‘IK HEB OP DE ZWARTE LIJST GESTAAN’

Mel van alle markten: 'Ik heb speciaal voor BLOOD FATHER leren tatoeëren.'

Een hoofdrol in de actiefilm Blood Father en de regie van oorlogsfilm Hacksaw Ridge moeten Mad Mel weer in het zadel heffen. Maar kan hij het nog?

Om het ijs te breken? Om te bewijzen hoe beleefd hij tegenwoordig is? Mel Gibson, Mad Max Gibson, begint poeslief aan ons interview op de laatste dag van het festival van Cannes.

‘Hoe gaat het met jou?’

‘Goed, en met jou?’

‘Ik stel het goed. Ik stel het goed.’

Die tweede ‘Ik stel het goed’ wekt argwaan. Wie probeert hij daarmee te overtuigen? Ons? Zichzelf? Hoeveel levensvreugde het blauw van zijn vest ook uitstraalt en hoe fancy zijn zonnebril ook is, Gibson heeft er al veel beter uitgezien. Het is wennen aan zijn ongecontroleerde arm-, nek- en schouderbewegingen. Zijn huid lijkt van leer. Zijn ogen puilen uit. De groeven in zijn gelaat zijn dieper dan zou mogen voor een prille zestiger die in 2001 nog genoeg charme had om van de romantische komedie What Women Want een wereldhit te maken. ‘No personal questions’, benadrukken de pr-dames, al is dat een beetje belachelijk. Het gesprek moet over Blood Father gaan, een pretentieloze B-film die de selectie van Cannes nooit gehaald zou hebben als Gibson niet de hoofdrol vertolkte.

In Blood Father voert de Franse regisseur Jean-François Richet (Mesrine) Gibson op als een ex-alcoholicus die zonder de steun van zijn sponsor (William H. Macy) dreigt te hervallen, sinds zijn celstraf in een caravan woont en om den brode tattoos zet. Wanneer zijn verloren dochter in paniek het contact herstelt omdat ze achtervolgd wordt door kartelleden, doet zich een kans op verlossing voor. Tussen twee ouderwetse actiescènes door gaat Gibson te biecht bij zijn dochter: ‘Het spijt me. Ik heb vergissingen gemaakt en jij hebt daaronder geleden.’ Uiteraard spreekt hier zijn personage. Maar is die verontschuldiging ook niet precies wat zijn fans willen horen? En is een alcoholverslaving niet het probleem waarmee de passie van Mel begon? Natuurlijk wel.

Blood Father kon me bekoren’, zegt Gibson in professionele promomodus. ‘Het verhaal is donker, maar niet zwaar. Het is geen echte actiefilm, eerder een film met actiescènes die een grote impact hebben omdat je echt om het personage geeft. Ik speel een kerel die veel gezondigd heeft. Een crimineel, een biker die wellicht mensen gedood heeft. Iemand die drugs nam, drugs verkocht en in de cel gezeten heeft. En het ergst van al: hij was een slechte vader. Hij ziet dat in en probeert alsnog een goede ouder te zijn door voor zijn dochter het ultieme offer te brengen. Alleen is hij geen elitemoordenaar die perfect weet wat hij moet doen, maar een stumper die de boel voor zichzelf verknoeit.’

De vraag of hij tijdens de scènes op de motor niet moest terugdenken aan zijn gloriejaren als de woeste Max Rockatansky in de Mad Max-films, wimpelt hij aarzelend af. ‘Een beetje wel, vermoed ik. Maar dat beetje maakt het juist interessant.’ Wordt niet afgewimpeld: de vraag of hij die zondaar niet met de ogen dicht kan spelen, na alles wat hij meegemaakt heeft. ‘Nee, ik moest echt wel op zoek naar de juiste mindset voor het personage. Ik ben geen biker vol tattoos. Ik heb speciaal voor de film leren tatoeëren. Iemand liet me oefenen op zijn arm. Brrrzzz, brrrzzz… Ik tekende zomaar wat dingetjes, een gezicht onder meer. Niet erg goed, om niet te zeggen verschrikkelijk. Die man zei ‘auw’. (lacht) Ik heb ook nooit in de gevangenis gezeten. Of toch. Zoals je vermoedelijk opgevangen hebt, ben ik ooit eens gearresteerd geweest. Ik heb toen een nachtje moeten brommen. (lacht) Mijn gevangeniservaring was light. Het was in Los Angeles, niet eens in Mexico. (lacht nog harder) Ik was een zware jongen, gedurende twaalf uur. (buldert)’

De grap ontgaat ons. De gevangeniservaring mag dan light geweest zijn, de gevolgen waren dat allerminst. Gibson werd tien jaar geleden in Malibu op de snelweg opgepakt voor rijden onder invloed. Dat hoefde geen carrièrekiller te zijn. Maar Gibson reageerde in een colère. Hij schreeuwde tegen de agent dat Malibu zijn bezit was en dat hij al zijn geld zou aanwenden om zijn gram te halen. Waarna hij de ‘fucking Joden’ ervan beschuldigde verantwoordelijk te zijn voor alle oorlogen in de wereld. Zijn antisemitische razernij haalde alle mogelijke media, ook omdat ze niet uit het niets kwam. Na zijn wreedaardige succesfilm The Passion of the Christ (2004) hadden sommigen geopperd dat hij de Joden de kruisiging van Jezus wel heel zwaar aanwreef. Van Gibsons vader is geweten dat het een aartsconservatieve katholiek is die zich verzet tegen de vernieuwingen van het Tweede Vaticaans Concilie en die de Holocaust in twijfel trekt. Mel nam alvast het religieuze fundamentalisme van zijn pa over. Hij investeerde miljoenen in de bouw van een kerk voor gelijkgezinde traditionalisten. Na die arrestatie en de hetze bood Gibson de Joodse gemeenschap zijn verontschuldigingen aan en trok hij naar een ontwenningskliniek. Maar een op zijn ziel getrapt Hollywood werd in de daaropvolgende jaren meermaals herinnerd aan Gibsons al dan niet vermeende afkeer. Actrice Winona Ryder en scenarist Joe Eszterhas beschuldigden hem van Jodenhaat. In juli 2010 haalde een uitbarsting tegen de moeder van de jongste van zijn acht kinderen het nieuws. Muzikante Oksana Grigorieva kwam met een opname waarin Gibson haar verwenst, bedreigt en toeschreeuwt dat het haar ‘fout’ zal zijn als ze ‘verkracht wordt door een bende negers’. De aanklacht voor huiselijk geweld moest hij afkopen.

Ging het om door oude en nieuwe media opgeklopte dronkemanspraat, roddels en privéruzies waar niemand zaken mee had? Misschien, maar veel deed dat er niet toe. Gibson betaalde het gelag zwaar. Na zijn uitval tegen Grigorieva werd zijn cameo in de sequel van The Hangover op vraag van de crew geschrapt. U leest het goed. Een cameo in de sequel van The Hangover die op vraag van de crew geschrapt wordt! Lager kun je niet vallen. Hollywood braakte de filmster uit. De voorbije tien jaar was hij enkel te zien in Edge of Darkness (geflopt), in The Expendables 3 en Machete Kills (als slechterik), in How I Spent My Summer Vacation (zelf op het getouw gezet en niet in de Amerikaanse bioscopen geraakt) en The Beaver, een nare film van zijn vriendin Jodie Foster waarin hij een zakenman speelt die zijn depressie bestrijdt door alleen nog via een handpop te communiceren. Een handvol notoire Hollywoodfiguren, onder wie Robert Downey Jr., sprong voor Gibson in de bres. ‘Hij is zeker niet seksistisch en zeker niet racistisch. Ik ken die man als iemand die zeer gevoelig is en met wie ik lange gesprekken kan voeren’, zei Foster in The New York Times. ‘Hij was dronken en heeft een paar dingen gezegd. Maar we hebben allemaal dat soort dingen gezegd’, verdedigde Gary Oldman hem in Playboy. ‘Hij heeft gebeten in de hand die hem voedde. Nu is hij een outcast, een lepralijder.’ Zou Gibson het zelf ook zo aanvoelen?

Shane Black, tegenwoordig regisseur, indertijd scenarist van Lethal Weapon, de kaskraker die jouw status als Hollywood leading man bevestigde, beweert dat de filmindustrie jou op de zwarte lijst gezet heeft. Is dat zo?

MEL GIBSON: Ik heb op de zwarte lijst gestaan.

Sta je daar nu nog op?

GIBSON: Het is aan het veranderen.

Die verandering heeft wel lang op zich laten wachten.

GIBSON: Tien jaar.

Voel je je onheus behandeld?

GIBSON: (met uitgestreken gezicht) Don’t get drunk.

Hoe zou je je huidige relatie met Hollywood omschrijven?

GIBSON: Bij Blood Father wasgeen grote studio betrokken. Er is wel gedraaid in New Mexico, maar het was een onafhankelijke productie met een grote Europese inbreng. Zo móét je het tegenwoordig wel doen. Interessante films zijn meestal onafhankelijke producties. Af en toe zit er nog wel een major tussen, maar niet vaak. De studio’s hebben zich teruggetrokken en concentreren zich op een beperkt aantal superproducties.

Stoort dat jou?

GIBSON: Ik wil niet met modder gooien, maar ik zag onlangs een superheldenfilm en die was net hetzelfde als de vorige superheldenfilm die ik gezien had. Ze maken altijd maar weer hetzelfde. Begrijp jij dat? Ik begrijp dat mensen terug willen naar vroeger, naar verhalen over mensen in wie je je kunt herkennen, naar films met een hart. Die superheldenfilms hebben de industrie veranderd. Ik beweer niet dat ze geen enkele waarde hebben of niet entertainend zijn. Ik heb genoten van Robert Downey Jr. in Iron Man en heb me geamuseerd met Guardians of the Galaxy. Die film was tenminste grappig, hilarisch zelfs. Maar zo zijn ze lang niet allemaal. Ik bedoel maar: hoe vaak hebben ze Spider-Man al opnieuw verteld? Maar de mensen blijven daarnaartoe gaan. Dus…

Dus?

GIBSON: Dus blijven ze die films maken. Het is een commerciële industrie. Dat is het altijd al geweest en dat snap ik wel. Het probleem is dat de grote studio’s alsmaar minder films maken. Films die geen garantie zijn op succes aan de kassa moeten snel en goedkoop gemaakt worden. De makers zien zich verplicht om hun visie aan te passen aan een petieterig budget. Dat is knap lastig en vervelend. Op dertig draaidagen kun je niet veel doen.

Wat de grote studio’s wél nog maken, mist vaak inhoud. Het gaat te vaak over rondvliegende mannen die naar elkaar slaan. Nogmaals, dat is oké. Daar is een groot publiek voor. Van veertienjarigen. Het is alleen jammer dat er zo ontzettend veel goede verhalen in de omloop zijn die nooit tot leven zullen komen omdat men uitgedokterd meent te hebben dat ze niet winstgevend genoeg zijn.

Terug naar jou. Tien jaar na de release van Apocalypto, jouw chase movie in de jungle, heb je eindelijk een nieuwe film geregisseerd: Hacksaw Ridge.

GIBSON: (knikt) In Australië gedraaid. Ik heb er enorm van genoten. Eindelijk kon ik opnieuw regisseren. Al was het wel even wennen aan de nieuwe realiteit. Je moet voor veel minder geld geweldiger zijn dan vroeger. Het moet eruitzien als een grote epische film, maar het budget dwingt je te werken aan het tempo van televisieproducties. Dat zijn de nieuwe spelregels. Niemand wil het grote geld op tafel leggen voor iets anders dan een superheldenfilm.

Ben jij onafhankelijke producties niet gewoon? The Passion of the Christ heb je ook op eigen kracht gerealiseerd?

GIBSON: Ja, maar toen kon ik onder mijn voorwaarden werken. Voor Hacksaw Ridge moest ik die van een ander volgen. Dat was wennen. Ik heb het script bijvoorbeeld niet zelf ontwikkeld. Ik heb het wel aan het einde van de rit opgekuist, met de laatste scenarist die eraan had gewerkt. Maar dat was máár opkuisen. Ik was er niet bij van bij het begin. Hacksaw Ridge was tricky en heel vermoeiend om te maken, maar ik ben tevreden met het resultaat. Het is een goede film geworden. Soms besef je pas achteraf dat je een les geleerd hebt. Het beperkte budget dwong mij om heel goed na te denken over waar ik dat geld aan wilde besteden. Op zich is dat geen slechte reflex. Je moet het script binnenstebuiten keren. Er mag geen grammetje vet meer aanzitten. Je wordt gedwongen heel vindingrijk te zijn en constant te zoeken naar creatieve shortcuts.

* * *

HACKSAW RIDGE kan een grotere stap naar eerherstel zijn dan Blood Father. Gibson mag dan grotere budgetten gewoon zijn, hij beschikte toch over 55 miljoen dollar om het levensverhaal van Desmond T. Doss te verfilmen. In WO II weigerde die Amerikaanse arts om geloofsredenen om de wapens op te nemen. Toch werd hij een oorlogsheld toen hij tijdens de slag om Okinawa de levens van 75 soldaten redde. Andrew Garfield, bekend als ‘Spider-Man 2.0’, speelt de hoofdrol en hij was niet de enige grote naam die bereid was voor Gibson te werken: Vince Vaughn, Sam Worthington, Hugo Weaving en Rachel Griffiths voelden evenmin gewetensbezwaren. De wereldpremière is voor het festival van Venetië. Dat opent perspectieven. Betere perspectieven dan de slechterik spelen in The Expendables 3 of de verzopen antiheld in een actiethriller van een Fransman. Net als Chuck Norris, Steven Seagal en Jean-Claude Van Damme de ster spelen in rechtstreeks op digitale platformen uitkomende genrefilms voor een niet al te veeleisend publiek met heimwee naar Mad Max is geen prettig vooruitzicht voor iemand die zich in de jaren tachtig opwerkte tot een van de vetst betaalde Hollywoodacteurs en tot het selecte kransje van echte filmsterren gerekend werd.

Is Gibson de acteur zwaarder verbrand dan Gibson de regisseur? Hij zou het zelf geen drama vinden als hij zich voortaan meer op regie dan op acteerwerk zou moeten toeleggen. ‘Ik hou meer van regisseren. Dat geeft me meer voldoening. Maar acteren is ook fijn. Ik ben als acteur begonnen. Als acteur heb ik jaren de tijd gehad om alle aspecten van film te leren kennen. Ik heb enkele écht goede meesters gehad, zoals Peter Weir en George Miller. Van iedereen heb ik trucjes gepikt. Hopelijk heb ik ook zelf een paar trucjes gevonden die anderen nu van mij stelen.’

Ben je nostalgisch? Hoe zie jij je verleden?

GIBSON: Mijn verleden? Daar herinner ik me niets van. Alsof het nooit gebeurd is. En misschien is het maar beter zo. (buldert) 33 jaar geleden kwam ik voor het eerst naar het filmfestival van Cannes. Dat was voor The Year of Living Dangerously. Ik was 27. Alles was nog nieuw en opwindend. Het was wauw hier, wauw daar. Als jongen ben je snel onder de indruk. Hier nu opnieuw rondlopen, maakt me nostalgisch. De straten liggen nog steeds waar ze vroeger lagen. Cannes is niet ingrijpend veranderd, ik wel. Kijk wat de tijd met mij gedaan heeft. Ik heb rimpels gekregen. Zowat overal.

‘Als je het even niet weet, neem dan een close-up van Mel Gibson. Dat is altijd een boeiend beeld’, zegt de regisseur van Blood Father. Misschien dat je nog plezier kunt beleven aan die karakterkop van jou.

GIBSON: Misschien. Velen halen het strijkijzer boven om hun rimpels glad te strijken. (lacht) Maar waarom zou je? Mij krijg je zo gek niet. Toen hij zichzelf in de spiegel zag, vroeg Gary Oldman zich af wie die oude man wel mocht wezen. Dat herken ik wel. Ik voel me redelijk goed op dit moment. Maar de dag nadert dat ik niet meer uit mijn bed raak. Dat wordt een goeie dag. De dag dat ik eindelijk niets meer hoef te doen.

BLOOD FATHER

Vanaf 7/9 in de bioscoop.

HACKSAW RIDGE

Vanaf 9/11 in de bioscoop.

door Niels Ruëll

‘Ik heb zelf nooit in de cel gezeten, of toch: één nacht. Ik was een zware jongen, gedurende twaalf uur.’ Mel Gibson

‘Mijn verleden? Daar herinner ik me niets van. Alsof het nooit gebeurd is. En misschien is het maar beter zo.’ Mel Gibson

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content