‘WIE WAS PABLO NERUDA? WIE WAS JACKIE KENNEDY? TOTÁÁL GEEN IDEE’

Vreemd toch, dat iemand die net de voortreffelijke films Neruda en Jackie gemaakt heeft, beweert dat hij zijn beroemde onderwerpen niet kent. Maar de biopics van regisseur Pablo Larraín zijn ook niet zomaar biopics.

Voor filmliefhebbers is de veertigjarige Chileense regisseur al een tijdje geen onbekende meer. In 2015 won Pablo Larraín in Berlijn de Grote Prijs van de Jury voor El Club, een suspensevolle film over vier priesters die zich onbetamelijk gedragen hebben en die de kerk ver van alle persaandacht in een opvangtehuis verbergt. Een stevige aanrader is ook No, met Gael García Bernal, over de gladde reclamejongen die met een onbeschaamd optimistische campagne in 1988 dictator Pinochet een hak zette.

Naar alle verwachting zal het aantal mensen dat Larraín kent de komende weken exponentieel toenemen. Zijn eerste Engelstalige film Jackie zit in de kop van het Oscar-peloton. Natalie Portman maakt daarin grote indruk als de kersverse presidentiële weduwe Jackie Kennedy, die te midden van alle ophef, woede en verdriet na de moord op JFK koelbloedig de regie in handen neemt – en slinks de mythevorming rond wijlen haar man dopeert. Geen hapklare, sentimentele verheerlijking dus van Amerika’s bekendste first lady, en dat dan nog van een buitenlandse regisseur, met een heel eigen stijl.

Op Jackie moet u nog een maand wachten, maar deze week is er al Neruda, ook geregisseerd door Larraín, ook over een beroemd icoon, maar deze keer uit zijn eigen land: dichter Pablo Neruda (1904-1973). Neruda is gefilmd in een andere taal, een andere stijl en speelt zich af in een ander decennium maar heeft met Jackie gemeen dat het geen conventioneel levensverhaal is. ‘Biopics zijn vaak strontvervelend’, zegt Larraín. ‘Je kunt onmogelijk iemands wezen vatten in hooguit 120 minuten, laat staan zijn of haar volledige leven.’

U zult dus na het zien van Jackie en Neruda niet precies weten wie Jackie en Pablo waren. ‘Dat weet ik zélf nog altijd niet’, zegt Larraín. ‘Vind ik ook niet erg. Niemand weet wat er precies in het hoofd van Jackie Kennedy omging na de moord op haar man. Niemand weet wat er precies in het hoofd van Neruda omging toen hij opgejaagd werd door het Chileense regime. Als je een documentaire maakt, is dat een probleem, in een fictiefilm opent het net perspectieven.’

Over Jackie Kennedy wist Larraín vooraf niet veel meer dan dat ze getrouwd was met president JFK en dat haar kledingstijl en kapsels massaal gekopieerd werden. Tijdens de voorbereiding op zijn film leerde hij haar kennen als een verfijnde, verstandige en bijzonder sterke vrouw maar tot zijn vreugde kon hij haar mysterie nooit helemaal doorgronden.

Over Neruda wist Larraín wel veel, héél veel – ‘Neruda zit in het DNA van mijn land’ – maar ook hier botste hij op een ondoorgrondelijkheid die hem zeer beviel. ‘Mijn broer en ik liepen al jaren rond met het plan om een film over Neruda te maken. Onze research was zéér uitgebreid. Ik heb de biografieën en autobiografieën uitgeplozen, zijn redevoeringen bestudeerd en al zijn gedichten herlezen. Uiteindelijk heb ik de film gedraaid, en tóch heb ik vandaag totaal geen idee van wie hij nu eigenlijk was. Omdat hij niet te vatten is. Dat bevestigen ook de mensen die hem gekend hebben. Neruda was zo complex, zo geleerd en zo spitsvondig. Je wist ook nooit of hij met je voeten aan het rammelen was of niet. De dichter en de politicus zijn één en dezelfde man. Hij schuwde de politiek in zijn gedichten niet, zoals hij ook de poëzie in de politiek niet schuwde.’

Larraíns film toont een heel andere Neruda dan de arthousehit Il postino (1994). In die film, een fictief verhaal overigens, helpt de verbannen liefdesdichter (vertolkt door Philippe Noiret) op een Italiaans eiland de postbode een vrouw te versieren. ‘Zo kent de wereld Neruda vooral, van zijn liefdesgedichten’, knikt Larraín. ‘Ik werd vooral gemotiveerd door zijn Canto General (1950) (uit 1950, waarin hij Zuid-Amerika in 15.000 verzen bezingt, nvdr.) en zijn politieke, woeste verzen. We kunnen het ons vandaag amper nog voorstellen, dat een ernstige schrijver in gedichten politieke tegenstanders met de grond gelijkmaakt en medestanders ophemelt. Dat is ook Neruda.’

Neruda keert terug naar 1948, het jaar waarin de Chileense president Videla de communistische partij verbiedt. Neruda, op dat moment senator en een boegbeeld van de communisten, moet onderduiken. In wat volgt, mangelt het niet aan een royale portie verbeelding en een fikse snuif magisch realisme. Feit en fictie zijn daarbij niet altijd van elkaar te onderscheiden. ‘Ik zou Neruda een valse biopic durven te noemen. Wij spelen met de instrumenten die Pablo Neruda aanreikt, de verbeelding op kop. Zo kunnen we tonen hoe Neruda heel bewust zijn eigen mythe creëerde. Het is geen film over de persoon, maar een over de wereld die hij heeft ontworpen. Behalve een belachelijk welbespraakte, bevlogen politicus en een unieke dichter was hij ook een gesofisticeerde verzamelaar en een geweldige levensgenieter. Hij hield van vrouwen, van wijn, van eten, van discussiëren, van lezen en verzamelen. Dat noemen we in Chili nerudiaans. Hopelijk is mijn film dat ook.’

NERUDA

Vanaf 4/1 in de bioscoop.

JACKIE

Vanaf 1/2 in de bioscoop.

door Niels Ruëll

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content