Kinky & Cosy veroveren Amerika

De Engelstalige editie van stripreeks Kinky & Cosy haalde zopas de bestsellerlijst van de New York Times. Toch blijft auteur Marnix ‘Nix’ Verduyn nuchter onder de eer.

In mei dit jaar verscheen de eerste Engelstalige editie van Nix’ stripreeks Kinky & Cosy in de Verenigde Staten. Nog geen half jaar later halen de verhalen over de duivelse zusjes een plek in de toptien van de New York Times bestsellerlijst binnen. Een eer, denken wij dan, maar Verduyn zelf relativeert het graag. ‘Door al die bekende Amerikaanse namen lijkt de graphic novel business erg groot daar’, vertelt hij, ‘maar je kunt het onmogelijk vergelijken met de zaken hier.’

Het relatieve succes van de strip in de Verenigde Staten ondervond Verduyn zelf tijdens de hoogmis voor elke Amerikaanse nerd: Comic Con in San Diego. ‘Nu wordt er zoveel geld in gepompt door de aanwezige televisieseries, maar het begon als een kleine, jaarlijkse bijeenkomst voor stripfanaten’, weet de auteur. ‘Nu zitten de strips bij wijze van spreken in het groezelige achterkamertje.’

Chauvinisme

Kinky & Cosy werd in de VS uitgebracht op zo’n duizend exemplaren en die lijken nu allemaal de deur uit te zijn. ‘Lijkt weinig, maar dat aantal mag je uiteindelijk niet onderschatten’, vindt Verduyn. ‘De Amerikanen zijn nog veel chauvinistischer dan je aanvankelijk denkt. Dat ik, als Europeaan, dan zo’n lijst haal, doet me wel wat. Ook al staan daar geen heuse verkoopcijfers tegenover.’

Chauvinistisch dus, en heel precies in wat ze leuk vinden. Kinky en Cosy in de buurt van seks kon niet, dus haalden stripafleveringen in die richting de Amerikaanse editie niet. ‘Ik ben gecensureerd’, geeft Verduyn toe, ‘maar dat was te verwachten. Ze zijn zo verschrikkelijk politiek correct dat onze traditie van scherpe, harde humor gewoon niet in dat plaatje past.’

Syndicatie

Wat houdt hij dan wel over aan zijn vermelding in de bestsellerlijst? ‘Die tiende plaats biedt me de kans mijn strips in te zenden voor de syndicate-selectie’, legt Nix uit. ‘Daardoor zou ik elke dag in een krant kunnen verschijnen.’ Het bureau ontvangt elk jaar zo’n vijfduizend inzendingen, waarvan er vaak maar drie gekozen worden. De ontmoediging bij voorbaat is hard. ‘Maar dat houdt me niet tegen’, aldus een strijdvaardige Nix. Hij diende ook een aanvraag in voor de uitzending van de animatieserie rond de tweelingzusjes. Een beslissing daarover verwacht de striptekenaar begin november. (TS)