‘Ik hou er niet van wanneer mensen gelovigen proberen weg te zetten als stommekloten’

© Jonas Lampens
Kristof Dalle Journalist

De een trok ooit op misdienarenkamp, maar is nu helemaal van God los. De ander spendeerde zijn eerste 24 jaar in een streng protestantse kerkgemeenschap, maar veranderde zijn devotiestatus ondertussen naar ”t Is ingewikkeld’. Met Dit is de bedoeling leveren Wannes Cappelle en Broeder Dieleman nu de perfecte soundtrack voor al uw alternatieve misvieringen. ‘Zo’n ongenuanceerde fuck you. Man, dat kan deugd doen.’

‘Wist je dat de slechtvalk ’s ochtends een oefenrondje maakt? Even iets doodmaken. Niet om op te eten, maar louter om te zien of hij in vorm is.’

Tonnie ‘Broeder’ Dieleman moet hier straks optreden, dus werd het initiële plan – een stevige natuurwandeling – opgeborgen en ingeruild voor de Markt van het Zeeuwse Middelburg, tegenwoordig zijn thuishaven. Al bij al geen slechte zet. Het is niet alleen nijdig koud buiten, maar de imposante Zeeuw, die folkliedjes brengt in zijn eigen dialect, lijkt nogal makkelijk af te leiden door alles wat voorbij zijn ooghoek fladdert. Zoals het koppel slechtvalken dat zich in de abdijtoren verderop heeft genesteld. ‘Maar ik kan dus net zo goed verliefd worden op een simpel kauwtje.’ Wannes Cappelle heeft het door hem bijna even erg te pakken. ‘Samen met Frans Grapperhaus, die mee heeft geschreven en ons op cello begeleidt, zijn we onlangs nog na een try-out op de Ieperlee gaan varen om vogels te spotten. Heerlijke namiddag onder vogelaars.’

Dat protestantse denksysteem zit er bij mij nog zeer diep in. Een woord als ‘vergeving’ is voor mij geen loos begrip, daar hangt nog steeds een heftige lading aan vast.

Tonnie Dieleman

Op 18 januari verschijnt de ep Dit is de bedoeling, opgenomen op de dorsvloer van een antikraakschuur in Ermelo, vanaf februari toeren ze onder dezelfde vlag. Voor de volledigheid: dat is een goeie maand nadat Cappelle met Het Zesde Metaal de ep Meesters heeft gelost, gebaseerd op werken van het KMSKA. En twee maanden na de jubileumcompilatie Het beste Metaal. En ondertussen schreef hij met twee andere Bevergem-alumni, Zouzou Ben Chikha en Dries Heyneman, ook aan de nieuwe Vier-reeks Grond. ‘Die stemmetjes die zeggen dat je maar één keer leeft, en dat je alles best wel kunt combineren, hebben gelijk. Maar ze maken er het leven helaas niet makkelijker op.’

In december kwam Vergeving al uit, de eerste single van Dit is de bedoeling, een ep die op een soort hedendaags psalmenboek voor een agnostische mis lijkt te zijn uitgedraaid. En eerlijk is eerlijk, wie een naar stroop en verschaalde wierook meurende zin als ‘Vergeving is een prachtig ding’ tot iets waarachtigs en ontroerends kan kneden, verdient ons zitgeld.

Jullie toerden in 2017 al even samen voor GrensGeluid, een initiatief van De Brakke Grond en de AB. Was dat ook de eerste kennismaking?

Tonnie Dieleman: Ik moet een van de eerste Nederlandse fans van Het Zesde Metaal geweest zijn. Om je een idee te geven: ik heb hen nog moeten ontdekken via MySpace. (lacht) Nog voor hun debuutplaat uit was, had ik ze al geboekt in De Spot, het cc van Middelburg waar ik jaren programmator ben geweest. Wannes kan uiteraard een zeer aardig liedje schrijven, maar dat poëtische West-Vlaams voelde ook zeer dicht bij huis. De soundtrack van mijn hele jeugd is Willem Vermandere. Wannes en ik zijn tussen het schrijven door ook gaan fietsen in Rotterdam terwijl we Ik plantte ne keer patatten zongen. Veel mooier wordt het niet.

Ik hou er niet van wanneer mensen gelovigen proberen weg te zetten als stommekloten. Intelligentie en geloof spreken elkaar niet tegen.’ Wannes Cappelle

Wat je ook hoort, zeker in je eigen werk. Wannes heeft de titel in een ver verleden ook geambieerd, maar met permissie, de nieuwe Vermandere heeft veeleer een Zeeuwse glottisslag.

Dieleman:(van zijn melk) Hola, hola, hola. Da’s wel heel heftig.

Wannes Cappelle:(grinnikt) ’t Is oké hoor, Tonnie. Ik wilde als kind de nieuwe Vermandere worden, maar ik streef die titel vandaag niet meer na. Dat vertrok toen vooral vanuit een jeugdige bezorgdheid. ‘Want als Vermandere ooit stopt, of godbetert sterft, dan moet er toch iemand anders die liedjes in leven houden?’ Het leek mij logisch dat ik dat dan zou doen, omdat ik zijn hele repertoire toch al uit het hoofd kon zingen. Vermandere heeft ongelooflijk straffe teksten, en die helpen me nog altijd om uit mijn kot te komen als songschrijver.

Hebben jullie op de dorsvloer ook iets opgepikt van elkaar?

Dieleman: Wannes heeft me van mijn schroom voor bindteksten afgeholpen. Hoe minder mensen van mijn nummers begrepen, hoe prettiger ik het eigenlijk vond. Maar ik zag Wannes tussen nummers door altijd maar verhalen schilderen, dus heb ik dat ook eens geprobeerd. En ik krijg er meer van terug dan ik had gedacht.

Cappelle: Ik heb altijd gedacht dat ik nogal naakt durfde zijn, tot ik Tonnie bezig zag, in al zijn ontroerende puurheid. Een nummer als Vergeving had ik in mijn eentje nooit kunnen maken. Gewoon zonder ironie of kwinkslag een zin als ‘Vergeving is een prachtig ding, vind je niet?’ zingen, dat is zeer nieuw voor mij.

Dit mens is er geweest, waarin Wannes een gedicht voordraagt over het geluid van de regen op de graanschuur, doet denken aan Tonnies laatste plaat Komma, waar hij hetzelfde doet met soundscapes en veldopnames van het Land van Axel. Een plaat waar hij wel drie jaar aan werkte, terwijl Wannes het tempo beduidend hoger legt.

Dieleman: Ik kan gerust schrijven op commando, als het moet, maar voor Komma heb ik mijn tijd genomen. Veel sneller kon ik ook niet, want ik had toen nog ‘echt’ werk. (lacht) Pas sinds deze zomer leef ik alleen van mijn muziek, of dat probeer ik toch. We zien wel hoe het loopt.

'We zijn tussen het schrijven door ook gaan fietsen terwijl we Ik plantte ne keer patatten zongen. Veel mooier wordt het niet.'
‘We zijn tussen het schrijven door ook gaan fietsen terwijl we Ik plantte ne keer patatten zongen. Veel mooier wordt het niet.’© Jonas Lampens

Cappelle: Niks vies aan wat efficiëntie inbouwen. Je kunt ook jaren nemen voor een plaat en toch vooral heel veel tijd verschijten. Anderzijds confronteerde iemand mij onlangs met uitspraken van vier jaar geleden, waarin ik mezelf meer tijd toewenste en een minder geschifte agenda. Bon, we zijn nu vier jaar verder en ik wens mezelf dat nog altijd toe. Ik wil echt niet die kerel worden die op zijn sterfbed bedenkt dat hij te weinig tijd met zijn kinderen heeft doorgebracht. (droog) Maar dat is dus niet zo goed aan het lukken. De aard van het beestje, waarschijnlijk? Ik was vroeger ook al het kind met net die twee hobby’s te veel.

Dieleman: Het is beangstigend hoeveel jij doet, en gecombineerd krijgt.

Cappelle: Ik voel me er net zo ongemakkelijk bij als jij. Na Bevergem heb ik bijvoorbeeld dure eden gezworen, dat ik nooit nog een serie zou schrijven. Maar dan komt Zouzou plots met een geweldig idee (in Grond willen twee begrafenisondernemers heilige grond importeren om Belgische Marokkanen hier te kunnen begraven, nvdr.) en kan ik weer geen nee zeggen.

Er staat één nummer op de ep dat Het Zesde Metaal ook geloofwaardig had kunnen brengen. Het slotnummer waarin de zin van ons bestaan tot zijn essentie wordt teruggebracht: ‘Ah, is ’t met eten?’ Met voorsprong de meest Vlaamse zin ooit uitgesproken.

Dieleman: (lacht) Ik had die inderdaad nog nooit gehoord.

Cappelle: Het leven zou knap vervelend zijn zonder eten: ik leef echt van maaltijd naar maaltijd. En je wilt toch niet arriveren op een feestje en merken dat jij de enige bent die nog niet gegeten heeft? Zeer cruciale vraag dus. Ik heb ze deze week nog gesteld, toen ik naar een reünie van oude vrienden van het misdienarenkamp moest.

Misdienarenkamp?

Cappelle: Wat? Tof, ze.

Als ik met Naar de wuppe al een boodschap wilde uitdragen, is dat zeer hard mislukt: iedereen hoort er zijn eigen waarheid in.

Wannes Cappelle

Jij studeerde theologie, Tonnie behoorde dan weer tot de strenge gereformeerde kerk Vrijgemaakt van Axel. Was religie een gespreksonderwerp tussen het schrijven en de Vermandere-karaoke door?

Dieleman: God heeft ons samengebracht, hè. Uiteraard. (lacht) Nee, heel letterlijk hebben we het daar niet over gehad.

Jullie zijn ook allebei als prille twintigers van jullie geloof gevallen.

Dieleman: Dat is me te straf: ik zou mezelf niet per se een atheïst noemen. Ik heb geen wezen meer nodig dat ons allemaal bestiert, maar dat protestantse denksysteem zit er wel nog zeer diep in. Dat zijn nu eenmaal mijn bouwstenen. Neem een woord als ‘vergeving’: voor mij is dat geen loos begrip, daar hangt nog steeds een heftige lading aan vast.

Cappelle: Ik heb geen nood aan een god, maar ik ben ook geen evangelistische atheïst: ik hoef mijn ongeloof niet uit te dragen. Ik zal de kerk ook nog altijd verdedigen als iemand die aanvalt. Het is als met je ouders: jij mag er kwaad over spreken, maar een buitenstaander moet dat vooral niet proberen. Net zoals ik er niet van hou wanneer mensen gelovigen proberen weg te zetten als stommekloten. Intelligentie en geloof spreken elkaar echt niet tegen.

Tonnie is opgegroeid als bijbelvaste protestant. Wannes komt uit een nest mei 68’ers, een unicum in het Wevelgem van toen. De keuze voor theologie lijkt dan haast puberrebellie. Zeer schadeloze, vrome puberrebellie.

Cappelle: Mijn vader had in zijn jeugd genoeg kerken gezien voor de rest van zijn leven, maar mijn moeder stond er nog wel op dat we ’s zondags naar de mis gingen. Ik koos voor theologie vanuit mijn fascinatie voor de figuur van Jezus – al de rest stond een beetje in de weg. En omdat ik in dat katholicisme toch iets voelde dat me zowel geweldig aantrok als geweldig afstootte.

Wannes Cappelle

Geboren in 1979 in Wevelgem.

Studeert theologie (KU Leuven) en kleinkunst (Studio Herman Teirlinck).

Debuteert in 2008 met Het Zesde Metaal met het album Akattemets. Later volgen Ploegsteert (2012), Ni voe kinders (2014) en Calais (2016).

Vorige maand eindigde Ploegsteert voor de derde keer helemaal bovenaan in de Belpop 100 van Radio 1.

Speelt en schrijft mee aan de Canvas-reeks Bevergem. Schrijft momenteel mee aan de Vier-reeks Grond.

Dieleman: Tot mijn 22e zat ik enkeldiep in de Bijbel, daarna heb ik me er een periode heel fel van afgekeerd. Ondertussen ‘gebruik’ ik die gewoon in mijn werk. Religie steunt op zo’n krachtig taalgebruik dat je gek zou zijn om het niet te doen. Wat Vlamingen – net als Amerikanen – trouwens veel sneller durven dan Nederlanders. Jullie kunnen God ook inzetten als vorm, daar hoeft niet per se meer achter te zitten. In Nederland moet je daar toch voorzichtiger mee zijn. Wij hebben zo hartstochtelijk afstand genomen van ons geloof – alles moet weg! – dat dat meteen een andere betekenis krijgt.

Cappelle: Ik heb vooral de indruk dat jij met meer mededogen op je geloof en die jaren terugkijkt. Dat heb ik veel minder, al is dat religieuze bad van vroeger natuurlijk met heel fijne jeugdherinneringen vervlochten. Zoals dat kamp.

Waardoor hebben jullie religie uiteindelijk vervangen?

Cappelle & Dieleman: Alcohol. (lachen)

Zolang het maar geen crossfit is.

Dieleman: Muziek maken blijft een religieuze bezigheid. Dat is hetzelfde speelveld.

Cappelle:(knikt) Mensen van alle slag in een zaal uitnodigen, verhalen delen en ze naar huis sturen met het gevoel dat daar die avond iets gebeurd is. Door religie – van religare, Latijn voor verbinden, aldus de theoloog – te verbannen zijn we dat helaas ook kwijt. Iedereen staart naar Facebook, maar dat levert nu niet bepaald een diepgaande verbintenis op. Ziedaar mijn hele worsteling: we hebben samen met alle schijnheiligheid ook een heleboel waardevolle dingen weggegooid.

***

‘Kom, dat is toch overduidelijk een hoopvol nummer?’

Of Cappelle het eigenlijk niet raar vindt hoe een song als Naar de wuppe afgelopen festivalzomer weer feestelijk meegezongen werd, had ik gevraagd. Alsof niemand echt lijkt te luisteren naar de tekst van wat in wezen een nihilistische soundtrack is van een tijd vol klimaatproblemen, vluchtelingenstromen en een in Doritopoeder gepaneerde beenham met een vinger op de rode knop. Het soort nummer dat je meesakkert, eerder dan uitgelaten meebrult.

Alvast Dieleman ziet het dus anders. ‘Ik onthoud vooral dat er nog altijd meer positiefs in de wereld is dan negatiefs.’

Wannes, kun jij even voor scherprechter spelen?

Cappelle: Alles hangt af van wie het interpreteert, heb ik gemerkt. Als ik al een boodschap wilde uitdragen, is dat dus zeer hard mislukt. Iedereen hoort er zijn eigen waarheid in. (droog) Wat achteraf gezien wel commercieel interessant is gebleken. Ikzelf bekijk het vandaag toch eerder cynisch. Anderzijds, als alles echt naar de wuppe is, waarom zouden we dan nog moeite doen? Ik moet mezelf op zijn minst blijven wijsmaken dat we individueel, en als klein land, een verschil kunnen maken. Ik heb steeds minder geduld met mensen die ooit in India geweest zijn, ‘en als je ziet hoe ze daar bezig zijn, dan maakt het echt niet uit of ik het vliegtuig neem of niet.’ Oké. En als we allemaal zo denken, dan gebeurt er helemaal niks meer.

Ik heb vorig jaar een rouwdienst voor bomen georganiseerd. Vanuit dezelfde woede als Naar de wuppe, zij het dan iets specifieker.

Tonnie Dieleman

Het is geen geheim dat Wannes met de jaren en de platen kwader lijkt te worden, dat hij zich op Calais (2016) eigenlijk nog heeft ingehouden. Tonnie, mag ik stellen dat jij in regel de wereld wat aan je laat passeren, door je in je nummers meer op volksverhalen en de natuur te richten?

Dieleman: Dat klopt niet helemaal. Ik kan het alleen niet zo netjes of prettig uitleggen als Wannes. (lacht) Er kolkt genoeg woede in mij over hoe we vandaag met de wereld omspringen, maar wat is het nut om dat in mijn liedjes uit te schreeuwen? Hoe maak je de wereld precies beter door te zingen dat de wereld kapot is? Je springt daar best subtiel mee om.

Cappelle: En toch heb ik gisteren nog een nummer geschreven waarin ik al mijn kwaadheid ongefilterd laat opborrelen. Kan deugd doen, Tonnie. Op Calais heb ik dat wat proberen te sublimeren, maar dat neemt niet weg dat ik nog steeds met dat gevoel rondloop. Van België dat er niet eens in slaagt een klimaatakkoord te ondertekenen door communautair geharrewar, tot mijn dorpsgenoten in Zwevegem die hun kinderen per se met de auto naar school brengen, terwijl dat dorp hooguit een zakdoek groot is. Vroeger werd ik daar triest van, vandaag gewoon kwaad.

Hoe klinkt dat precies?

Cappelle: De teneur van dat nummer is: ‘Ik heb het u genoeg gezegd, en nu het te laat is, wil je weg, maar raak je niet meer buiten. Maar ik ben voort. Geen compassie meer. Maar mijn gedachten zijn bij diegene die jullie in jullie val hebben meegesleurd.’ (droog) Geen idee of dat de volgende plaat haalt. Ik moest het even van mij af schrijven, maar het is niet bepaald een vrolijk anthem, hè.

Dieleman: Therapeutisch verantwoord, maar denk je echt dat iemand zijn leven zal beteren als hij dat nummer hoort?

Cappelle: Ik denk vooral dat er ondertussen genoeg mensen zijn die dat gevoel herkennen. Nee? (denkt na) Voor Akattemets (2008), onze debuutplaat, schreef ik bijvoorbeeld Ik haat u nie, geïnspireerd door een ex die me nogal publiekelijk was afgevallen.

Broeder Dieleman

Geboren in 1976 in Axel als Tonnie Dieleman.

Groeit op in de strenge vrijgemaakt-gereformeerde kerkgemeenschap in Axel, breekt daarmee op zijn 24e.

Werkt jaren als programmator voor cc De Spot in Middelburg.

Debuteert in 2012 met Alles is ijdelheid. Later volgen Gloria (2014), Uut de bron (2015) en Komma (2018)

Brengt in 2015 tevens Gloria / 3 vragen uit, een splitsingle met Will Oldham, beter bekend als Bonnie ‘Prince’ Billy.

Kiest in 2018 voluit voor zijn Zeeuwse gospel.

‘G’èt de bruggen ipgeblazen, ge kunt ’tzelfste doen me minne zak.’ In wezen een voor jou atypisch nijdige afrekening, wel een topnummer.

Cappelle: Meestal raap je jezelf in zo’n situatie bijeen, druk je die woede weg en relativeer je alles netjes kapot. Maar zo’n ongenuanceerde fuck you kan soms verdomd fijn zijn. Uiteraard weet zij dat het over haar gaat, wat onze band er niet meteen op verbeterd heeft, maar na al die jaren zing ik het nog even graag. Zo’n kwaad nummer heeft net zo goed zijn bestaansrecht, want dat is een zeer herkenbaar gevoel. En man, dat kan deugd doen. (lacht)

Tonnie, jij doet het misschien niet met je muziek, maar je organiseerde vorig jaar wel een uitvaartplechtigheid voor gevelde bomen.

Dieleman: Een rouwdienst voor de bomen, ja. Dat kwam vanuit dezelfde woede als Naar de wuppe, zij het dan iets specifieker. Om wat geld te besparen had Zeeland besloten om de bijl in een hoop bomen op de dijken te zetten.

Cappelle: Ze kappen hier tenminste nog geen bomen in de hoop af en toe een transmigrant mee te hebben.

Toen we twee jaar geleden voor Knack Focus met jou naar het vluchtelingenkamp van Calais trokken, predikte je nog de revolutie. Vandaag lijkt er het een en ander te broeien, zij het aan alle kanten. Soms zijn de marsen groen, soms bruin, soms fluogeel. Maar de passiviteit lijkt op zijn minst verdwenen.

Cappelle: Die klimaatmars, ik wist dus van niks, hè.

Je zou denken dat ze jou en Nic Balthazar op speed dial hebben staan.

Cappelle: Ik viel echt uit de lucht. Maar uiteraard stemt zoiets me hoopvol. Al is dat warm gevoel snel weg als België een dag later dat klimaatverdrag niet tekent. En de gele hesjes? Goed dat ze op straat komen. Opstaan en van je laten horen kan ik alleen maar toejuichen. Maar laat ons het misschien eens zonder slachtoffers en vernieling proberen? Revolutie, allemaal goed en wel, maar het heeft ook zo zijn vieze kant.

Dieleman: Het zijn helaas altijd eerst de zwaksten die ‘sneuvelen’. De kwetsbare groepen. Of een koning hier of daar.

Cappelle: Ik hoef de kop van Filip of Willem-Alexander nu ook niet per se te zien rollen. (lachje)

Dit is de bedoeling

Uit op 18/1 via Unday Records / Snowstar Records. Op 2 februari spelen Wannes Cappelle, Broeder Dieleman en Frans Grappershaus in de AB Club. Alle info: abconcerts.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content