Dracula: ‘Ik hoop dat het publiek voelt dat het theaterstuk voor iedereen is’

Op 6 en 7 februari gaat het theaterstuk Dracula van De Tijd in première in de Bourlaschouwburg in Antwerpen. Cootje Veelenturf (24) staat voor de eerste keer met het theatergezelschap op de planken. Een gesprek.

De nieuwe voorstelling van De Tijd is een eigen interpretatie van de figuur Dracula. De vampier dient uitsluitend als metafoor voor de moderne mens die zich – ondanks dat hij alles lijkt te hebben – ‘leeggezogen’ voelt.

De Tijd is met zijn intelligent en taalrijk theater al lang een gevestigde waarde in het theaterlandschap. Artistiek leider Lucas Vandervorst werkt niet alleen met oude rotten in het vak maar geeft regelmatig beloftevol talent de kans om ervaring op te doen. Ook in Dracula staan naast doorwinterde acteurs als Wim Danckaert en Bien De Moor jonge en opkomende spelers. Eén daarvan is Cootje Veelenturf, masterstudente Woordkunst aan het Koninklijk Conservatorium. Aan de vooravond van de première en na een doorloop staat ze te springen om het stuk aan het publiek te tonen.

Cootje, hoe was de doorloop?
“Goed. Het was de eerste doorloop waarbij we in de coulissen bleven en niet vanuit de zaal meekeken. Maar het ging goed, het was leuk.”

En straks de première.
“Ja. Ik vind het heel spannend maar ook heel leuk. We zijn al heel ver. Dus je ziet al waar het heen gaat.”

Bij het maken van het stuk vertelden jullie elkaar verhalen over leegzuigen en leeggezogen worden. Wat betekent dit werkwoord voor jou? “Leegzuigen is de negatieve vorm van je energie aan iets besteden. Op het podium staan vergt ook heel wat. Maar dat is vergen en niet leegzuigen. Leeggezogen worden gebeurt wanneer iets meer energie neemt dan nodig en gezond is.”

Jullie aankondiging klinkt nogal metaforisch: over de moderne mens die zich leeggezogen voelt en welk monster daar de oorzaak van kan zijn. In hoeverre is de figuur Dracula van Bram Stoker zelf nog ergens aanwezig?
“De figuur van de vampier komt er niet in. Het verhaal speelt zich af in het hoofd van een man. Wat er in zijn hoofd omgaat, wordt uitgebeeld op scène via personages. De man maakt zoveel bedenkingen over dingen die hij meemaakte dat hij zich leeg voelt. Er worden verschillende verhalen verteld, ook over de dood. Ik speel bijvoorbeeld zijn dochter die gestorven is. Daar zit zijn hoofd vol mee maar zijn gevoel is heel leeg. Het stuk heeft dus niets met vampieren te maken, het boek van Bram Stoker diende alleen maar als vertrekpunt voor de thematiek.”

Het stuk gaat in het algemeen over de moderne mens die leeggezogen wordt. Wie is voor jou de Dracula in dit moderne verhaal: de maatschappij of wijzelf? “Ik denk dat wij het zijn. Wij zijn eigenlijk onze eigen Dracula. Het feit dat wij meegaan met de tendens van de maatschappij beslissen we zelf. We kunnen het ook laten maar, wij mensen, dénken. En dat is wat ons zo gek kan maken. Michaël (Vergauwen, nvdr) speelt bijvoorbeeld het wakkere weten. Het is een personage dat alles weet, een soort Wikipediamens die alles opzoekt. Dat is in onze maatschappij nu ook heel hard aan de hand met smartphones en social media. Je wordt de hele tijd bestookt met informatie. En het feit dat wij kiezen die informatie tot ons te nemen, dat is onze eigen keuze. Het is aanwezig in de maatschappij maar het is onze eigen keuze hoe we ons daartoe verhouden.”

De Tijd is bekend om zijn unieke omgang met taal in hun teksttheater. Hoe ervaar je deze manier van werken? “Ik kende Lucas (Vandervorst, nvdr) als docent van mijn opleiding Woordkunst. Dus ik weet hoe hij met tekst omgaat. Ik vind het in ieder geval heel erg leuk. Het associëren kan soms wel vermoeiend zijn. Toen we de teksten kregen, moest daar heel erg veel aan veranderd worden om het geheel te laten kloppen. Soms zaten we echt per zin te kijken: ‘Klopt dit woord wel? Moet het in een andere tijd?’ De tekst zelf is ook heel poëtisch. Maar ik vond het een enorme uitdaging om taal zo uit te puren.”

En is overanalyseren dan een valkuil of niet? “Nee, ik denk het niet. Ik denk niet dat je echt kunt overanalyseren. Wij zijn heel erg bezig geweest met taal en voor ons is het heel erg duidelijk. Maar ik denk niet dat het zo zal overkomen bij het publiek. De tekst mag dan wel heel poëtisch zijn, ik denk dat het voor iedereen heel toegankelijk is en niet te abstract.”

Ja, hoe hoop je eigenlijk dat het publiek het stuk zal ervaren?
“Ik hoop dat ze zullen genieten van poëzie en de beelden die we scheppen en dat ze voelen dat die veel waarde hebben. Ik hoop dat ze de soms abstracte teksten of schijnbaar onlogische linken niet als een struikelblok zien. Maar dat ze juist de verbindingen zelf kunnen maken. En ik hoop vooral dat ze voelen dat het stuk voor iedereen is. Het zijn heel universele dingen die aan bod komen, zoals een familie die een verlies doormaakt. Er zijn veel dingen waar het publiek zich tot kan verhouden.”

Hoe was het eigenlijk om met deze cast van verschillende generaties samen te werken? “Vet. Bij de tweede lezing was ik heel erg onder de indruk van vooral Bien (De Moor, nvdr) en Wim (Danckaert, nvdr). Omdat zij gewoon zoveel ervaring hebben. Ze spreken één zin uit en alles zit daar al in. En ik vind dat gewoon super leerzaam en super mooi om mee te maken. Maar ik heb ook veel geleerd, hoe jongere spelers met het stuk omgaan. Zij staan dichter bij mij en ik vraag me dan af hoe zij werken. Het is heel leerzaam om per generatie te zien hoe de acteurs het aanpakken.” (MM)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content