Interview met Zoë Thielemans: “Ik beschouw mezelf niet als een actrice”

De jonge actrice Zoë Thielemans is momenteel te zien in de culinaire Valentijnsfilm Brasserie Romantiek en in Platonov, de ijzersterke voorstelling die theaterlegende Luc Perceval bij NTGent maakte.

Hoe ben je eigenlijk in de voorstelling Platonov terechtgekomen?

Zoë Thielemans: “Dat is een grappig verhaal. Een medewerker van NTGent had me al eens zien spelen in Inferno van Romeo Castellucci. Nadien kwam hij naar mij om te zeggen dat hij graag een voorstelling met mij wilde maken. Ik was toen nog maar zestien en vond dat allemaal maar een beetje raar. Toen ik hem later nog eens tegenkwam op café stelde hij de vraag nog eens. Omdat ze bij NTGent jonge spelers zochten voor Salaud, het stuk dat we eigenlijk van plan waren om te spelen voor Platonov gekozen werd, vroegen ze mij om auditie te komen doen. Om op je vraag te antwoorden: vooral door mensen tegen te komen op café.”

Hoe zou je jouw personage in Platonov omschrijven? Zoë Thielemans: “Ik speel Marja, het twintigjarige lief van de dokter in de voorstelling. Eigenlijk behoor ik niet echt tot de kliek rond Platonov, al heb ik wel nog les gehad van hem. Veel mensen vragen zich trouwens af wie ik speel in de voorstelling. Aan de rol van mij en Briek Lesage, de andere jonge speler in het stuk, hangt het minste vlees. Eigenlijk zijn onze rollen overbodig. Dat komt omdat we oorspronkelijk gekozen waren om in Salaud mee te spelen. Toen het uiteindelijk Platonov werd, was de cast al gekozen en zijn we gewoon samen verdergegaan. Dat had het voordeel dat ik mijn personage voor een groot deel zelf mocht vormgeven, omdat ze geen essentiële rol speelt in het oorspronkelijke stuk van Tsjechov. Ik speel het jonge meisje en de onschuld. Maar ik ben evengoed een furie wanneer ik mijn mond opentrek. Je zou kunnen stellen dat Marja de volgende minnares van Platonov zou worden. Maar zij en Osip, het personage van Briek, vertegenwoordigen de nieuwe generatie: ze hebben genoeg van Platonov’s manipulatie en vinden hem maar een zielige vent. Als enige – op Platonov na – verplaats ik me ook echt op scène, terwijl de andere acteurs stilstaan en in het publiek kijken. Ze zouden het zelfs niet opmerken mocht ik achter hun rug flauwvallen.”

Hoe verliep het repetitieproces? Zoë Thielemans: “Heel leuk, maar ook best heftig. We hebben drie maanden lang gerepeteerd, vijf dagen op zeven. Je zit echt in een cocon. Er heerste een supersfeer tussen de acteurs, waar toch behoorlijk wat kleppers tussen zitten. Er was zeker geen rivaliteit. In het begin twijfelde ik wel wat de andere spelers over mij als jonkie zouden vinden, maar uiteindelijk werden we echt één familie: de ouderen ontfermen zich over de jongeren en andersom. Het was echt een intens proces. In de laatste rechte lijn naar de première was iedereen doodop. Ik heb na de eerste speelreeks twee weken nodig gehad om te recupereren.”

Lange tijd zeg je niets in de voorstelling, maar wanneer je toch spreekt, volgt een scheldtirade. Is het niet moeilijk om meteen de juiste toon te vatten? Zoë Thielemans: “Het moet er meteen op zijn, dat klopt. Ik heb stemcoaching gekregen om te leren schreeuwen, vermits ik helemaal geen techniek heb in mijn stem. Ik sprak echt zo (doet een hoog stemmetje na), maar nu is mijn stem toch al behoorlijk gezakt. Elke avond is de manier waarop ik schreeuw ook anders, maar dat is geen probleem. Ik raak erg geïnspireerd door de pianist, die alles wat hij speelt en zingt tijdens de voorstelling improviseert, in een verzonnen taal dan nog. Omdat ik vaak bij de pianist sta, beïnvloedt zijn manier van spelen mijn gevoel: soms klinkt hij als Sigur Rós, een andere keer zingt hij dan weer heel diep.”

Hoe zenuwachtig was je bij de première? Zoë Thielemans: “Vreselijk zenuwachtig. Ik heb het echt als een rollercoaster beleefd, ik weet helemaal niet meer hoe ik toen speelde. Er waren ook zo’n hoge verwachtingen van deze voorstelling. In een krant stond dat als er op de première een bom op de zaal gevallen was, dat dan de hele theaterwereld met één klap van de kaart geveegd was. Zoveel straffe mensen zaten daar toen in de zaal. Je zou van minder zenuwachtig worden.”

Je hebt op De Kunsthumaniora gezeten, maar heb je nadien nog verder gestudeerd? Zoë Thielemans: “Ik heb een jaar universiteit gedaan, maar studeren was precies mijn zijactiviteit aan het worden. Ondertussen speelde ik al mee in Brasserie Romantiek. Ik ben ook pas drie maanden na de start van het academiejaar begonnen, want eerst wou ik zelfs niet gaan studeren. Enfin, het was één grote soep. Op de dag dat ik mijn punten te horen kreeg, die overigens niet zo goed waren, hoorde ik dat ik mocht meespelen in Platonov. Hoe duidelijk kan een teken zijn?”

Net als in Platonov word je ook in de kortfilm Robyn O. en in Brasserie Romantiek gecast als het jonge meisje. Vind je dat niet vervelend? Zoë Thielemans: “De leeftijdsgroep is gelijkend, maar de rollen zijn helemaal verschillend. In Robyn O. speel ik een heel opvliegend meisje van veertien, dat nog maar net haar regels heeft. Ook in Brasserie Romantiek speel ik een tiener, maar dan wel iemand die heel rustig is. Ik heb ook in een aflevering van Danni Lowinski meegespeeld en daar was ik een meisje van zestien die net bevallen was. Ik vind het niet zo erg dat ik nu steeds voor jonge rollen gevraagd wordt. Ik ben nu twintig, over vijf haar zal ik die rollen niet meer kunnen krijgen.”

Wat na Platonov? Het zwarte gat? Zoë Thielemans: “Misschien, maar dat zou ik ook niet zo erg vinden. Ik ben totaal geen bekende actrice en moet nog een beetje mijn weg vinden in het circuit. Als ik een project aanneem, wil ik er ook helemaal achterstaan. Ik ben nog maar twintig, ik hoef nog geen uitgestippelde toekomst voor mij te hebben. Eigenlijk beschouw ik mijzelf niet als een actrice. Ik speel heel graag en wil dat zeker blijven doen, maar ik zou er geen problemen mee hebben om een interessante job te doen die niets met theater of film te maken heeft. Zo werk ik nu al vijf jaar in de horeca, ik heb een tijdje feesten georganiseerd en ik zou graag ooit mijn eigen zaak opstarten. Maar zolang ik toffe projecten mag doen, blijf ik zeker spelen.”

Slotvraag: waarom moet de lezer zeker naar Platonov komen kijken? Zoë Thielemans: “Ik denk dat iedereen zich wel in een personage uit de voorstelling kan herkennen: de bedrogen man, de eeuwige wachtende, de jonge liefde. In de voorstelling houdt Platonov van iedereen. Dat is zijn grootste vloek: als je van iedereen houdt, hou je van niemand écht. Ook voor de andere personages is dat lastig: zij kunnen alleen maar verder als Platonov ook van hen houdt. Het stuk is ook erg actueel. Kijk maar naar hoe relaties nu lopen. Laatst stond er ook weer vanalles over in de krant. Ik heb echt het gevoel dat de manier waarop we naar relaties kijken aan het shiften is.” (CJP/Filip Tielens)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content