L’homme qui aimait les femmes: Melancholisch

François Truffaut probeerde in zijn leven niet alleen zo veel mogelijk films te zien, maar ook zoveel mogelijk vrouwen te veroveren. Hij maakte er een van zijn meest melancholische films over.

L’homme qui aimait les femmes (1977)

Film: *** ~ Extra’s: 0

Lumière

François Truffaut laat zijn film over de geobsedeerde rokkenjager Bertrand Morane (Charles Denner) beginnen met de begrafenis van de protagonist. Alle jonge en minder jonge aantrekkelijke dames die hij beminde (en die gespeeld worden door onder meer Nathalie Baye, Brigitte Fossey, Leslie Caron en Nelly Borgeaud) zijn van de partij. Er valt in de verste verte geen man te bespeuren.

De openingscène zet perfect de toon: ze demonstreert meteen de dubbele kwaliteit van le cinéma selon Truffaut, die tegelijk zeer literair en toch puur cinematografisch is. In een ritmische montage zien we een defilé van vrouwenbenen, de grote obsessie van de minnaar die al deze dames ten grave komen dragen. Offscreen horen we de overledene zijn passie verdedigen: ‘Les jambes des femmes sont des compas qui arpentent le globe terrestre en tout sens, lui donnant son équilibre et son harmonie.’

Via een soepele flashbackconstructie kijken we in het verleden van een versierder voor wie het jagen op telkens nieuwe vrouwen een tweede natuur was geworden. Zijn leven werd er nodeloos gecompliceerd van, aangezien het veroveren altijd met zeer grote inspanningen en vergezochte strategieën gepaard gaat. Over wat Bertrand Morane beleeft zodra hij zijn zinnen heeft gezet op een vluchtig opgemerkt paar sierlijke vrouwenbenen, zou hij een roman kunnen schrijven. Wat hij dan ook doet.

De hypercinefiel Truffaut is er altijd in geslaagd om in zijn films diverse tegengestelde invloeden met elkaar te verzoenen. In L’homme qui aimait les femmes mixt hij een Sacha Guitry-achtige farce met het snelle ritme van een Hollywoodblijspel uit de jaren 40. Ondanks de lichtvoetige toon is de rokkenjacht uiteindelijk echter vrij vreugdeloos en monotoon. Het overheersende gevoel van sombere melancholie wordt nog versterkt door de vaak verstikkende interieurs, de claustrofobische fotografie van Nestor Almendros en de droefgeestige muzikale stukjes van Maurice Jaubert. Dit is trouwens één van de vier films waarin Truffaut bestaande muziek gebruikt van de in 1940 overleden filmcomponist van Franse klassiekers als L’atalante, Zéro de conduite en Le quai des brumes.

Bovenal is het de vertolking van Charles Denner die ervoor zorgt dat deze ogenschijnlijk luchtige film aansluit bij Truffauts meest morbide films als Les deux Anglaises et le continent, L’histoire d’Adèle H. en La chambre verte. Denner maakt als acteur altijd een gekwelde indruk en treft door zijn irritante tics bijzonder goed de neurotische dwangmatigheid van zijn karakter. Truffaut gaf trouwens toe dat hij zonder Denner deze film niet zou hebben gemaakt. Bovenal bewonderde hij de ‘gravité naturelle’ van deze man, plus het feit dat hij zelden lachte en alles behalve een jeune premier was en dus niet beantwoordde aan het stereotiepe profiel van de vrouwenversierder in de film.

Patrick Duynslaegher

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content