Dichter Lucebert blijkt naziverleden te hebben: ‘Dit doet geen afbreuk aan zijn werk’

Lucebert en zijn vriend Karel Appel, op 2 april 1959 in een uitzending van AVRO © Nationaal Archief Nederland
Stavros Kelepouris
Stavros Kelepouris Journalist Knack.be

Een van de meest geroemde dichters van de Lage Landen zou volgens een nieuwe biografie een foute jeugd beleefd hebben. Wat betekent die onthulling voor het oeuvre van Lucebert?

Bertus Swaanwijk, beter gekend onder zijn pseudoniem Lucebert, behoort tot de grootsten onder de naoorlogse Nederlandstalige dichters. Maar een vandaag gepubliceerde biografie van Wim Hazeu werpt een nieuw licht op de jonge jaren van de dichter. Tijdens de oorlog had hij zich vrijwillig aangemeld om in Duitsland als arbeider de oorlogsmachine van de Duitsers te ondersteunen. Brieven die de 19-jarige Lucebert in die tijd stuurde aan zijn jeugdvriendin Tiny Koppijn ondertekende hij met ‘Sieg Heil’ en ‘Heil Hitler’, en voor joden had hij geen al te fraaie karakteriseringen veil.

De geroemde dichter blijkt opeens een jeugd vol antisemitisme gekend te hebben. ‘Als het effectief zo is, is het verschrikkelijk. Ik heb het nieuws met verbijstering gelezen,’ zegt prof. Yves T’Sjoen (UGent), naast hoogleraar moderne Nederlandstalige poëzie ook een groot liefhebber van Luceberts werk. ‘Ik heb het boek nog niet te pakken gekregen, maar het verrast me natuurlijk onaangenaam. Lucebert kwam als schrijver aan zijn trekken bij De Bezige Bij, een uitgeverij die nota bene uit het verzet voortkwam. Hij staat ook geboekstaafd als een maatschappelijk geëngageerd revolutionaire kunstenaar, iemand die de bakens van de poëzie en de schilderkunst heeft verzet.’

Lucebert wordt in de literaire geschiedschrijving gerekend tot de Vijftigers, een kunstenaarsstroming die vrijheid en spontaniteit hoog in het vaandel droeg en daardoor weinig voelde voor de verstikkende cocon van ideologieën. Het maakt de onthullingen over zijn jeugd des te frappanter. ‘De Nederlandse Vijftigers, die de poëzie in de Lage Landen veranderd hebben en een artistieke revolutie ontketend hebben, waren wel degelijk politiek-ideologisch georiënteerd,’ zegt T’Sjoen. ‘Althans, je kunt de gedichten op die manier lezen. Er zijn gedichten van Lucebert waaruit blijkt dat – ik citeer – de schrijver ‘omroeper van oproer’ moet zijn. Maar antisemitisme en het aanhangen van de nazi-ideologie, dat is wel iets heel anders.’

Biograaf Wim Hazeu, die de brieven van Lucebert in handen kreeg, verklaarde aan de Volkskrant dat hij geschokt was door de inhoud van de correspondentie. Tegelijk poogt hij Luceberts kunst te schetsen vanuit die traumatische oorlogservaring. ‘Vanuit een soort wroeging zou hij volgens Hazeu die kunst gecreëerd hebben, omdat hij niet in het reine was met zichzelf. Dat soort gepsychologiseer laat ik aan de biograaf over,’ aldus T’Sjoen. ‘Ik heb ook ergens gelezen dat we die jeugdcorrespondentie mogelijk in een meer ironische context moeten lezen, als practical joke. Maar brieven afsluiten met ‘Heil Hitler’ is dan wel een onsmakelijke laat-puberale grap. Lucebert was negentien toen hij die commentaren leverde’.

Feit is in ieder geval dat het activistische verleden van Lucebert allesbehalve een unicum is in de Nederlandse letteren. ‘Hans Andreus, ook een bekende Vijftiger, had eveneens een bedenkelijk verleden in de Tweede Wereldoorlog, bij de Waffen-SS. Paul Van Ostaijen had in de Eerste Wereldoorlog sympathie voor het activisme. Binnenkort komt een boek van Georges Wildemeersch uit over Hugo Claus – nog een Vijftiger – waarin het onder meer gaat over Claus’ betrokkenheid bij de Hitlerjugend. In Wildemeersch’ boek Hugo Claus. De jonge jaren handelt een passage over het lidmaatschap van de Nationaal-Socialistische Jeugd Vlaanderen’.

De kunst moet onafhankelijk van zijn schepper kunnen bestaan

De belangrijkste vraag wordt nu of – en hoe – de nieuwe biografie de literaire nalatenschap van Lucebert zal beïnvloeden. T’Sjoen: ‘Dit zal blijven plakken, want dit is zelfs in een ironische of snoeverig-puberale context gezien geen fait divers. Ik vind het ontstellend, maar het doet anderzijds geen afbreuk aan de grote waarde van zijn werk. Wat iemand als biografisch persoon gedaan of gedacht heeft, staat voor mij buiten het artistieke werk dat is gecreëerd. Ik ben nog altijd van mening dat de kunst onafhankelijk van zijn schepper moet kunnen bestaan, dus niet biografisch moet worden gelezen, en dat een scheve schaats van die schepper niet hoeft af te stralen op de waarde die een cultuurgemeenschap toekent aan zijn artistieke productie.’

Die logica mag dan wel bij veel academici gelden, maar buiten de universiteitsmuren is het veel moeilijker om te overleven in de populaire cultuur eens het verleden zich komt wreken. De recente #MeToo-schandalen bieden daar uitstekende voorbeelden van. Zo werd de Amerikaanse acteur Kevin Spacey volledig weggeknipt uit de film ‘All The Money In The World’. Met Spacey zou de film onmogelijk te verkopen zijn, zei regisseur Riddley Scott.

Zo’n vaart lijkt het met Lucebert niet te lopen. ‘Ik las al dat De Bezige Bij gewoon de uitgever van Lucebert blijft, ook al is dat een uitgeverij waarvan de geschiedenis teruggaat tot het verzet in de Tweede Wereldoorlog. Dat is een duidelijk statement en lijkt mij eerlijk gezegd ook maar voor de hand te liggen. Ik zal zelf dit tweede semester weer met veel plezier gedichten van Lucebert aan de studenten voorlezen en trachten duiding te geven bij de door de media gretig ontketende hetze van vandaag. Maar eerst dus het lijvige boek lezen en de brieven van 1943 en 1944,’ besluit T’Sjoen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content