Ik teken mezelf alleen als ik ’s avonds op de trein zit. Dan kan ik ongegeneerd mijn spiegelbeeld in het venster bestuderen. Dit zelfportret maakte ik op de laatste trein van Brussel naar Gent, na een late repetitie. Als de coupé tijdens zo’n late rit leeg is, speel ik nog wat trompet. Maar als er medereizigers zijn die ik zou kunnen storen, teken ik een beetje. Mijn handen, mijn zetel, mijn medepassagiers, en heel af en toe: mezelf.

Ik ben een heel ongeduldig mens, dat kan je wel afleiden uit dit zelfportret. Ik zit nooit langer dan vijf minuten aan een tekening. De tijd die ik heb tussen twee bedrijven door, terwijl ik ergens zit te wachten. Ik teken om iets om-handen te hebben en om de tijd te doden. Om niet verschrikkelijk zenuwachtig te worden, ook. Maar misschien wel vooral om herinneringen op te slaan. Mijn schetsboeken zijn mijn dagboeken. Toon me een pagina, en ik kan zeggen: ‘Barcelona. 27 mei 2001. Op tour met Jaune Toujours.’ Terwijl mijn geheugen voor de rest een zeef is.

Het was dus geen jongensdroom om trompettist te worden. Verre van, eigenlijk. Toen ik naar de muziekschool ging, was ’trompet’ gewoon het enige instrument waarvan ik de naam kon zeggen. Op mijn dertiende leerde ik gitaar, omdat ik trompet toen niet hip vond. Ik wilde zingen en in een rockgroepje spelen. Maar via Miles Davis en Frank Zappa ging ik aan het conservatorium toch opnieuw trompet studeren. Ik had toen al grafiek gestudeerd, maar ik was te koppig om met de computer te willen leren werken. Ik zag het niet zitten om hele dagen naar een scherm te zitten staren. Daarvoor was ik te veel een ambachtsman.

Ik sta in veel werelden: jazz, pop, rock, fanfare en wereldmuziek. Ik heb geen duidelijk profiel, maar daar ben ik heel blij om. Ik wil niet vastgepind worden op één ding, daar is het leven veel te kort voor. Plus: van de ene groep komt altijd de andere, zo blijf je aan de gang als muzikant. Niet door alleen in je studio te gaan zitten. Ik wil ook geen icoon zijn, vandaar dat ik geen platen maak onder mijn eigen naam. Bijna alle muziek ontstaat uit een wisselwerking tussen heel veel mensen. Zelfs soloartiesten worden door iemand opgenomen, geproducet en gemastered, hé?

Als ik trompet speel, wordt het stil in mijn hoofd. Alleen al door de ademhaling. Heel diep inademen, en dan rustig en gecontroleerd uitademen. Dat doen ze ook bij karate, en jiujitsu, en al die andere oosterse gevechtssporten. ‘Ik ben een ontzettend luxebeest’, denk ik soms. Dat ik al spelend mijn brood mag verdienen. Veel beter wordt het niet, toch?

Arrangeur, componist en jazztrompettist Bart Maris is een van de hardst werkende mensen in de showbizz. Hij is bekend van Flat Earth Society, Think Of One, Briskey, Jaune Toujours, The Whodads, Fukkeduk, Va Fan Fahre, Moker, Electric Barbarian, 69 en – hijg, hijg – 1000. En hij was ook al te horen bij dEUS, Zita Swoon, Dead Man Ray, Daan, Thou, Marc Moulin en nog een paar dozijn andere groepen. Met Flat Earth Society speelt hij op 3/10 in DeSingel in Antwerpen (www.desingel.be), en op 6/10 in CC De Schakel in Waregem (www.ccdeschakel.be/). En op 3/11 is er een speciale Marissenavond met zijn broer Piet Maris in de Sjruur in Maaseik, met Jaune Toujours en Rackham (www.sjruur.be). De nieuwe cd van Va Fan Fahre, ‘Zet Je Maar’, is nu uit bij Zephyrus Records.

Opgetekend door Wouter Van Driessche

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content