Bad Lieutenant: Onderhoudende flikkenfilm

Hollywoodiaanse genreclichés en geflipte vérité gaan hand in hand in Werner Herzogs allereerste flikkenfilm.

Bad Lieutenant: Port of Call New Orleans ***

Werner Herzog met Nicolas Cage, Eva Mendes, Val Kilmer, Brad Dourif, Xzibit

Er is natuurlijk maar één Bad Lieutenant en dat is die rondsnuivende en rondneukende flik die Harvey Keitel neerpootte in Abel Ferrara’s woeste cultklassieker uit 1993. Gelukkig besefte Neue Welle-veteraan Werner Herzog dat ook en dus is zijn Bad Lieutenant: Port of Call New Orleans geen remake maar een herinterpretatie. Zij het één met zo mogelijk nog hogere dosissen drank, drugs en hallucinante waanzin.

Plaats van afspraak is dit keer niet New York maar New Orleans waar Katrina zopas is overheen gewalst en waar we in de kliedernatte, heerlijk cynische proloog al meteen kennismaken met de foute flik van dienst. Die blijkt Terence McDonagh te heten en gaat, sinds hij de held uithing na Katrina, gebukt onder helse rugpijnen.

Vandaar dat McDonagh alle verdovende middelen naar binnen kiepert die hij tijdens en buiten de diensturen kan scoren, al heeft hij tussendoor ook andere klusjes te klaren. De moord op enkele Senegalese immigranten onderzoeken bijvoorbeeld, een zaak waarbij alle sporen algauw wijzen in de richting van – hoe verrekte handig – een lokaal cocaïnekartel. Gooi daar nog een berg gokschulden en een knipperlichtrelatie met een call girl (Eva Mendes) bovenop en je hebt alle ingrediënten voor een kolkende neonoir.

Toch lijkt Herzog meer geïnteresseerd in de demente drugshallucinaties en de desintegratie van de Amerikaanse Droom dan in zijn standaard flikkenverhaal. Schrik dan ook niet op wanneer de Teutoonse excentriekeling plots een leguaan of een alligator in extreme close-up brengt. Of wanneer deze whodunit in zijn sarcastische slotact oplost tot een reeks deussen ex machina van heb ik jou daar, waarbij je Herzogs dedain voor Hollywood en haar afgewassen clichés haast fysiek kunt voelen.

Was Ferrara’s versie nog een katholieke guilt trip – waarin Keitel zich vastklampt aan de Heilige Maagd – dan is deze even viriele en ongepolijste variant vooral een amorele zwarte komedie. In die zin is Nicolas ‘snif, snif’ Cage dan ook perfect gecast als de slapeloze, glazig voor zich uit starende McDonagh, een achterneef van Cage’s chronisch doorzopen personage uit Leaving Las Vegas en die actiemacho uit testosteronvehikels als The Rock.

Toch is het eigenlijke hoofdpersonage niet McDonagh maar het in morele en sociale chaos verzandde New Orleans, een stedelijk terrarium bevolkt door pooiers, junks en andere reptielen. Als parttime documentairemaker zoomt Herzog dan ook gretig in op de ondergelopen huizen en ontvolkte wijken, al wordt het sociaal realisme grijnslachend gecounterd door de nodige, typisch herzogiaanse gekte.

Een duivels onderhoudende flikkenfilm. Maar wel één waarin een leguaan plots de Engelbert Humperdinck-evergreen Please Release Me begint te zingen. (Dave Mestdach)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content