The Passion of Anna

In The Passion of Anna van Ingmar Bergman zijn strengheid, neerslachtigheid en zwartgalligheid troef. Het is een sterk allegorische meditatie, strak gecomponeerd als een vierstemmige fuga, over psychisch en fysiek geweld onder een kwartet gefolterde personages.

The Passion of Anna (1970)
Film: **
Lumière (geen extra’s)

Ook in The Passion of Anna zijn strengheid, neerslachtigheid en zwartgalligheid troef. Het is een sterk allegorische meditatie, strak gecomponeerd als een vierstemmige fuga, over psychisch en fysiek geweld onder een kwartet gefolterde personages. De protagonist, Andreas Winkelman (Max von Sydow) heeft zijn vrouw verlaten en leeft teruggetrokken van de bewoonde wereld op een schaars bevolkt Baltisch eiland. Eerst heeft hij een vluchtige affaire met een buurvrouw (Bibi Anderson), die niet aan haar trekken komt bij haar zelfingenomen echtgenoot (Erland Josephson), later begint hij een relatie met een door schuldgevoelens verteerde weduwe die bij een auto-ongeval haar man en haar kind verloor. Er hangt voortdurend een sfeer van doem over hun geluk, wat nog wordt versterkt door de voortdurende dreiging van een ongrijpbare, niet geïdentificeerde maniak die schapen slacht en dieren martelt.

En passion reikt weinig nieuwe elementen aan in het Bergmandiscours, het is een typische synthesefilm die variaties spint op vorige relatiedrama’s van de regisseur. Esthetisch voegt hij er echter tenminste één element aan toe: de psychologisch verantwoorde kleurenfotografie van vaste cameraman Sven Nykvist. Minder gelukkig is het deconstructivistisch foefje om de handeling geregeld te onderbreken met setinterviews van de vier hoofdacteurs die commentaar leveren op het personage dat ze spelen. Een geforceerde Brechtiaanse ingreep die alleen maar de aandacht afleidt en er niets wezenlijks aan toevoegt.

Patrick Duynslaegher

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content