‘Ik was het circus moe’: het laatste Knack Focus-interview met Jonathan Demme

Jonathan Demme © GF

Jonathan Demme, maker van onder meer Silence of the Lambs, is op 73-jarige leeftijd overleden. Knack Focus sprak hem voor het laatst in 2008, toen hij met Rachel Getting Married net zijn terugkeer naar de fictie had gemaakt. En toen Obama net de Amerikaanse verkiezingen had gewonnen, wat hem gelukkig stemde: ‘Ik ben gek op het nieuwe multiculturele Amerika.’

Als iemand sinds de verkiezingsoverwinning van Barack Obama op wolkjes loopt, dan wel Jonathan Demme. De 64-jarige regisseur heeft zijn voorkeur voor de Democraten nooit verborgen. Regelmatig duikt zijn naam op in de lijsten van hun geldschieters en een gesprek met hem verglijdt bijna onvermijdelijk naar de toestand van de wereld in het algemeen en zijn land in het bijzonder. De ironie wil dat Demme zich als jonge kerel hoegenaamd niet om politiek bekommerde. Hij protesteerde wel tegen de oorlog in Vietnam, maar veeleer omdat hij geen zin had een oproepingsbrief in de bus te krijgen. Tót een film hem de ogen opende. In 1967 zag hij tijdens het filmfestival van New York Loin du Vietnam, een bundeling van vijf korte antioorlogsfilms van Franse regisseurs, onder wie Alain Resnais en Claude Lelouch. ‘Ik kwam geradicaliseerd uit die zaal’, vertelt Demme.

Alle culturen zijn er en we kunnen maar beter met elkaar leren leven. Ik ga er ook zelf naar op zoek. De wereld waarin ik me beweeg, is heel multicultureel.

Doorgaans hoef je niet lang naar de politieke lading van zijn werk te zoeken. Zelfs toen hij nog voor Roger Corman werkte en exploitationfilms als Caged Heat draaide, wist hij tussen het bloot en het geweld een subplot te verstoppen, bijvoorbeeld over gevangenen die door de farmaceutische industrie misbruikt worden. Het succes van The Silence of the Lambs gaf hem later het krediet om meer uitgesproken standpunten en kwesties aan te kaarten, zoals het aidsprobleem in Philadelphia, racisme in Beloved en het politieke cynisme van de vroege 21e eeuw in The Manchurian Candidate. En dan zijn er nog zijn documentaires, waarin hij het onder meer heeft over de groeiende democratie in Haïti (Haiti Dreams of Democracy), een vermoorde Haïtiaanse journalist/activist (The Agronomist) en de voormalige (Democratische) president Jimmy Carter (Man from Plains).

De verleiding is groot om ook in zijn nieuwe film Rachel Getting Married naar een politieke laag te zoeken. Die aanstekelijke tragikomedie gaat over een jonge vrouw die net op tijd uit de ontwenningskliniek ontslagen wordt voor het huwelijk van haar zus, met wie ze altijd een wisselvallige relatie heeft gehad. Het portret dat de film schetst, lijkt echter een droombeeld van het ideale multiculturele Amerika, met allerlei culturen, rassen enberoepen die eensgezind feest vieren. Maar…

'Ik was het circus moe': het laatste Knack Focus-interview met Jonathan Demme
© Reuters

Zo heb je het eigenlijk niet bedoeld, of wel?

JONATHAN DEMME: Iemand vroeg me onlangs ongeveer hetzelfde en toen ik de film terugzag, dacht ik: mijn God, ik ga met de camera van het zwarte personage naar het blanke personage en vandaar naar de Aziaat en de Arabier in het gezelschap. Ik was lichtjes geschokt hoe expliciet het leek. Het was absoluut níét mijn bedoeling.

Rachel Getting Married werd geschreven door Jenny Lumet, de dochter van je gewaardeerde collega Sidney Lumet. Zat dat multiculturele aspect ook in haar script?

DEMME: Nee, dat was volstrekt blind qua kleur of geslacht. Ze had niets gespecificeerd. Het is dus allemaal tijdens de casting gebeurd. Ik ben nu eenmaal gek op het nieuwe multiculturele Amerika. Volgens mij is het ook onvermijdelijk: alle culturen zijn er en we kunnen maar beter met elkaar leren leven. Ik ga er ook zelf naar op zoek. De wereld waarin ik me beweeg, is heel multicultureel. Daar voel ik me het meest op mijn gemak. Ik woon in een voorstad van New York, en daar zijn feesten of bijeenkomsten zoals die uit de film helemaal niet ongewoon, laat staan onwerkelijk. Trouwens, als je de speeches van Barack Obama gezien hebt, die honderd procent op mijn steun heeft kunnen rekenen, dan zag je keer op keer een publiek van vele duizenden mensen met precies dezelfde mix als in de film. Het is dus niet onmogelijk.

Het was Sidney Lumet die je opbelde met de vraag of je het script van zijn dochter wilde lezen. Heb je hem gevraagd waarom hij het niet zelf wilde regisseren?

DEMME: Natuurlijk, en hij antwoordde dat hij het script te persoonlijk vond. En Jenny zei me dat ze altijd had gehoopt dat ik het zou regisseren. Ik kan trouwens verklappen dat het personage dat Bill Irwin speelt, de vader, helemaal Sidney Lumet is. Sidney is ook iemand die je de hele tijd iets te eten of te drinken wil geven en je voortdurend vastgrijpt, knuffelt en kust. (lacht)

Je vorige fictiefilm, ‘The Manchurian Candidate’, dateert al van 2004. Waarom heb je zo lang gewacht?

DEMME: Ik was het hele circus moe. Zulke grote fictiefilms maken vond ik op zich nog wel plezierig, maar alles wat er rond hangt werd me te veel. Ik was compleet uitgeput. Dus besloot ik een jaar vrij te nemen om me wat bezig te houden met mijn kinderen en mijn kamer op te ruimen. Daarna voelde ik het weer kriebelen en belde ik Neil Young om samen een muziekfilm te maken, Heart of Gold. Bij die film merkte ik hoeveel ik genoot van die vrije manier van werken, buiten het studiosysteem. Toen ik Jenny Lumets script las, besefte ik dat we Rachel Getting Married op een gelijkaardige manier zouden kunnen maken, en daarom heb ik het gedaan. Ik zag het als een kans om een soort Dogmafilm te maken, een stijl die ik altijd enorm bewonderd heb. Vooral After the Wedding van Susanne Bier vind ik een parel.

Heeft Rachel Getting Married je nu weer met de fictiefilm verzoend?

DEMME: Ja en neen. Ik zie mezelf nog altijd in de eerste plaats als een documentairemaker. Dat is beter voor mijn geestelijke gezondheid. Maar de film heeft me duidelijk gemaakt dat je ook op een andere manier kan werken. Geen repetities, geen shots plannen, niet alles tot in de puntjes voorbereiden, maar het leven laten gebeuren. Een stapje terugnemen en de controle opgeven. In dit geval wilde ik bijvoorbeeld een echte gemeenschap van acteurs vormen en die met elkaar laten omgaan, op basis van het script. Daarom hebben we ook chronologisch gedraaid. Ze leerden elkaar kennen voor de camera en uiteindelijk vierden ze samen feest, net als de personages. Zo zitten trouwfeesten ook in elkaar. Er vormt zich een tijdelijke gemeenschap die soms wonderwel klikt, soms catastrofaal afloopt.

Ik zie mezelf in de eerste plaats als een documentairemaker, dat is beter voor mijn geestelijke gezondheid. Maar de film heeft me duidelijk gemaakt dat je ook op een andere manier kan werken.

Rachel Getting Married is een familiefilm in de ruimste zin van het woord. Krijg je spontaan dat typisch Amerikaanse wenskaartgevoel als je aan familie denkt of ben je net iets kritischer?

DEMME: Als ik het woord ‘familie’ hoor, moet ik altijd denken aan de allereerste film die ik met Roger Corman heb gemaakt. Die heette Angels Hard As They Come, een bikerfilm waarvoor ik als producent fungeerde. We hadden toen een technisch adviseur op de set, een ex-Hell’s Angel met de naam Gary Little-john. Een heel interessante kerel, heel rauw. (gromt) Op een bepaald moment vroeg ik hem naar zijn achtergrond, maar hij maakte duidelijk dat hij geen zin had om over zijn familie te praten. Hij had al lang geen contact meer met zijn ouders of zijn broers en zus. Het interesseerde hem ook niet om te weten hoe het met hen was. Ik weet nog dat ik toen zuchtte: ‘Dat is vreselijk, Gary. Ik voel met je mee.’ En hij antwoordde droogweg: ‘Waarom? De manier waarop mensen met hun familie omgaan, is compleet onnatuurlijk. Kijk naar honden of katten. Als die zes weken oud zijn, gaan ze hun eigen weg en leiden ze een perfect gelukkig leven. ‘ Dat ben ik nooit vergeten. Misschien zit er wel een greintje waarheid in.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

MUZIEK, PLEASE!

Muziek is de tweede hobby van Jonathan Demmer, zo blijkt ook uit de concertfilms op zijn cv – en dan hebben we het nog niet eens over zijn videoclips voor New Order, Bruce Springsteen, The Pretenders en Fine Young Cannibals.

  • Stop Making Sense (1984)

De artiest: Talking Heads

Hoogtepunt: Frontman David Byrne die het podium betreedt in een overmaats wit pak.

  • The Complex Sessions (1994)

De artiest: Neil Young and Crazy Horse

Hoogtepunt: De camera die op Neil Youngs handen gericht blijft terwijl hij openingssong My Heart speelt.

  • Storefront Hitchcock (1998)

De artiest: de Britse folkrocker Robyn Hitchcock

Hoogtepunt: Hitchcock die uitgebreid mijmert over hoe het Isle of Wight langzaam door de zee wordt weg-gevreten.

  • Heart of Gold (2006)

De artiest: Neil Young

Hoogtepunt: Neil Young die vertelt over de hersenoperatie die hij een paar maanden eerder heeft ondergaan.

  • Trunk Show (2009)

De artiest: Neil Young

Hoogtepunt: De film komt pas volgend jaar uit. Demme belooft alvast dat we deze keer de rockende kant van Neil Young te zien krijgen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content