Essentiële boeken van A.F.Th. Van der Heijden

De beste kennismaking met het werk van de Nederlandse schrijver A.F.Th. Van der Heijden is waarschijnlijk Advocaat van de hanen, zijn magnum opus. Maar hij heeft meer, veel meer essentiële boeken.

Onmisbaar – De beste kennismaking met Van der Heijdens werk is waarschijnlijk Advocaat van de hanen (1990), door velen gezien als zijn magnum opus. Een punker komt onder verdachte omstandigheden te overlijden in een politiecel. De alcoholistische advocaat Ernst Quispel onderzoekt de zaak, maar heeft zelf ook een en ander te verbergen. Advocaat is het vierde deel van de cyclus ‘De tandeloze tijd’, maar is uitstekend los daarvan te lezen.

Het echte werk – Wie niet terugschrikt voor duizenden bladzijdes proza, leest de gehele cyclus ‘De tandeloze tijd’: het rijke levensverhaal van een poëtisch aangelegde provinciejongen die in Amsterdam eindigt als heroïneverslaafde. Begin gewoon bij het begin, de proloog De slag om de Blauwbrug (1983). De cyclus bestaat verder uit: deel 1: Vallende ouders (1983), deel 2: De gevarendriehoek (1985), een intermezzo: Weerborstels (1992), deel 3a: Het hof van barmhartigheid (1996) en deel 3b: Onder het plaveisel het moeras (1996). Voor wie de draad kwijtraakt, stelde uitgeverij Querido een wie-is-wie-boekje samen, getiteld Groepsportret. Losstaand van de cyclus, maar thematisch sterk verwant, is de filosofische roman Het leven uit een dag (1988), die zich afspeelt in een wereld waarin een mensenleven slechts één dag duurt.

Homo duplex – Het geheel is nog verre van compleet, maar de romancyclus ‘Homo Duplex’ is nu al zeer de moeite waard. Maak kennis met hooliganisme en jaren-zeventig-porno in De Movo tapes (2003), of aanschouw de fictieve ontmoeting tussen Roman Polanski en Charles Manson in een Amerikaanse gevangenis, onder leiding van de Griekse god Apollo, in Het schervengericht (2007). Meesterlijk op de korte baan is MIM (2007), dat Van der Heijden voor de tachtigste verjaardag van Harry Mulisch publiceerde. Het vooralsnog wat cryptische Drijfzand koloniseren (2006) geeft zijn geheimen waarschijnlijk pas prijs als de cyclus voltooid is.

Canaponi – Inmiddels onder zijn eigen naam herdrukt, maar oorspronkelijk onder het pseudoniem Patrizio Canaponi gepubliceerde Een gondel in de Herengracht (1978) is een soms sprookjes-, dan weer nachtmerrieachtige verhalencyclus. Barok en complex, maar toch zeer toegankelijk. Abstracter van aard is Canaponi’s eerste en enige roman, De draaideur (1979).

Over de doden – Van der Heijden schreef verschillende ‘requiems-in-proza’, waarvan de eerste drie gebundeld zijn in De requiems, te weten: De sandwich (1986), Asbestemming (1994) en Uitdorsten (2007). Wie stevig in zijn schoenen staat, waagt zich aan het monumentale Tonio (2011), over de verongelukte zoon van de auteur.

Voor de liefhebbers – Als u benieuwd bent naar de man achter dat imposante oeuvre, dan is er een hele reeks autobiografische geschriften van Van der Heijden voorhanden.

Dagboekaantekeningen bundelde hij in Engelenplaque (2003) en Hier viel Van Gogh flauw (2004). Selecties brieven zijn verschenen in Gevouwen woorden (2001) en in Ik heb je nog veel te melden (2005), de briefwisseling met zijn boezemvriend Jean-Paul Franssens (1938-2003), over wie hij overigens ook het requiem Voetstampwijnen zijn tandknarswijnen (2008) schreef. Zijn ideeën over ‘de romankunst na James Joyce’ zette Van der Heijden uiteen in het essay Kruis en Kraai (2008).

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content