Kinshasa Kids: Musical Youth

In het muzikale (docu)drama Kinshasa Kids swingt Belgisch regisseur Marc-Henri Wajberg door de funky mean streets van Kinshasa.

Kinshasa Kids ***

Marc-Henri Wajnberg met José Mawanda, Bebson Elemba, Rachel Mwanza

Alleen al in de Congolese hoofdstad Kinshasa lopen er naar schatting zo’n 30.000 kinderen rond die van hekserij werden beschuldigd en daarna door hun familie op straat zijn getrapt. ‘Perfect voer voor de zoveelste, door en door deprimerende Oxfamdocumentaire’, denkt een beetje cynicus dan, behalve gelukkig Marc-Henri Wajnberg.

De Belgische regisseur toog met zijn equipe naar de mensenzoo die Kinshasa heet, haalde enkele van die jonge outcasts voor zijn kwieke camera en maakte er deze vitale, met flinke lappen muziek geïnjecteerde film over.

Met zijn muzikale insteek – het raamverhaaltje toont hoe enkele ‘behekste’ kinderen of shégués een bandje hopen op te richten – doet Kinshasa Kids wat denken aan Benda Bilili! die Franse hot doc uit 2010 over het gelijknamige groepje gehandicapte Congolese straatmuzikanten. Toch zijn er twee wezenlijke verschillen met Wajnbergs film, die afgelopen september in wereldpremière ging in Venetië en nu ook een gespreide release krijgt in België – eerst in Brussel en daarna in Vlaanderen.

Ten eerste is Kinshasa Kids wel degelijk een fictiefilm en géén documentaire, ook al doen de spontane amateurcast, véritélook en documentaire intermezzo’s (soms richten de personages zich zelfs expliciet tot de camera) vaak anders vermoeden. Bovendien staat niet zozeer de muziek centraal, hoewel er flink wat op ketels wordt geramd, aan snaren geplukt en over de dingen des levens gerapt, maar wel de mean streets van Kinshasa.

In het kielzog van shégué José en zijn funky vriendjes, hun kleurrijke would-be impresario Bebson en enkele corrupte flikken zapt Wajnberg namelijk van het ene verbijsterende straattafereel naar het andere; van akelige exorcismerituelen over moonwalkende verkeersagenten tot een rencontre met Papa Wemba, koning van de Congolese rumba.

Geen wonder dat de film narratief af en toe zelf van de duivel bezeten lijkt en soms even chaotisch oogt als het menselijke en andere verkeer aldaar. Maar wat Kinshasa Kids ontbeert aan coherentie wordt ruimschoots goedgemaakt door zijn levendigheid, spontaniteit en (zelf)relativerende humor. Wajnberg, die in 1993 debuteerde met de jazzfilm Just Friends en in 2000 een documentaire maakte over meesterarchitect Oscar Niemeyer, mag je dan wel een inkijk geven in een problematiek die diep in Congo’s donkere hart verankerd zit en daar voor flink wat misère zorgt.

De Belgische regisseur, producent en docent mijdt zowel politiek als pathetiek en brengt in eerste instantie een warmhartig eresaluut aan zijn personages: de shégués die dagelijks op straat overleven door troep te verzamelen, te stelen, te lachen, te spelen en vooral door heel veel muziek te maken met alles wat los- en vasthangt. C’est sorcier!

Dave Mestdach

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content