Carmen Aguirre – De Rebellenfamilie

In ‘De rebellenfamilie’ geeft de Chileense Carmen Aguirre een eerlijk relaas van haar eigen tocht op het revolutionaire pad. Daarbij ontziet ze niemand, ook zichzelf niet.

De rebellenfamilie ****, Carmen Aguirre, Nijgh & Van Ditmar (originele titel: Something fierce. Memoirs of a revolutionary daughter), 288 blz. € 19,95.

Juni 1979. De elfjarige Carmen Aguirre en haar jongere zusje Ale zitten samen met hun moeder in de McDonald’s van Los Angeles International Airport. De zusjes leven in de veronderstelling dat ze zo meteen zullen inschepen op een vlucht richting Costa Rica, waar hun stiefvader op hen wacht. Een dag eerder liep hun hippiemama in het Canadese Vancouver nog in haar doordeweekse spijkerbroek rond; nu ziet ze er volgens Carmen met haar gestifte lippen en haar keurig witte pak lachwekkend uit. Tussen twee happen hamburger door, krijgen de meisjes te horen dat ze naar Lima in Peru zullen vliegen. Costa Rica was niets meer dan een façade, een verzonnen verhaal van hun moeder omdat het ’te gevaarlijk is om de waarheid te vertellen.’

Die waarheid luidt dat mama Aguirre in het gewapend verzet tegen de Chileense dictator Augusto Pinochet zit. Na jaren in Canadese ballingschap wil ze samen met haar dochters naar het vaderland terugkeren om de militairen van de macht te helpen verdrijven. Een week na hun aankomst in Lima, zit de familie Aguirre op de bus naar La Paz, de hoofdstad van Bolivië. Daar, en later in nog andere dictatoriale Latijns-Amerikaanse landen, leiden ze een dubbelleven: overdag gedragen ze zich als een welgesteld middenklassengezin en pappen ze aan met folteraars en militairen, ’s nachts voeren ze clandestiene operaties uit voor het Chileense verzet.

In het uitstekende De rebellenfamilie brengt de inmiddels 43-jarige Carmen Aguirre, die in Vancouver leeft en een succesvolle carrière als actrice heeft uitgebouwd, haar jeugd weer tot leven en schetst ze een geloofwaardig beeld van het dagelijkse leven in Bolivië, Argentinië en Chili tijdens de bloedige, loden jaren van de militaire dictaturen. Ze maakt de angst bij verzetslui tastbaar, maar ook bij gewone mensen en zelfs bij familieleden van de machthebbers. Op heldere wijze beschrijft ze wat het voor een jong meisje betekent op te groeien bij ouders die hun leven en dat van hun kinderen op het spel zetten voor ‘de goede zaak’. Ze verhuizen van het ene naar het andere onveilige land en op geregelde tijdstippen verdwijnen moeder en stiefvader voor een paar dagen op missie, hun kinderen bang achterlatend. De angst en de vervreemding wegen steeds zwaarder voor Ale, maar de loyale Carmen blijft haar ouders verdedigen. ‘Het zijn nu eenmaal revolutionairen’, zegt ze. Waarop Ale repliceert: ‘Wat dacht je van deze revolutionaire gedachte? Zorg voor je kinderen en besteed aandacht aan ze.’

In februari van dit jaar werd De rebellenfamilie bekroond met de Canada Reads Contest, de belangrijkste Canadese literaire publieksprijs. Vlak daarna noemde Anne-France Goldwater, tv-persoonlijkheid en panellid van Canada Reads, Carmen Aguirre een ‘bloody terrorist’ en veroorzaakte zo heel wat ophef. Waarmee Goldwater alvast bewees dat ze het boek niet gelezen heeft, anders had ze ongetwijfeld een milder oordeel geveld.

Jan Stevens

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content