Cannes 2011: Vooruitblik met Roel Van Bambost

In 1984 zette gepassioneerd filmkenner Roel Van Bambost voor het eerst voet op de Croisette. Sindsdien laat hij geen enkele editie aan hem voorbijgaan.

Hoe hebt u die eerste keer ervaren?

Van Bambost: “Ik heb mijn eerste jaar met horten en stoten beleefd. Alles was toen nieuw voor mij. Mijn collega’s en ik hadden geen flauw idee hoe we interviews moesten regelen. We hadden zo goed als geen ervaring dus. We liepen keer op keer met onze kop tegen de muur omdat we niet wisten tot wie we ons moesten wenden. In die periode was het ook ieder voor zich. Dat was best moeilijk. Maar ik ben er toen toch nog in geslaagd om een grote naam te strikken. Sergio Leone, cineast van de typische spaghettiwesterns stelde toen zijn film voor “Once Upon a Time in America”. Ik heb hem daarover mogen interviewen en ben daar nog steeds heel fier op, want hij was zeker niet een van de minsten.”

Wat waren uw absolute hoogtepunten de voorbije jaren in Cannes?

Van Bambost: “Het zal misschien verwonderen, maar de film ‘Rosetta’ van de gebroeders Dardenne is een van mijn persoonlijke climaxen in Cannes geweest. De prent werd de zaterdag, helemaal aan het einde van de Canneseditie 1999 vertoond. De meeste collega’s waren al op weg naar huis. Ik ben toch nog op het laatste nippertje de zaal binnengeglipt. Tot ieders grote verbazing werden de Dardennes de volgende dag bekroond met een gouden palm. Niemand had dat verwacht aangezien de broers nog niet zo veel bekendheid genoten. Ik herinner me nog dat maandag, de dag na de uitslag, heel wat collega’s me belden om te horen wat voor een film ‘Rosetta’ was en of ik vond dat ze terecht hadden gewonnen. Dit was zeker een hoogtepunt in mijn Canneservaringen. Een ander topmoment ervoer ik wanneer ‘Paris, Texas’ (1984) de Palme d’Or in ontvangst mocht nemen. Ik had namelijk die overwinning voorspeld (lacht).”

Welke edities zijn u persoonlijk tegengevallen?

Van Bambost: “Ik kan niet onmiddellijk echte dieptepunten opnoemen. Op elke Canneseditie zijn er interessante zaken mee te pikken. Het is nooit gemakkelijk geweest, we hebben altijd moeten knokken, maar achteraf konden we altijd moe maar tevreden terugkijken op de afgelopen editie. We hebben ook nooit stilgezeten in Cannes. Ik heb het over ‘wij’ omdat we er toen met een hele ploeg naartoe trokken. Toen had de BRT nog geld (lacht).

“Ieder jaar klagen de anciens van Cannes dat het vorig jaar beter was. Dat klopt natuurlijk niet. Elk jaar zitten een paar minder goede prenten in de competitie maar die worden altijd gecompenseerd met anderen die wel heel goed zijn. Dus of ik echte dieptepunten heb ervaren? Neen, ik onthoud ook enkel de betere films.”

Wat verwacht u van deze editie?

Van Bambost: “Ik vind het altijd geweldig dat de anciens uit de filmwereld pakweg om de twee jaar met een nieuwe film op de proppen komen om op het Cannespubliek te lossen. Deze keer wordt Woody Allen opnieuw verwelkomd. Hij zal het festival openen met zijn ‘Midnight in Paris’. Ook Pedro Almodóvars ‘The Skin I Live In’ is er eentje waar ik naar fel naar uitkijk. Ik denk dat zowat iedereen zit te trappelen om de nieuwe van cultregisseur Terrence Malick.

“De jongste jaren nemen er als maar meer Belgische films deel aan het filmevenement. Dit jaar heb ik de Belgische inzending van de Dardennes al mogen bekijken. Het viel me op dat ‘Le Gamin au Vélo’ toegankelijker is voor het grote publiek, vergeleken met hun vorige prenten, hoewel ze de sociaal kritische thematiek altijd zullen behouden. Dat de broers voor het eerst een grote naam gebruiken in hun film, vond ik ook opmerkelijk. Jérémie Renier (van o.a. ‘La Promesse’ en ‘L’enfant’) is ondertussen ook tot een ster geëvolueerd, maar Cécile de France kende al grote naambekendheid voor ze met de Dardennes in zee stapte. De film was goed en zal zeker niet misstaan in de competitie. Verder wil ik de Belgische film ‘Blue Bird’ van Gust Van den Berghe absoluut niet overslaan.”

Wie zijn volgens u de grootste kanshebbers om een Gouden Palm te winnen?

Van Bambost: “Ik vind het een beetje te vroeg om mij hierover uit te spreken. Je kunt wel naar het programma kijken en op basis van grote namen of interessante thematiek een pronostiek maken. Maar uiteindelijk kunnen die grote namen dik tegenvallen en val je net achterover van het werk van een outsider. Het is bijzonder moeilijk om in te schatten, maar dat maakt het ook spannend.”

Zijn er films die u echt niet hoeft te zien?

Van Bambost: “Ik probeer daar zo weinig mogelijk vooroordelen over te hebben, want de prenten in competitie werden niet zomaar geselecteerd. De meesten onder hen zijn alternatieve films, wat wij hier in België Arthousefilms noemen. Een aantal van die prenten zullen waarschijnlijk nooit in België vertoond worden, tenzij op andere filmfestivals. Dus die wil ik niet op voorhand afschrijven. Natuurlijk, animatiefilms van Disney of Dreamworks die in nevensecties vertoond worden, dat is een ander verhaal. Die worden in Cannes voorgesteld omdat daar nu eenmaal gigantisch veel media aanwezig zijn, maar behoren nooit tot de officiële selectie. Ik zal ook nooit weglopen uit een zaal, ook al valt de film op het eerste gezicht tegen. Ik blijf altijd mooi zitten tot de aftiteling op het scherm verschijnt.

Trailer van ‘Le Gamin au Vélo’.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Julie Herreman

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content