Recensie: Extremely Loud & Terribly Close

Drie jaar nadat Stephen Daldry (Billy Elloit, The Hours) de Holocaust degradeerde tot de pedante pedofiele tearjerker The Reader laat de chronisch overschatte Brit dit keer zijn licht – of beter zijn koplamp – schijnen op 9/11.

Daarvoor pimpt hij de bestseller van Jonathan Safran Foer tot pathetische prestigecinema, met een alomtegenwoordige voice-over die alle suggestie en subtiliteit de kop indrukt en een overnadrukkelijke score van Alexandre Desplat die de hele film stuwt en daarbij de tranen soms uit je oogkassen probeert te rukken.

Protagonist is de negenjarige Oskar Schell (Thomas Horn), een joods, hyperintelligent maar zelfingenomen opdondertje dat zijn vader (Tom Hanks) heeft verloren tijdens de aanslagen op de Twin Towers en sindsdien probeert het geheim te ontrafelen achter een mysterieuze sleutel die zijn pa hem naliet. Wat op papier een cathartisch, in humor en sentiment gedrenkt coming-of-age verhaal tussen de ruïnes van Manhattan oplevert, raakt in Daldry’s lezing nooit verder dan Os(k)cargeile kleenexcinema.

In die door topcameraman Chris Menges weliswaar fraai gefotografeerde parade van pathos mag Sandra Bullock opdraven als Oskars ma, Viola Davis als één van de passanten die Oskar op zijn zoektocht ontmoet en Max Von Sydow als zijn stomme overbuur, al is er van enige politieke duiding, persoonlijk engagement of energieke spontaneïteit daarentegen niet de minste sprake. Of hoe Daldry je 9/11 zo extreem luid en akelig dicht in het gezicht zwiert dat je er compleet onbewogen blij blijft. (DM)

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content