Recensie: Killing Them Softly

Brad Pitt als (te) coole killer in ‘Killing Me Softly’. Stijl-, sfeer- en ritmevol in beeld gebracht, maar minder memorabel dan de George V. Higgins pulproman.

Vijf jaar na ‘The Assassination of Jesse James’ slaan rasregisseur Andrew Dominik en acteur-producent Brad Pitt opnieuw de handen in elkaar voor deze neonoir naar George V. Higgins pulp fictionroman ‘Cogan’s Trade’, al is het resultaat dit keer een stuk minder memorabel.

Als vanouds zet Dominik alles met bijzonder veel gevoel voor stijl, sfeer en ritme in beeld; van de overvalscène in het begin waarin twee derderangsgangsters een stel maffiosi overvallen, tot het sarcastische einde waarin Cogan – Pitt dus – de moraal van het verhaal samenvat – of beter: het totale gebrek daaraan. Speelde de originele roman zich af in de crisisjaren zeventig dan transponeert Dominik de actie en Higgins’ verlepte antihelden en losers naar het Amerika van tijdens de vorige presidentverkiezingen in 2008.

Slogans van Obama’s campagne en de economische ruïnes van het Bush-tijdperk vormen dan ook het (te) nadrukkelijke decor voor de naturalistische dialogen, zwarte humor en brutale, Tarantineske gewelduitbarstingen. In die zin is Killing them Softly meer een bravoureus geregisseerde genreflectie à la Drive dan een rechttoe, rechtaan misdaadthriller, met een weliswaar degelijke maar enigszins miscastte Pitt als (te) coole killer in maffiadienst.

Stevig, stijlvol en entertainend, maar lang niet zo beklemmend, triest, veelgelaagd en consequent als ‘The Friends of Eddie Coyle’ (1976), de onderschatte Higgins’ verfilming van Peter Yates met Robert Mitchum als uitgerangeerde hitman.

Dave Mestdach

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content