Andreas

1. Dit slot lijkt vooral aan te zetten tot vluchten in imaginaire werelden en enorme bibliotheken. Was dat de bedoeling?

Andreas: Capricornus is begonnen als een soort mengeling van Sherlock Holmes en The Shadow, een ode aan fantasierijke feuilletons, maar de reeks gaat hoofdzakelijk over innerlijke werelden. Capricornus wil een avonturier zijn, maar slaagt daar niet helemaal in. Zijn makker Astor, die meestal nogal knorrig is, wil dan weer met rust gelaten worden in zijn bibliotheek. Beide personages hebben iets van mij. Ik ben gefrustreerd omdat ik niet genoeg kan lezen, terwijl ik dat heel graag doe. Tegelijk werk ik en sta ik in contact met de buitenwereld, net als Capricornus. Astor laat geen sporen na, Capricornus wel.

2. Je hebt nu twee series afgerond waaraan je twee decennia hebt gewerkt. Zou je nog aan zulke lange projecten beginnen als je opnieuw kon kiezen?

Andreas: Gezien mijn leeftijd – ik ben nu 66 – zou het een slecht idee zijn om nu een twintigdelig verhaal aan te kondigen. (lacht) Als we terug in de tijd konden reizen, zou ik zonder enige twijfel opnieuw met Capricornus beginnen. Die serie is echt een deel van mij. Arq was anders. Daar heb ik minder emotionele binding mee, omdat het onderwerp verder van me af lag. Van nu af aan doe ik in elk geval geen langlopende series meer. Ik heb mezelf als maximum een trilogie opgelegd. Ik kijk er al naar uit om allerlei soorten verhalen en grafiek uit te proberen.

3. Je werk wordt vaak als rationeel en afstandelijk gezien. Meester is nochtans een bijzonder emotioneel boek, net als andere Capricornus-afleveringen, bijvoorbeeld Patrick en De Chinezen. Ben je veranderd?

Andreas: Mensen verwachten het niet van mij, maar als ik over strips praat, word ik snel emotioneel. Het medium ligt me na aan het hart. Emotie in mijn werk zelf valt me moeilijker. Soms wil ik gevoel in een boek leggen, zoals in Meester, maar ik vind het moeilijk om te doseren. Het doet snel geforceerd of kitscherig aan. Meestal sta ik dus op de rem, omdat ik bang ben om te overdrijven. Soms komt de emotie toch bovendrijven. Patrick en De Chinezen zijn heel persoonlijke verhalen, dus daarin kon ik me niet bedwingen. Ik blijf het heel moeilijk vinden om te beoordelen of het juist zit. Sommige auteurs – ik denk aan Bastien Vivès in de strip, of James Joyce in de literatuur – kunnen met emotie veel vlotter overweg dan ik en hebben een betere kennis van de menselijke aard. Niet echt mijn specialiteit, nee.

(G.M.)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content