Volgens Gone Girl-regisseur David Fincher tonen Breaking Bad, True Detective en Orange is the new Black dat de beste personages te vinden zijn in series (en niet in films).
David Fincher windt er geen doekjes om: ‘De meest interessante personages vind je niet op het witte doek, maar op je tv-scherm’. De regisseur wiens recente film ‘Gone Girl’ helemaal bovenaan de Amerikaanse box-office staat geparkeerd, heeft het over ‘de gouden jaren van de televisie’. ‘Mensen ontdekken de kracht van de televisie omwille van die interessante karakters.’
Fincher noemt als voorbeelden Walter White (met brio vertolkt door Bryan Cranston in ‘Breaking Bad’), rechercheurs Rust Cohle en Marty Hart (Matthew McConaughey en Woody Harrelson in ‘True Detective’) en de biseksuele gevangene Piper Chapman (Taylor Schilling in ‘Orange is the New Black’).
‘Het zijn personages die iets over hun persoonlijkheid zeggen, maar dat in de manier waarop ze zich gedragen weerleggen. Dat is niet mogelijk in filmproducties. Daarom is het zo interessant om je als producer van een serie te verdiepen in personages. Die kun je laten groeien.’
Fincher had het ook nog over Hollywood (‘dat uit is op peperdure spektakels en ‘verwoestingsdrang’ in hun producties’) en de komst van Netflix.
Met ‘Gone Girl’ toont hij alvast dat je ook met een klein budget hoge toppen kunt scheren. En wat betreft Netflix: de streamingdienst wordt een hele grote speler in de categorie drama, aldus de regisseur. ‘Netflix is de vriend van de filmmaker’, zegt hij. ‘Ik ben onder de indruk van de manier waarop ze met kennis van zaken hun content naar de absolute top drijven.’ (DB)
