding te weerstaan. Maar de waarheid is dat ik gewoon schrik heb van dat spul.

Viel het mee om een jaar lang op mekaars lip te leven?

Roudette: Best wel. Pree en ik zijn broers geworden: we maken ruzie als broers en vallen elkaar daarna ook weer in de armen als broers. Eigenlijk heeft onze relatie zelfs iets weg van een huwelijk, maar dan zonder de seks. Vergeet dat laatste er niet bij te zetten, hé (lacht).

Jullie debuutplaat werd geheel onverwacht een monstersucces. Wat is de vreemdste plaats waar je Mattafix al hebt gehoord?

Roudette: Op een strand in Goa. Ik stond er naar de zee te kijken, toen Cool Down The Pace opklonk uit de stereo van een stelletje Italianen. In een opwelling van trots ben ik mezelf aan die gasten gaan voorstellen, maar ze geloofden niet dat ik die muziek gemaakt had. Een beetje zielig, eigenlijk.

‘Signs Of A Struggle’ was een autobiografische plaat, ‘Rhythm & Hymns’ helemaal niét. Had je op die eerste plaat dan alles gezegd wat er over jezelf te vertellen viel?

Roudette: Wellicht niet, maar Signs Of A Struggle was gewoon een heel concrete afrekening met mijn demonen. Ik heb met die plaat een pijnlijk hoofdstuk in mijn leven afgesloten, een periode waarin ik worstelde met mijn culturele achtergrond. De eerste negen jaar van mijn leven woonde ik met mijn ouders in een sociaal appartement in Londen, maar mijn tienerjaren heb ik doorgebracht op St. Vincent, het eiland in de Caraïben waar mijn familie vandaan komt. Dat heeft me met een verscheurde identiteit opgezadeld. En heel veel schuldgevoelens ook, want door op mijn 17e weer naar Londen te trekken, leek het alsof ik mijn roots verloochende. Maar intussen ben ik met mezelf in het reine.

Op ‘Rhythm & Hymns’ worden – net als op jullie debuutplaat – vaak wantoestanden en allerlei vormen van onrecht aangeklaagd, maar opvallend is de toon waarop. Bij jullie geen ‘Fuck the system!’, maar een troostend ‘Don’t let the system get you down’.

Roudette: Blij dat je dat opmerkt. Ik geloof graag dat een nummer van Mattafix een soort people’s story is, een song óver maar vooral ook vóór mensen die wat steun kunnen gebruiken. Als je een jaar lang de wereld rondtrekt, zoals Pree en ik hebben gedaan, besef je al gauw dat er veel ergere dingen in de wereld omgaan dan de kleine drama’s die zich tussen je eigen oren afspelen. Op onze debuutplaat keek ik voortdurend bij mezelf naar binnen, maar deze keer heb ik de blik naar buiten gericht en geschreven over de misstanden die zich voor onze neus voordoen.

En het klopt dat Pree en ik daarbij eerder troostend dan opruiend tewerk gaan. Wij zijn niet de jongens van de opgestoken middelvinger, maar van de uitgestoken hand. Shit, dat klinkt melig. Maak daarvan: we bieden de wereld liever een troostende schouder dan onze vechtlustige vuisten. Nee wacht, dat klinkt nog slechter…

We zullen je uit je lijden verlossen: bedankt voor dit gesprek!

‘RHYTHM & HYMNS’

Uit bij EMI.

Door Vincent Byloo

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content