Met hun virtuoze mix van flamenco, metal en jazz ontpopten Rodrigo y Gabriela zich tot dé volksmenners van Rock Werchter 2009 – en bij uitbreiding de vreemdste revelatie van de festivalzomer. Zaterdag speelt het Mexicaanse gitaarduo wéér voor een uitverkochte zaal. Een portret in vijf platen.

Neen, ze zijn geen broer en zus. Ja, ze zijn hun cover van Stairway to Heaven beu gehoord. En neen, ze willen geen flamencogitaristen genoemd worden, laat staan mariachi’s. Stel Rodrigo Sánchez en Gabriela Quintero clichévragen, en ze zijn kort van stof. Vraag hen echter naar hun muzikale helden en invloeden, en het tweetal verandert in een enthousiaste spraakwaterval – zij het dan in gebrekkig Engels. Voor hun tweede plaat 11: 11 droegen ze elk van de elf nummers op aan een van hun helden, van Jimi Hendrix over Pink Floyd tot de onvermijdelijke Carlos Santana. Wij vroegen hen om er vijf uit te pikken zonder wie Rodrigo y Gabriela nooit hetzelfde zouden hebben geklonken. ‘Eindelijk kunnen we eens praten over waar we het écht over willen hebben. Heerlijk!’

Al Di Meola World Sinfonia (1990)

Rodrigo: ‘Hoogstwaarschijnlijk mijn grootste invloed op technisch vlak. Ik leerde hem kennen toen ik bij Terra Acida speelde, mijn Mexicaanse metalband. Hij had een dvd met gitaarlessen waarvan ik zowat alles heb geleerd. Technisch is hij briljant – je moet de arpeggio van Race with the Devil on a Spanish Highway maar eens proberen na te spelen, zo snel, niet te doen. Dankzij hem heb ik ook de switch gemaakt van elektrische naar akoestische gitaar. Alleen spelen wij geen akoestische gitaar zoals de meeste gitaristen dat doen: we spelen veeleer een soort akoestische metal. Een mix van de twee werelden, zeg maar. Mijn aanraders? Niet alles van Al Di Meola is goed, maar met World Sinfonia of Kiss My Axe zit je veilig. Ik heb het vooral voor zijn akoestische platen.’

Paco de Lucia Dos Guitarras Flamencas En America Latina (1994)

Gabriela: ‘Ik heb Paco de Lucia leren kennen uit de platenkast van mijn moeder, maar ik was toen te veel met Master of Puppets bezig om hem echt naar waarde te schatten. Onterecht: Paco de Lucia is dé koning van de akoestische gitaar. Hij is begonnen als pure flamencogitarist, maar toen hij in de jaren 70 John McLaughlin ontmoette, is hij helemaal herschoold. Hij leerde improviseren en begon als een van de eersten flamenco met jazz te mixen. Ook niet onbelangrijk: hij introduceerde de Peruaanse cajón in de flamenco, een houten doos om percussie op te spelen. Het is dus dankzij hem dat ik bij Rodrigo y Gabriela meer percussionist dan gitarist ben. En je zou het misschien niet vermoeden, maar volgens mij is hij de snelste gitarist ter wereld. Niemand die zijn vingers zo kan bewegen als Paco de Lucia.’

Dimebag Darrell Vulgar Display of Power (1992)

Gabriela: ‘De legendarische gitarist van Pantera. Een tragisch figuur: in 2004 werd hij neergeschoten op het podium tijdens een concert van Damageplan. Maar ook als hij nog geleefd had, hadden we op onze plaat een tribute gebracht: hij was een fantastische gitarist. Op zijn vingerzetting en bends is niets aan te merken. Weet je, voor gitaristen als Satriani en Yngwie Malmsteen draait het alleen om snelheid: ze willen allemaal de snelste zijn. Maar Darrell wilde niet de snelste zijn, hij wilde goede muziek maken. Het gaat niet om nootjes pingelen, maar om emotie. Pantera was ook een echte band, geen excuus voor zijn solo’s. Dat is misschien nog wat ik het meeste aan hem apprecieer.’

Rodrigo: ‘En wat we ook van artiesten als hem geleerd hebben, is hoe je een publiek moet entertainen. Ik heb tien jaar bij een metalband gespeeld, Gabriela vier jaar, en toen we de omschakeling naar akoestische gitaar maakten, misten we toch iets op het podium. We willen performers zijn – zittend spelen is niets voor mij. Pas als ik het publiek kan entertainen, voel ik me echt comfortabel. Wij brengen een rock-attitude naar een akoestisch concert – vandaar ook de loeiharde AC/DC aan het einde van elk concert.’

Le Trio Joubran Majaz (2007)

Gabriela: ‘Drie Palestijnse broers op een ud – een soort oosterse luit. Veel meer weten we er zelf niet over, en veel meer moeten we er niet over weten: hun muziek spreekt voor zich. Ze zijn volkomen onbekend, maar via via is hun plaat tot bij ons geraakt en we raken ze maar niet beu gehoord. Ze maken een soort transformatieve muziek: hun manier van denken over muziek verschilt helemaal van de onze. En dat werkt heel inspirerend. Op een gegeven moment merkten we dat onze solo’s op 11: 11 steeds meer Arabisch begonnen te klinken, en dat is helemaal aan Le Trio Joubran te wijten. Toegegeven: een ud is niet het hipste instrument, maar luister naar Majaz, en je zal het ongetwijfeld met ons eens zijn. En dat is waar 11: 11 om draait: dat mensen die platen en artiesten opzoeken en leren kennen.’

Astor Piazzolla Hora Zero (1992)

Rodrigo: ‘Wat Paco de Lucia voor de flamenco betekende, was Astor Piazzolla voor de tango. Hoe iedereen tot dan over de tango dacht, gooide hij helemaal om. Zeer tegen de zin van de puristen trouwens. Hij week uit naar Parijs, en pas toen hij over de hele wereld een beroemdheid was, werd hij in Argentinië erkend als het genie dat hij was. Ach ja, wij hebben het nooit voor muziekpurisme gehad. Het is niet toevallig dat je én flamenco én metal én jazz in onze muziek hoort.’

Gabriela: ‘Piazzolla heeft de tango veranderd, hij heeft de muziek veranderd, en wat ons betreft, heeft hij de wereld veranderd. Hij speelde niet eens gitaar – hij was een bandoneo- nist, zoals je weet – maar de emotie en inspiratie van zijn muziek hebben ons zwaar beïnvloed. Hoe meer we naar dat soort muziek luisteren, hoe meer we willen spelen. Passie, dat is waar het om draait.’

Rodrigo y Gabriela, 20/11, AB (Het concert is uitverkocht).

DOOR GEERT ZAGERS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content