Stripfestival van Angoulême focust op Art Spiegelman

Het 39ste festival van Angoulême staat helemaal in het teken van Art Spiegelman. Zo overdonderend is ’s mans aanwezigheid dat de rest van het verdienstelijke programma in de schaduw komt te staan.

Het 39ste Stripfestival van Angoulême, voorgezeten door Art Spiegelman, vindt plaats van 26 tot 29 januari. 98 albums zijn geselecteerd voor de competitie, waarvan 58 in de officiële selectie.

In zijn typische ironische stijl heeft Art Spiegelman zich al laatdunkend uitgelaten over het moment waarop hij de Grote Prijs van de stad Angoulême kreeg: “ofwel te vroeg, ofwel te laat”, luidde zijn droge commentaar. Zijn meesterwerk Maus is immers al meer dan twintig jaar geleden en de 63-jarige vindt het te vroeg om zijn carrière al af te sluiten met een oeuvreprijs. Strips publiceren na Maus, de enige strip die ooit een Pulitzerprijs kon bemachtigen, is natuurlijk bij uitstek ondankbaar. Zelfs het uitstekende In de schaduw van geen torens, over 9/11, raakt makkelijk vergeten door de blijvende roem van Maus.

De laatste jaren is Spiegelman duidelijk zijn oude werk aan het inventariseren en opwaarderen. Enkele jaren geleden verscheen Breakdowns, een heruitgave van zijn eerste, vaak experimentele strips, en enkele maanden geleden Metamaus, een boek dat een lang interview over Maus combineert met veel originele documentatie.

In dat opzicht komt de prijs uit Angoulême wél op een juist moment. Gewoonlijk wordt daar immers een retrospectieve van het werk van de prijswinnaar aan gekoppeld. Maar Spiegelman ging verder dan een simpele tentoonstelling van zijn werk. Hij drong er ook op aan dat het stripmuseum in Angoulême, het CIBDI, nauwer betrokken zou worden bij de festiviteiten. De relatie tussen festival en museum was al jaren desastreus, vooral door persoonlijke vetes. Spiegelman lijkt erin geslaagd om de kloof tussen beide alvast voor de duur van het festival te overbruggen.

In het nieuwe stripmuseum kreeg hij de grootste ruimte ter beschikking voor een tentoonstelling met werk van de 116 stripauteurs die hij het meest bewondert. Daarbij veel Amerikanen, maar ook twee Belgen: Hergé en Ever Meulen.
Waar Spiegelman gaat, komen ook zijn vrienden mee. De Nederlander Joost Swarte en Chris Ware nemen bijvoorbeeld deel aan publieksinterviews over hun eigen werk of over het tijdschrift Raw, dat Spiegelman samen met zijn Franse vrouw Françoise Mouly bestierde. Swarte mocht van Spiegelman ook in de jury voor de albumprijzen komen zitten.

Je zou haast vergeten dat er ook een programma is zonder Spiegelman. In de tentoonstelling over stripauteurs die ook schilderen, is een opvallende plaats gereserveerd voor Herr Seele, die zelf wat lijkt te schrikken van zijn blijvende populariteit bij de Fransen. Een tentoonstelling over Europa laat ook de bedenkingen van Nix en Johan De Moor zien.

Twee landen krijgen een ereplaats in het programma: Taiwan en Zweden. Maar behalve naar Spiegelman kijken we het meest uit naar een tentoonstelling met het werk van Fred, de tachtigjarige auteur van het dromerige Philémon. Fred kreeg de Grote Prijs al in 1980, maar toen werd er nog geen overzichtstentoonstelling gebouwd voor de winnaar. Het festival probeert dat dit jaar recht te zetten.

Eén ding lijdt geen twijfel: Angoulême wordt de volgende dagen opnieuw de stad met de meeste striptekeningen, stripboeken en stripauteurs per vierkante meter. En door Spiegelman komt er dit jaar zelfs een vleugje sterrencultus bij.

Gert Meesters

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content