De herinnering van dichteres Maud Vanhauwaert: ‘Ik stond in een stal tussen de loeiende koeien’

Maud Vanhauwaert © FB

De Week van de Poëzie staat dit jaar in het teken van de herinnering. Knack Focus vraagt zeven dichters naar een poëzieherinnering die hen is bijgebleven. Maud Vanhauwaert is schrijfster van “Wij zijn evenwijdig _”.

‘De poëzie brengt mij tot de meest maffe plekken. Zo werd ik eens gevraagd om in een koeienstal op te treden. Mijn voordracht maakte deel uit van een poëzie-route, van boerderij naar boerderij. Ik zie mij nog staan: vooraan tussen twee rijen loeiende koeien, met in het gangpad zo’n dertig stoelen.

Ik herinner mij dat ik een vrij intimistisch gedicht voorlas en dat er plots gegniffel opwelde uit dat publiekje. Ik wist niet goed wat er gebeurde; mijn gedicht was zeker niet grappig bedoeld. Toen zag ik dat er schuin achter mij een koe stond die haar staart had geheven en midden in het gedicht een gigantische vlaai had gelegd.

Je moet weten, ik probeer mij altijd zo goed mogelijk aan te passen aan de context. In de eerste plaats schrijf ik voor het papier. Op een podium probeer ik dan de tekst los te weken van dat papier en in de theatrale ruimte te zetten. Als er iets gebeurt in de ruimte, dan speel ik daar graag op in, al is het maar door mijn intonatie te veranderen. Soms verander ik zelfs nog woorden. Maar in die stal dacht ik: hoe kan ik in godsnaam een koeienvlaai integreren in mijn gedicht? Daar stond ik dan als tekstperformer. Het was een, euhm, spetterende voordracht!’ (JL)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content