Hoe zou het nog zijn met… Juan Lozano?

Voormalig voetbalartiest Juan Lozano maakte tijdens de jaren ’80 het mooie weer bij Anderlecht, en bij uitbreiding, op elk Belgische voetbalveld, tot een gruwelijke tackle een abrupt einde maakte aan zijn voetbalcarrière.

Wie? Juan Lozano (57)
Toen? Onvoorstelbaar creatief voetbalwonder in Belgische loondienst
Nu? Geniet van het leven
Quote? ‘Ik heb gruwelijk afgezien’

Voetbalartiest, geniaal, klasbak. Wie Juan Lozano voor de geest haalt, heeft superlatieven te kort. De Antwerpse Spanjaard moet zowat de meest sierlijke voetballer zijn die ooit voor een Belgische voetbalclub uitkwam. Een voetbalartiest buiten categorie. Een onvoorstelbaar creatief voetbalwonder die de splijtende passes aaneen reeg. Ook zijn vleugje nonchalence op en naast het veld charmeerde. Hij was het type sjotter waarvoor je al je centen opspaarde om in de tribunes te zitten. Dat mag ook voor een stuk letterlijk genomen worden, want de stadia lokten tijdens de jaren ’80 gemiddeld 1200 toeschouwers méér als de voetbalster het veld betrad.

Van Beerschot tot Real Madrid

Lozano startte zijn spelerscarrière op Belgische bodem in 1966, bij de Kielse Ratten van den Beerschot. Hij was toen elf. Zijn ouders, afkomstig uit de buurt van Sevilla, hadden zich in de jaren vijftig geïnstalleerd in Antwerpen, vlakbij het stadion. Op achttienjarige leeftijd maakte hij zijn eerste stappen in het eerste elftal. Toen al viel zijn technisch vermogen en creatief vernuft bij balbezit meteen op. Een jaar later hielp hij Beerschot mee aan bekerwinst tegen Club Brugge. Juan Lozano zou het maken als voetballer. Of beter: hij ging het maken.

In 1980 zocht hij het avontuur op: hij stak tot ieders verbazing de grote plas over om te voetballen voor het bescheiden Washington Diplomats, dat toen de Nederlandse voetbalgod Johan Cruyff in zijn rangen had. De club raakte na enkele maanden in financiële problemen en Anderlecht haalde hem terug naar België. Het zou de beste transfer ooit van toenmalig manager Michel Verschueren zijn. In het toen nog Emile Verséstadion liet de club hem zijn gangen gaan, en dat loonde. ‘Ik voelde er mij van de eerste dag thuis.’ Hij groeide, in compagnie van Ludo Coeck, Morton Olson en Franky Vercauteren, tot een van de smaakmakers van de club.

In het 1982 stonden Les Mauves aan de vooravond van een schitterende Europese campagne. Voor de Spaanse voetbalbelg was het moment aangebroken om aan heel Europa te tonen wat hij in zijn mars had. ‘Echt, ik herinner mij geen enkele slechte Europese wedstrijd’, zou hij later zeggen. ‘De Europabekermatchen, dat waren die voor de hele groten, voor de artiesten, zoals Lozano’, zei Raymond Goethals ooit. Met een beslissend kopbaldoelpunt in de Europacup 3-finale tegen Benfica zorgde Lozano voor de eerste Europese beker van Anderlecht. Dat was ook het grote Real Madrid niet ontgaan. De Koninklijke plukt hem voor 75 miljoen Belgische frank opnieuw weg uit België, voor de Spaanse topclub op dat moment de duurste transfer uit de geschiedenis.

Lozano had zijn droomtransfer te pakken, maar persoonlijke successen bleven uit, deels door blessures, deels door onenigheden met de trainer. Hij verzeilde op de bank en raakte nog nauwelijks aan speelminuten. Zelfs niet tijdens die ene speciale Europese topwedstrijd tussen Anderlecht en Real Madrid, op Anderlecht, toen het tot de nok gevulde stadion zijn naam scandeerde.

Twee jaar later, in 1985, keerde hij weer naar ‘huis’. Hij kon naar andere grote Europese topclubs, maar koos voor Anderlecht. In een mum van tijd was hij opnieuw absolute top en dribbelde hij de paars-witten in 1986 naar de landstitel. Het jaar nadien parkeerde Anderlecht vlak voor het einde van het seizoen opnieuw aan de top van het klassement. Lozano had al een optie genomen op de Gouden Schoen. Tot die ene wedstrijd in Waregem, op 11 april 1987, dag van het drama aan de Gaverbeek. Zwarte dag voor de Belgische voetballiefhebbers.

Horrortackle

Tijdens een onschuldige balsituatie krijgt Lozano het gestrekte been van Ivan Desloover tegen het steunbeen. Het verdict is zwaar: een dubbele open beenbreuk. ‘Ik heb gruwelijk afgezien’, blikt de stervoetballer terug. Hij was toen 32 jaar, wat in voetbaltermen zoveel betekende als ‘ fin de carrière’. Het zou nooit meer goed komen met de artiest. De tackle leverde achteraf een zware procedureslag op voor de rechtbank, waarna Desloover uiteindelijk werd vrijgesproken.

Na een lange revalidatie, wilde hij het nog proberen bij Anderlecht maar dat was hem door het bestuur niet meer gegund. Hij greep dat jaar uiteindelijk nog naast de Gouden Schoen, waarop nochtans alleen hij recht had. Lozano kreeg enkele maanden later wel een erkenning van zijn collega-voetballers. Die van Profvoetballer van het Jaar.

In mei ’89 moest Lozano het ‘huis’ verlaten. Hij mocht om een of andere vreemde reden zelfs geen wedstrijd met de reserven spelen, ondanks dat hij nog onder contract stond bij Anderlecht. ‘Verschueren zei mij koudweg: ge kunt naar Aalst, die mensen zitten in de cafetaria al te wachten.’ Hij probeerde het nog bij Aalst, dat toen in tweede klasse speelde, en later bij derdeklasser Berchem Sport. Maar hij haalde niet meer zijn topniveau.

Ook dat nog: Juan Lozano was nooit international. In 1982 keurde de kamer zijn naturalisatie tot Belg met het oog op het WK in Spanje goed, maar de senaat stemde tegen. Wat een gemiste kans!

Adieu aan het voetbal

Na zijn voetbalcarrière was Lozano niet meer actief in het voetbalwereldje. Hij zat nog achter de veren van zijn zoon Gianni die wat in zijn mars had, maar daar bleef het ook bij. Lozano wilde wel de jeugd van Anderlecht trainen, maar naar eigen zeggen kon niemand hem een deftig loon betalen. ‘Ik had nooit verwacht dat ik zo gemakkelijk zonder het voetbal zou kunnen.’ Hij was even actief als gerechtsdeurwaarder voor de Europese Gemeenschap maar de laatste jaren pendelt hij constant tussen Sevilla, zijn geboortestreek, en Antwerpen, waar hij nog steeds woont.

In Spanje onderhoudt hij nog goede contacten met oud-spelers als Vicente Del Bosque (de huidige trainer van Europees en Wereldkampioen Spanje), Emilio Butragueño, Míchel en Hugo Sanchez met wie hij bij Real Madrid in 1985 de UEFA-cup won. Hij is een graag geziene gast op hun feestjes. Voor de rest geniet Juan Lozano vooral van het leven. Zijn winst met de Lotto, een publiek geheim in Spanje, zal daar niet vreemd aan zijn. (DB)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content