De beste boksfilms

Patrick Duynslaegher geeft zijn Top 10 (dat Rocky niet in de lijst voorkomt berust zeker op geen toeval), met commentaar van Pieter Claes.

10. THE BOXER (Shuji Terayama; 1977)
Het verhaal dat Terayama vertelt doet zeer Hollywoodiaans aan: een jonge naïveling die er alles aan doet om bokser te worden. Maar wat de uitwerking betreft hanteert de regisseur zijn kenmerkende, surrealistische huisstijl. Net die combinatie maakt van ‘The Boxer’ een intens portret van het bikkelharde boksmilieu.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."



9. SOMEBODY UP THERE LIKES ME (Robert Wise; 1956) Een boksfilm van de pen van Ernest Lehman die ondertussen telt als prototype bij uitstek van het genre. Het is dan ook duidelijk waar Sylvester Stallone het merendeel van de mosterd voor ‘Rocky’ ging halen. We zien de ietwat marginale Rocky Graziano naar een verbeteringsschool vliegen. Daar leert hij vechten, om het dan later tot wereldkampioen bij de middengewichten te schoppen. Daarbij wordt het verhaal van Graziano zwaar geromantiseerd, maar de vechtscenes behoren zeker tot de top in het genre. Met een zwaar getormenteerde Paul Newman als Rocky Graziano, een rol die aanvankelijk voor James Dean bedoeld was.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."



8. WHEN WE WERE KINGS (documentaire) (Leon Gast; 1996) In ‘When We Were Kings’ kijken we terug naar het Zaïre van 1974, waar de zogenoemde ‘Rumble in the Jungle’ plaatsvond, een enorm gehypte kamp tussen een ouder wordende Ali en de veel jongere wereldkampioen Foreman. Tegen de verwachtingen in zou Ali de wedstrijd toch naar zijn hand zetten. De documentaire behandelt ook de aanloop naar het gevecht, waarbij Ali uitvoerig ingaat op zijn toekomstidealen voor Afro-Amerikanen. Daarnaast komt ook de wederzijdse liefde tussen Ali en de bevolking van Zaïre aan het licht, in schril contrast met de minder populaire Foreman. ‘When We Were Kings’ won de Oscar voor de beste documentaire, en zowel Ali als Foreman waren aanwezig op de ceremonie. Toen bleek dat de plooien tussen de twee inmiddels gladgestreken zijn: Foreman hielp Ali zelfs vriendelijk de trap op.



7. BROKEN NOSES (documentaire) (Bruce Weber; 1987) In zijn eerste langspeler volgt Bruce Weber het leven van featherweight bokser Andy Linsker, die tevens een aantal jonge wolven traint in zijn boksclub. Een vrij experimentele documentaire die de bokswereld bij momenten van het machocliché ontdoet.

6. FAT CITY (John Huston; 1972) De uitgebluste bokser Billy Tully sleept zich naar een miserabele sportschool in een buitenwijk van Californië, om gewoon in beweging te blijven. Hij ontmoet er de 18-jarige Ernie Muger (een piepjonge Jeff Bridges). Na een kort partijtje kan hij niet anders dan zich over Ernie ontfermen, omdat die wél kans maakt om uit de middelmaat los te breken. ‘Fat City’ baadt in een zware en grimmige sfeer, maar met zijn cleane mis-en-scène weet Huston de depressieve tendensen wel wat te verzachten.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."



5. ALI (Michael Mann; 2001) In Manns portret van Ali (gespeeld door Will Smith) volgen we het eerste decennium van de carrière van ‘Cassius Clay’. Belangrijke mijlpalen zijn naast de overwinningen ook zijn bekering tot de Islam en zijn zware kritiek op de oorlog in Vietnam. De film concludeert met het eerder genoemde ‘Rumble in the Jungle’-gevecht uit 1974. Will Smith spaarde kosten nog moeite om een geloofwaardige Ali neer te zetten. Hij trainde tot wel zeven uur per dag en begon de Koran te bestuderen. De vechtscènes in ‘Ali’ ogen zeer realistisch, waarschijnlijk omdat ze dat ook voor een groot stuk waren: Charles Shufford (in de rol van George Foreman) mocht Smith namelijk naar believen meppen, op voorwaarde dat die laatste bij bewustzijn bleef.



4. MILLION DOLLAR BABY (Clint Eastwood; 2004) Met ‘Million Dollar Baby’ won Clint Eastwood in zowat elke grote categorie van de Oscars. Hilary Swank kreeg de troffee als beste actrice en Morgan Freeman mocht zichzelf de beste acteur in een bijrol noemen, terwijl Eastwood tot beste regisseur van de beste film werd verkozen. Frankie Dunn (Eastwood zelf) gaat de uitdaging aan om serveuse Margaret Fitzgerald (Swank) bij te scholen tot bokskampioene. Daarvoor moet Dunn wel zijn principes aan de kant zetten, want hij trainde nooit eerder een vrouw. Wanneer Margret na een vreselijk ongeluk verlamd raakt, beseft ze dat Frankie veel meer dan gewoon haar coach is. Een bijzonder grauw en aangrijpend drama met Swank als de terechte Oscarwinnares.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."



3. BODY AND SOUL (Robert Rossen; 1947) Wie denkt dat films uit de jaren veertig per definitie stijfjes ogen komt met ‘Body and Soul’ bedrogen uit. Cameraman John Wong Howe deed zijn job namelijk op rolschaatsen, wat enkele sensationele en dynamische scènes in de ring opleverde. Een film over de duistere kant van de bokswereld, met John Garfield als een jonge bokser omringd door louche begeleiders.



2. THE SET-UP (Robert Wise; 1948)
Misschien wel het beste boksdrama uit het oude Hollywoodtijdperk. Een bokser (Robert Ryan) die zijn beste tijd gehad heeft wordt door zijn manager (George Tobias) belazerd, wanneer die met een gangster wedt op de nederlaag van zijn pupil. Wanneer Stoker achter de waarheid komt, put hij daar vreemd genoeg de moed uit om zijn laatste kamp alsnog te winnen. Maar door zijn overwinning haalt hij zich wel de woede van een bende bandieten op de hals.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."



1. RAGING BULL (Martin Scorsese; 1980) Technisch verbluffende en emotioneel overweldigende biografie van Jake La Motta (een rol voor Robert De Niro). Zowel in als naast de ring hield La Motta er een agressieve reputatie op na. De twee vrouwen waarmee hij getrouwd was behandelde hij niet zachter dan zijn tegenstanders, en ook zijn broer Joey vertrouwde hij voor geen haar. Dankzij De Niro krijgt La Motta naast zijn imago als woeste inboorling ook een zachtere kant, een man die smacht naar verlossing. Scorsese inspireerde zich voor de indrukwekkende montage van het gevecht tussen Sugar Ray en La Motta op de iconische douche-scène uit ‘Psycho’.



John Pym; ‘TimeOut Film Guide’Patrick Duynslaegher; ‘Blik op zeven’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content