Regisseur Wang Quan’an, prijsbeest op Film Fest Gent: ‘Ik maak nooit meer films in China!’

. © Archlight
Sven Hollebeke
Sven Hollebeke Medewerker Focus.be

De Chinese filmmaker Wang Quan’an keert voor het eerst sinds zijn Gouden Beer-triomf Tuya’s Marriage terug naar Binnen-Mongolië. En met succes: Öndög, zijn excentrieke contemplatie over leven en dood, won de Grand Prix op Film Fest Gent. ‘Voor mij draait het rond esthetiek. De esthetiek van de mens.’

Toen Wang Quan’an in 2006 de Gouden Beer in Berlijn won, leek het even of hij op de voorgrond zou treden van de Zesde Generatie Chinese filmmakers. Toch is Quan’an een vreemdsoortige outsider gebleven die liever wegblijft van expliciete kritiek op het moderne China, iets wat generatiegenoot Jia Zhangke wel doet. ‘We behoren tot dezelfde generatie, maar een kenmerk van de 6de generatie is dat we elk erg verschillende films maken. Ik hou meer van kleine verhalen. Trouwens, iedereen heeft zijn eigen behoeftes om iets uit te drukken en kan beslissen over welke ze standpunten ze innemen.’

Quan’an wil met Öndög zijn voorliefde voor traagheid en het simpele leven in de verf zetten, weliswaar tegen de achtergrond van de majestueuze Mongoolse steppe. ‘Als ik naar de cinema ga, dan moet ik iets voelen. Ik wil dat mijn films via kleine verhalen iemands leven beïnvloeden.’ Het kleine verhaal in zijn nieuwste worp is een aparte combinatie van een policier en een liefdesverhaal. Een groentje van de politiebrigade krijgt de opdracht om te waken bij een naakt lijk midden in de graslanden. Quan’an weigert echter detective te spelen en ruilt zijn politieromannetje in voor een portret van een onafhankelijke herderin die de agent gezelschap houdt. Samen maken ze er een intiem onderonsje van. ‘De moordzaak oplossen is onbelangrijk. Ik wilde reflecteren over leven en dood. En de liefde. Vooral de liefde!’

Dat Quan’an toch aan politiek filmmaken denkt, illustreert zijn idee voor zijn volgende film: ‘ik wil echt iets doen met de Amerikaanse muur aan de grens met Mexico.’ Vindt hij ook daar de liefde?

Hoe ben je bij deze vreemde combinatie gekomen van een policier die gradueel overgaat in een liefdesverhaal?

Quan’an: Mijn films gaan altijd over volkse, simpele, maar heel bijzondere mensen. Die zijn op een of andere manier ontzettend sterk. Op dagelijkse problemen vinden ze creatieve oplossingen. Ik toon geen uitdrukking van liefde die de kijkers verwachten. Het is liefde via omwegen. De twee verhalen zijn uit het leven gegrepen en heb ik samengebracht. Toen ik in Mongolië was, botste ik op het verhaal van een jonge, onervaren politieagent die moest wachten bij een naakt lijk op de steppe. Daarna hoorde ik hoe een herderin zwanger was geworden van een vreemde. Ik sprak een Mongoolse regisseur hierover aan en die zei doodleuk: ‘Hé, zo ben ik geboren!’

Na enkele films in China keer je voor Öndög terug naar Mongolië, waar ook je meest succesvolle film Tuya’s Marriage plaatsvond. Waarom?

Quan’an: Dit is eigenlijk pas mijn eerste Mongoolse film, want hoewel Tuya’s Marriage zich afspeelde in Binnen-Mongolië, was het een Chinese productie. Öndög is geproduceerd door Mongolië. Die ervaring was enorm positief. Alles was heel ontspannen. In China zijn er zoveel beperkingen voor regisseurs dat zeventig procent van je energie gaat naar de inspanningen om aan die beperkingen tegemoet te komen. Overal wil ik films maken, op de voorwaarde dat ik dat met veel vrijheid kan doen. Ik zal nooit meer films maken in China. Er is geen weg terug!

Zijn de beperkingen dan té groot?

Quan’an: De Chinese censuur is vervelend. Je moet altijd opletten hoe diep je gaat in je onderwerp. Dat gaat dus gepaard met heel wat compromissen. Het vreemde is dat het een gewoonte wordt. Dat is gevaarlijk voor een kunstenaar. Jezelf beperken kan niet de bedoeling zijn.

Hoe reageerde China op het feit dat je je film liet produceren door Mongolië?

Quan’an: Dat vormde geen probleem. Uiteindelijk is zelfs de vraag uit Shanghai gekomen om de film in China te distribueren. Of dat effectief zal gebeuren, dat is een andere vraag. In China is er helaas weinig interesse voor niet-commerciële cinema. De Mongoolse steppe is volgens mij te ver van hun bed.

Öndög betekent ‘ei’ en de film toont een omgekeerde levenscyclus, van dood naar leven. Hoe belangrijk is die cyclus?

Quan’an: De titel betekent letterlijk ‘dinosaurusei’. Het symboliseert het begin van het leven. In Mongolië vonden ze een van de vroegste dinosauruseieren. Het leven begon dus een beetje in Mongolië! De mens is slechts klein en nietig, een miniem stukje van de natuur. En dan vraag ik me af ‘waarom zijn we hier?’ Altijd kom ik bij hetzelfde antwoord: de zoektocht naar geluk. En dat vind je bij de liefde.

Je landschapsfotografie doet erg denken aan het werk van Nuri Bilge Ceylan (regisseur Winter Sleep, The Wild Pear Tree nvdr.).

Quan’an: (lacht) Wij kennen elkaar! En we houden van elkaars films! We zijn zelfs al akkoord om samen te werken. Uiteraard word ik ook beïnvloed door de stijl van Abbas Kiarostami. Maar eigenlijk… Alles rondom je is invloed.

Er is een seksscène aan de zijde van een kameel. Hoe is die in godsnaam blijven liggen?

Quan’an: (lacht) Die kameel is gewend aan de natuur en heeft een heel goede herderin! Als een kameel te lang neerligt, heeft hij het koud en staat hij recht. Daarom bonden we eventjes zijn poten vast.

Öndög is op 15 oktober nog te zien op Film Fest Gent.

Lees alles over Film Fest Gent 2019 in ons dossier.

Het 46ste Film Fest Gent loopt tot en met 18 oktober in Kinepolis Gent, Studio Skoop, Sphinx Cinema, Vooruit, KASKcinema en Capitole. Het volledige programma vind je op www.filmfestival.be.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content