Lukas Verstraete

1 Een boek waarmee men vrienden maakt is een fysiek imposant boek: groter, dikker en zwaarder dan we van strips gewend zijn. Waarom?

Lukas Verstraete: Ik wilde mijn tekeningen zo veel mogelijk op ware grootte kunnen weergeven. Alles moest authentiek zijn. Ik heb ook maar heel weinig onvolkomenheden uit de tekeningen weggehaald. Sympathieke missertjes heb ik gewoon laten staan. Zo is er dus weinig verschil tussen de originele pagina’s en het boek.

Vanaf het begin wilde ik een speciaal formaat. Ofwel moest mijn debuut een flinterdun ding worden dat je als een vliegertje kon wegsmijten, ofwel een boek dat je door zijn grootte en gewicht kon gebruiken als een moordwapen. Het is het laatste geworden, en dat heeft zo zijn gevolgen gehad. Het scenario van dit boek heb ik grotendeels geschreven toen ik nog aan Sint-Lucas Gent studeerde. Dat is ondertussen vier jaar geleden. Sindsdien ben ik blijven voorttekenen aan het boek.

2 Ben je meer een verteller of meer een tekenaar?

Verstraete: Toch meer een tekenaar. Ik had voor dit boek een lijstje opgesteld van dingen die ik graag wilde tekenen. Dan heb ik een verhaal bedacht waarmee ik die taferelen aan elkaar kon rijgen. Dat heeft een jaar geduurd. Het schrijfproces was intens, maar ook aangenaam. Ik heb dus niets tegen verhalen vertellen, maar ik vertrek vanuit een verlangen om dingen te tekenen.

3 Je pagina’s zijn heel barok en kleurrijk. Is dat eigen aan al je werk?

Verstraete:Dat barokke is vooral horror vacui, angst voor de leegte. Ik kan me enorm uitleven in details, want voor mij maken ze vaak de charme van een tekening uit. Er zitten ook wel wat soberder pagina’s in het boek, bijvoorbeeld die twee pagina’s waarop een man tegen een duif spreekt, maar daarvoor heb ik me echt moeten inhouden.

De kleuren hebben te maken met mijn gereedschap: ik teken in kleurpotlood, al lijken de pagina’s soms geschilderd omdat ik zo hard druk. Ik gebruik kleuren niet alleen voor de sfeer, maar ook om het verhaal vooruit te helpen. Zo begin ik mijn boek in full color. Wanneer het personage zijn gezicht kwijtraakt, begin ik te werken met verschillende beperkte paletten. De kleuren vallen dus zoals het personage uit elkaar. Zoiets houdt het voor mij als tekenaar boeiend.

Mijn keuze voor die potloden was trouwens min of meer toeval. Toen ik nog studeerde, werd mijn werk vaak vergeleken met dat van Brecht Evens en Brecht Vandenbroucke, onder andere omdat ik met aquarel en gouache schilderde. Het kleurpotlood hielp dus om me te onderscheiden van mijn invloeden.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content