Psychopatische autoband opent vierde Offscreen Filmfest

Een ‘killer tire’ baant zich een weg door de Amerikaanse woestijn in ‘Rubber’ van Mr. Oizo, de ideale openingsfilm voor het vierde Offscreen Filmfestival.

Rubber **1/2

Van Quentin Dupieux met Jack Plotnick, Wings Hauser, Roxane Mesquida

“The film you are about to see is an homage to ‘no reason’.”

Met dat manifesto opent ‘Rubber’ – de tweede langspeelfilm van elektroproducent, regisseur, monteur en componist Quentin Dupieux, misschien wel beter bekend onder de artiestennaam ‘Mr. Oizo’. Tegelijk werd met deze goedkope horrorhomage aan de western ook het startschot gegeven van het vierde Offscreen Filmfestival in Brussel, een rendez-vous voor liefhebbers van bizarre, vreemde, uitdagende en subversieve offbeatcinema.

De protagonist in ‘Rubber’ is een psychopatische autoband (jaja!) die zijn telekinetische gaven aanwendt om dood en vernieling te zaaien – lees: alles op te blazen wat in zijn weg komt. Dat gaat van het exploderen van een zwarte raaf tot het doen ontploffen van mensenhoofden. Plaats van delict: de Amerikaanse woestijn.

Hoewel de rubberen band met bijna tachtig procent van de schermtijd gaat, euh, rollen, maken we ook kennis met een stel Amerikanen die getuige zijn van het moorden en op gezette tijden commentaar leveren bij de slachtingen. Met deze metafysische verhaallijn sloopt Dupieux met schijnbaar komisch genoegen de muur tussen de film en zijn toeschouwers, en duwt hij je als kijker na elke onwaarschijnlijke plotwending met de neus op de feiten: dat je naar een volslagen betekenisloze film aan het kijken bent. Toegegeven, het deed ons bij momenten een beetje aan Quentin Tarantino denken, zelfs aan Michael Haneke.

Maar om ‘Rubber’ in dezelfde categorie te plaatsen als die van de grootmeesters, zou iets te veel gevraagd zijn. Het simplistische verhaaltje – je hoeft er maar op te komen – blijft compleet van de pot gerukt en ‘Rubber’ maakt door zijn iets té experimentele aanpak ook nooit echt aanspraak op het etiket meesterwerk.

Gelukkig is Dupieux wijs genoeg om de film zelf ook niet serieus te nemen. De ’tongue in cheeck’-momenten volgen elkaar in een ijltempo op (de film duurt maar 82 minuten). En of het nu gaat om de surrealistische mise-en-scène (het openingstafereel van een rij stoelen in het midden van de woestijn), de westernachtige flow (met knipogen naar Leone) of de haast poëtische dolly shots waarmee een uit zichzelf rollende ‘killer tire’ chaos zaait in het Amerikaanse woestijnlandschap, Quentin Dupieux weet ook echt wel hoe hij de dingen in beeld moet brengen.

Ondanks het bijzonder krappe budget (zo’n 500.000 dollar als we Imdb mogen geloven) weet Dupieux de kwaliteit, de fun factor en vooral het what the fuck-gehalte steeds hoog te houden. ‘Rubber’ of ‘Rubbish’, wij konden ons geen gepastere openingsfilm voor het Offscreen Filmfestival indenken.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Andreas Ilegems

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content