Ze was het zinnebeeld van prestigieus Hollywood, met alle sérieux, pruiken, accenten en Oscars van dien. Tot ze Abba-nummers begon te kwelen, vrouwenrechten te claimen en – recent nog – Donald Trump te imiteren. De wonderlijke metamorfose van Meryl Streep, onderwerp van een nieuwe biografie en deze zomer al zingend te zien in de biopic Florence Foster Jenkins.

Enkele weken geleden nam Meryl Streep deel aan een theatergala ten voordele van Shakespeare in the Park, een theatergezelschap dat al sinds mensenheugenis stukken van Shakespeare gratis opvoert in het New Yorkse Central Park. Op zich niks bijzonders – in het prille begin van haar carrière stond Streep er zelf – ware het niet dat Streep er niet stond als Lady Macbeth, Desdemona of Julia maar als Donald Trump, inclusief oranje make-up en slechte pruik.

Twitter ontplofte. De media smulden. En Hollywood lag in een deuk. Was dit dezelfde actrice die tot enkele jaren geleden vrijwel uitsluitend opdook in eerbiedwaardige prestigefilms? Die o zo ernstige tragédienne uit The Deer Hunter (1978), Kramer vs. Kramer (1979) of Sophie’s Choice (1982)? Meryl ‘geef mij een buitenlands accent en ik win er sowieso een Oscar mee’ Streep?

STREEP, DIE NET DEZE WEEK 67 WORDT, is een icoon, een onweerlegbaar fact of life in de Amerikaanse filmwereld. En ze lijkt al sinds mensenheugenis prijzen te winnen. Volgens IMDb heeft ze in haar veertigjarige filmcarrière niet alleen drie Oscars gewonnen, ze heeft ook nog eens 160 andere prijzen op haar cv staan, plus 321 nominaties. Om u een idee te geven: Robert De Niro komt niet eens uit de dubbele cijfers – met twee Oscarwinsten, 46 andere prijzen en 82 nominaties. Streep bestempelen als de meest gelauwerde actrice in de filmgeschiedenis is geen hyperbool, het is een kurkdroog feit.

Hoewel Hollywood het doorgaans op een lopen zet wanneer een actrice ouder wordt dan 35, blijft Streep ook even actief én is ze populairder dan ooit. Bovendien heeft ze de val vermeden waar zelfs de meest gerespecteerde oudere actrices in trappen: die van de eindeloze omarollen. Denk maar aan Maggie Smith, die nog maar 57 was toen ze een negentigjarige speelde in Hook (1991), aan Judi Dench en zelfs aan Susan Sarandon. Maar Streep die een besje speelt? No way. Zo stond ze vorig jaar in Rikki and the Flash van Jonathan Demme zelfs nog te headbangen als een ouder wordende rockster.

Maar ondanks alle lof en alle prijzen blijft er aan haar naam een negatieve bijklank kleven. Streep, die eind jaren 70 doorbrak met naturalistische, relatief ingehouden vertolkingen in de tv-miniserie Holocaust (1977), in Michael Cimino’s The Deer Hunter (1978) en Robert Bentons Kramer vs. Kramer, ontwikkelde al snel de ondertussen vaak geridiculiseerde gewoonte om nadrukkelijk op zoek te gaan naar prestigerollen. De biografie Meryl Streep: de geboorte van een icoon, waarin auteur Michael Schulman de vroege carrière van Streep traceert (tot aan haar Oscar voor Kramer vs. Kramer), verklaart dat voor een deel door haar eigen onzekerheid. ‘Ik heb nooit vertrouwen gehad in mijn eigen uiterlijk’, legde de actrice ooit uit. ‘Ik had het gevoel dat ik een karakteractrice was en dus zocht ik rollen waarin ik mezelf kon verliezen.’ Wat, dixit Schulman, gewoon wil zeggen dat Streep ook wel wist dat ze niet de fysiek had om de typische sexy bimbo te spelen en dat ze dus verplicht was rollen met meer substantie te zoeken om zichzelf te bewijzen. Zij het dan wel substantie in de Amerikaanse betekenis van het woord: pruiken en accenten.

In de jaren tachtig ontpopte Streep zich helemaal tot de koningin van de buitenissige, Oscargeile rollen. Sophie’s Choice (1982) is allicht het meest iconische voorbeeld daarvan: Streep speelt daarin Holocaustslachtoffer Sophie, mét Pools accent. De Oscar stond bij wijze van spreken al klaar van zodra ze voor de rol had toegezegd. In A Cry in the Dark (1988) gilde Streep dan weer in een plat Australische tongval, bijgestaan door een afzichtelijke zwarte pruik op haar kruin. De uitroep ‘A dingo’s ate me baby!’ werd een campklassieker, zelfs bij wie de film nooit van zijn leven gezien heeft – in de film zegt Streep trouwens ‘A dingo’s got my baby’. Out of Africa (1985): een Deens accent (of wat daarvoor moest doorgaan) en syfilis in de Afrikaanse savanne. Niet echt, maar het had haast gekund: de Britse persiflage The Strike (1988), waarin Hollywood aan de haal gaat met een script over de Britse mijnwerkersstakingen en daar een compleet anachronistisch drama van wil maken, uiteraard met Al Pacino en Meryl Streep. ‘Streep’ werd voor de gelegenheid subtiel intens neergezet door Jennifer Saunders, u bekend als Edina uit Absolutely Fabulous.

‘Ik kwam op een punt waarop mensen dachten dat ik gewoon een lijstje met dialecten aan het afwerken was’, zei Streep later. ‘Duits, Pools, Australisch, Brits en Deens had ik al gehad. Bij elke nieuwe film vroegen mensen zich af welk accent het deze keer zou zijn.’ Dat zelfbewustzijn, waardoor ze doorzag dat ze een parodie van zichzelf aan het worden was, typeert eigenlijk ook haar acteerwerk. Zeker in die tijd was alles aan een Streepvertolking tot in de kleinste details uitgekiend, waardoor er niets op aan te merken viel, behalve dan dat het té perfect was. Steriel bijna, en veelal seksloos.

Om die kritiek de pas af te snijden sloeg ze uiteindelijk andere wegen in, met komedies zoals She-Devil (1989), Postcards from the Edge (1990) en Death Becomes Her (1992) en zelfs een volbloed actiefilm, The River Wild (1994). Allemaal pogingen om van haar imago van onaantastbare prestigeactrice af te raken, door mee te spelen in pretentieloze popcorn. Niet dat het veel uithaalde: men bleef haar bestoken met nominaties – als je een Golden Globenominatie krijgt voor The River Wild, krijg je er gewoon een voor élke film die je maakt – en de perceptie van het publiek bleef grotendeels dezelfde. Streep bleef een merknaam voor kwaliteit en hardnekkige respectabiliteit. En in 1995 keerde ze met The Bridges of Madison County van Clint Eastwood zelfs terug naar het soort eerbiedwaardige Oscardrama waarvoor ze bekend stond. Ze mocht zelfs een Italiaans accent gebruiken.

HET LAATSTE DECENNIUM lijkt er toch een nieuwe Streep opgestaan: meer ontspannen, vrolijker en met minder geldingsdrang. De klik kwam er in 2002 met haar rol in Adaptation van Spike Jonze: geen accenten, maar een onvoorspelbare bijrol in een moeilijk te catalogeren film. ‘Voor de eerste keer in lange tijd’, klonk het in de recensies, ‘lijkt het alsof Streep zich oprecht staat te amuseren op de set.’

En dat is ze sindsdien blijven doen. Mamma Mia (2008) of The Devil Wears Prada (2006) kun je bezwaarlijk memorabele cinema noemen – de Meryl Streep van de jaren tachtig zou die scripts met geen tang hebben aangeraakt – maar het spelplezier spatte er wél af. En dat lijkt het enige te zijn wat ze nog belangrijk vindt. De Oscarfähige pruik- en make-uprollen maken steeds vaker plaats voor luchtige komedies en zelfs sporadisch voor interessante bijrollen in films zoals Doubt (2008). Deze zomer bewijst ze dat andermaal in de door Stephen Frears geregisseerde biopic Florence Foster Jenkins, een muzikale komedie waarin ze zowaar nog valser mag zingen dan in de Abba-musical Mamma Mia (2006).

Niet dat ze nu plots een heel andere persoon is geworden. Ondanks haar reputatie dat ze elke rol aandurft en aankan, blijft Streep veilig werken binnen de conventionele parameters van Hollywood, meestal in een regie van een gevestigde naam. In tegenstelling tot pakweg Nicole Kidman zul je Streep ook nooit aantreffen in een film van Lars Von Trier. Zelfverklaarde Streep-adepte Carey Mulligan, die met haar idool acteerde in Suffragette (2015), werkte met Nicolas Winding Refn voor Drive (2011) en met Steve McQueen voor Shame (2012). Dat soort ongepolijste rollen voor edgy regisseurs blijven zo goed als ondenkbaar voor Streep.

In haar acceptance speeches bij enkele van de prijzen die ze gewonnen heeft – u vindt ze op YouTube – kun je die verandering haast traceren. Toen Streep in 1980 een Oscar won voor Kramer vs. Kramer was ze overweldigd door het hele gebeuren, bedankte ze kort enkele mensen en verdween ze discreet weer in de coulissen. Bij de Emmy’s in 2004, waar ze het podium mocht bestijgen voor de miniserie Angels in America, begon ze met de oneliner: ‘Er zijn dagen waarop zelfs ik vind dat ik overschat ben… Maar vandaag niet.’ Streep was ondertussen een professional die vlekkeloos deed wat van haar verwacht werd. Het was allemaal fake en ingestudeerd, maar het werkte perfect. Toen ze in 2012 andermaal een Oscar kreeg, voor haar vertolking van Margaret Thatcher in The Iron Lady, genoot ze zichtbaar van het hele gebeuren en maakte ze er ongegeneerd een show ter ere van zichzelf van. Waarom ook niet? Wie kan haar nog iets maken?

Er is nog een terrein waarin Streep tegenwoordig geen blad voor de mond meer neemt. Toen Patricia Arquette vorig jaar bij de Oscars pleitte voor equal pay voor actrices, was Meryl Streep haar meest uitgesproken supporter in het publiek. Streep stuurde ook een brief naar alle verkozenen in het Amerikaanse Congres met de vraag om gelijke rechten voor mannen en vrouwen in de grondwet op te nemen. Later datzelfde jaar kwam Suffragette uit, waarin Streep Emmeline Pankhurst speelde, een van de oprichters van de Britse suffragettebeweging, die pleitte voor vrouwenstemrecht.

En met haar decennia ervaring in de ventenclub die Hollywood nog steeds is, heeft ze recht van spreken. Vanaf het begin moest Streep opboksen tegen de ego’s en de vooringenomenheden van machtige mannen. In 1976 deed ze bij de legendarische producent Dino De Laurentiis auditie voor een rol in een remake van King Kong. De Laurentiis veronderstelde dat ze geen Italiaans sprak en zei onomwonden: ‘Che brutta!’ (‘Wat is ze lelijk!’) Streep, die hem perfect verstaan had, antwoordde in het Italiaans: ‘Sorry dat ik niet mooi genoeg ben voor je klotefilm’, en vertrok. Tegenwoordig durft ze haar gedacht ook te zeggen van op haar publieke, oververdiende piëdestal. En haar kameleontalenten durft ze al eens aan te wenden om met pruik en make-up een politicus in zijn hemd te zetten.

Maar nog steeds laat ze zich niet in een hokje duwen: ondanks haar steun voor equal pay staat Streep huiverachtig tegenover het etiket ‘feminist’. In een interview naar aanleiding van Suffragette noemde ze zichzelf eerder een ‘humanist’: ‘Mannen zouden gewoon moeten inzien dat er iets mis is met de wereld wanneer alleen hun stem dominant is. Als aan een tafel waar belangrijke beslissingen worden genomen bijna iedereen een man is, dan zit er iets verkeerd’. Die uitspraak was een teleurstelling voor heel wat feministen, die de pejoratieve bijklank van feminisme net uit de wereld willen helpen, maar Streep is er nooit op teruggekomen. Hoeft eigenlijk ook niet. Zoals Tina Fey het uitdrukte op de Golden Globes: ‘Meryl Streep is het levende bewijs dat er wel degelijk nog goeie rollen bestaan voor Meryl Streeps ouder dan 60.’ Al wil ze dan geen feministe genoemd worden, ze vervult die rol op haar hoogst typische wijze perfect. Met of zonder pruik.

FLORENCE FOSTER JENKINS

Vanaf 3/8 in de bioscoop.

MERYL STREEP:

DE GEBOORTE VAN EEN ICOON

Uit bij Kosmos Uitgevers.

DOOR DENNIS VAN DESSEL

Twitter ontplofte toen Meryl Streep Donald Trump imiteerde. Was dit die o zo ernstige actrice uit The Deer Hunter? Was dit Meryl ‘geef mij een buitenlands accent en ik win er sowieso een Oscar mee’ Streep?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content